De strijd om Goma
19 november 2012 —
Twee weken geleden kwam ik aan in Bujumbura. Tot eind februari blijf ik in de regio voor een opdracht die me heen en weer zal sturen tussen Kinshasa, het oosten van Congo en Bujumbura. Sinds woensdag ben ik in Bukavu. Het weekend was koortsachtig. M23, de rebellenbeweging die eerder dit jaar het licht zag, zette donderdag een zwaar offensief in dat, na een iets rustigere dag vrijdag, uitmondde in een koortsachtig weekend rond de vraag “Doen ze het of doen ze het niet, Goma nemen?”. Ze deden het niet. Ten minste voorlopig niet.
VN-blauwhelmen in de straten van Goma, juli 2012. De VN-missie heeft de val van Goma kunnen vermijden. ©MONUSCO
M23 ontstond toen een deel van het leiderschap van de CNDP het maquis inging toen de Congolese overheid probeerde hun leider Bosco Ntaganda aan de kant te schuiven. De man wordt al jaren gezocht door het Internationaal Strafhof in Den Haag en er was veel internationale druk op Kabila om hem uit te leveren.
Kinshasa wilde ook die gelegenheid aangrijpen om het CNDP-bastion als een soort leger binnen het leger te ontmantelen. In 2009 was het CNDP wel geïntegreerd in het regeringsleger, maar het had haar parallelle commandolijnen intact gehouden. Ze zaten in het regeringskamp, maar Kinshasa had er geen enkele greep op. Het vertrek van Bosco Ntaganda moest een nieuw begin worden.
De Congolese regering zocht in de kringen van Congolese Tutsi naar een nieuwe leider, die wel het vertrouwen genoot van de CNDP-leiding maar tegelijk dichter bij Kinshasa stond. Dit zou een belangrijke stap zijn naar echte integratie. Tegelijk werd een ander taboe doorbroken. Eind april zond men een eerste contingent CNDP soldaten buiten Kivu. Het CNDP had dit jaren afgehouden: ze vreesden dat ze hun militaire slagkracht zouden verliezen als hun soldaten verspreid raakten over het hele grondgebied. Dit betekende het definitieve startschot van M23.
Rwandese steun
Sindsdien is er veel gebeurd. Twee zaken zijn essentieel. Het VN-expertenpanel voor Congo legde overtuigende bewijzen neer dat Oeganda, en in veel grotere mate Rwanda, M23 belangrijke steun verleenden. Niet alleen politiek -door hun leiders allerlei faciliteiten te verlenen, onder meer in termen van communicatie- maar vooral militair: rekrutering, training en bewapening, en zelfs directe steun van het Rwandese leger bij bepaalde operaties.
Anderzijds had M23 in het oosten van Congo niet onmiddellijk veel wind in de zeilen. De mobilisatiekracht was niet hoog, beduidend lager zelfs dan bij vroegere rebellieën die hun oorsprong vonden in de Rwandofone gemeenschap. Toen slaagde men er niet alleen in om een groot deel van de Tutsi-gemeenschap op de been te krijgen, maar ook veel Hutu. Dit blijkt nu niet het geval te zijn. Erg weinig Hutu stapten aan boord, en ook een belangrijk deel van de Tutsi gaf verstek.
De Banyamulenge (Tutsi van Zuid-Kivu) distantieerde zich van in het begin van M23, en dat blijft zo tot vandaag. Het draagvlak van M23 werd ook ondergraven door de internationale gemeenschap, die kordater reageerde dan gewoonlijk. Toen bekend werd dat Rwanda zeer actief M23 steunde en het feitelijk mee had opgericht, werd het land zwaar op de vingers getikt door enkele van haar meest loyale partners. In Washington, Londen, Den Haag, Stockholm en Berlijn werden maatregelen genomen. Ook de Belgische diplomatie stelde enkele symbolische daden die niet zonder belang waren: half oktober onthield het zich bij de stemming over Rwanda’s zetel in de VN Veiligheidsraad, en later schrapte het een deel van de militaire steun.
Grondstoffen
Deze internationale reacties waren belangrijk. Niet alleen raakten ze Rwanda waar het zeer deed, maar ze hadden een belangrijk afschrikkend effect binnen Congo zelf (men dacht wel twee keer na voor men aan boord stapte) en ook voor Oeganda, dat ervoor zorgde dat haar steun meer low profile, minder zichtbaar bleef.
Niemand had de indruk dat we hier te maken met een rebellie die klaar was om een oorlog te beginnen, of dat ook maar als doel had. Velen dachten, en ik ook, dat de eerste en enige bestaansreden was om via nieuwe onderhandelingen een betere positie af te dwingen binnen leger en overheid. M23 kon militair niet overtuigen, ondanks de steun van de buurlanden. Dat belette hen ondertussen niet om hun zaakjes te ritselen: de link tussen het militair gebeuren en de grondstoffenproblematiek is in Congo nooit ver weg.
Offensief
Sinds donderdag organiseerd M23 een groot offensief, eerst op Kibumba en later op Goma. Zo groot zelfs dat het hun eigenlijke militaire capaciteit ver oversteeg. Al gauw kregen we dan ook bevestiging van de massieve steun van het Rwandese leger.
Het waren dagen van verwarrende, soms tegenstrijdige informatie. De eerste analyse was dat M23 niet de bedoeling had om Goma in te nemen. In 2008 had Nkunda ook aan de poorten van Goma gestaan maar was onder druk van Kagame en de internationale diplomatie had hij uiteindelijk de stad niet ingenomen. Dit leek nu weer het scenario. M23 kon de laatste maanden niet rekenen op veel lokale steun. Goma onder extreme druk te zetten was de enige manier om vooralsnog onderhandelingen af te dwingen.
Goma écht innemen leek weinig waarschijnlijk. Dat zou belangrijke consequenties hebben op allerlei vlak: de dreiging voor grootschalig geweld en slachtpartijen in en rond de stad zou erg groot zijn. In één klap zouden de kaarten van het conflict anders liggen. M23 had al zware gevolgen voor heel Congo: het feit dat de regering de gewapende groep niet onder controle kreeg versnelde het desintegratieproces van het leger, en woog zwaar op de relaties tussen etnische groepen. De val van Goma kon wel eens een cascade inzetten die het “vredesproces” jaren ver terug zou slingeren.
Goma valt niet
Net zoals in 2008 bezweek Goma zondag snel onder de druk: er kwam een vluchtelingenstroom op gang vanuit de stad en vanuit de vluchtelingenkampen er om heen. Het leger en de politieke autoriteiten verlieten Goma. Zondagochtend kregen we ook berichten dat er rechtstreeks over en weer werd geschoten tussen het Congolees en het Rwandees leger, zij het elk vanaf hun kant van de grens.
Opnieuw hielden de oprukkende rebellen halt op enkele kilometers van het centrum. De opgang was zo verontrustend dat de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in zaterdag in spoedzitting was bijeen gekomen. Die veroordeelde de opmars van M23 en eiste het stopzetten van hun opmars. De Veiligheidsraad riep op om alle steun aan de rebellen te staken.
Even zag het er erg slecht uit, en werd er onderhandeld over de modaliteiten van de inname van de stad. Maar uiteindelijk is er zwaar onderhandeld en heeft Monusco de val van Goma kunnen vermijden. M23 heeft zijn posities behouden, en eist nu directe onderhandelingen met de regering. Die zouden gisteren zondag al begonnen zijn in Kampala.
Bron:
http://www.mo.be/wereldblog/kris-ber...strijd-om-goma
Het verhaal gaat verder, jammer genoeg in negatieve betekenis. Als journalist denk ik dat het niet eenvoudig is om op locatie te moeten verslaan over de huidige en actuele problemen in de streken. Ik vind het dan ook heel dapper dat deze man bereid is om in feite zijn eigen leven te wagen hiervoor. Want uit vorig artikel bleek wel duidelijk dat mensenrechten weinig voorstelden in de ogen van het rebellenleger.
Ook als toekomstig leerkracht denk ik dat deze artikels een meerwaarde bieden voor het onderwijs. Leerlingen kunnen aan de hand van deze vorm van actualiteit duidelijk de verschillen in opvattingen van maatschappijen en samenlevingen vergelijken. Ze kunnen ook duidelijk achterhalen wat die mensenrechten zijn. Deze twee actuele thema's gaat hen dan ook voldoende helpen om een goede en gegronde mening te kunnen vormen, wat natuurlijk heel belangrijk is om als jongere uw plek in de maatschappij te kunnen veroveren!