|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
OESO vraagt meer geld voor basisonderwijs
Vlaanderen moet overwegen de financiering van lager en secundair onderwijs gelijk te trekken. Vroeger investeren in kinderen kan leerachterstanden efficiënter uit de wereld helpen, aldus de OESO.
Lees hier het rapport van de OESO over het Vlaams onderwijs De OESO, de rijkelandenclub met 34 leden, heeft in een rapport de financiering van het Vlaamse onderwijs onderzocht. Het Vlaamse onderwijs blinkt uit met ‘sterke prestaties in internationale rankings’, zo herinnert de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling er nog eens aan. Vlaanderen scoort traditioneel goed op de driejaarlijkse PISA-ranking, opgesteld door de OESO. Maar tegenover die sterke prestaties staat een groot pijnpunt: de ongelijkheid binnen het Vlaamse onderwijs. De sociaaleconomische achtergrond van leerlingen heeft een te sterke invloed op het traject dat leerlingen afleggen en de resultaten die ze daarin behalen. De OESO maakt zich ook zorgen over de polarisatie tussen scholen en richtingen op basis van de sociaal-economische achtergrond van leerlingen. Dit heeft volgens de OESO veel te maken met de vroege schoolkeuze van leerlingen, iets waar de geplande hervorming van het middelbaar onderwijs wil verhelpen. Een ander punt waar de OESO fel op hamert, is de ongelijke financiering tussen het basis- en secundair onderwijs. De Vlaamse overheid zou moeten overwegen de geldstromen tussen beiden meer gelijk te trekken. Leerachterstand moet aangepakt worden in de lagere school, zo klinkt het, waar investeringen efficiënter zijn dan later in de onderwijscarrière. Vrijheid van onderwijs Ook andere pijlers van het onderwijssysteem krijgen een veeg uit de pan. België kent vrijheid van onderwijs, waarbij ouders kunnen kiezen tussen scholen van verschillende onderwijskoepels. Maar die organisatie leidt tot kleinere scholen en klassen wat veel kost. Bovendien heeft elke onderwijskoepel een aparte administratie en diensten, wat andermaal tot inefficiëntie leidt. De OESO vraagt zich dan ook of het bijvoorbeeld zin heeft dat verschillende publieke onderwijskoepels naast elkaar bestaan, een debat dat in Vlaanderen niet nieuw is. Ook de wirwar aan studierichtingen in het middelbaar onderwijs is te duur om vol te houden, luidt het in het rapport. 'In een budgettair moeilijke context lijkt het moeilijk om een schoolsysteem te behouden dat zowel kleine scholen als vele, ingewikkelde studierichtingen aanbiedt.' Infrastructuur Een laatste pijnpunt is (het gebrek aan) schoolinfrastractuur. De OESO roept daarom op om de infrastructuurplanning anders aan te pakken. Vandaag dienen individuele scholen een aanvraag in voor een infrastructuursubsidie, maar ze botsen daarbij op een ellenlange wachtlijst. Bovendien is niet overal even veel nood aan extra plaatsen, maar er is geen strategische planning van waar er precies extra infrastructuur wordt gebouwd. 'Meer gecoördineerde en eventueel meer gecentraliseerde planning is wellicht nodig om te verzekeren dat investeringsbeslissingen over onderwijsinfrastructuur de de noden van lokale gemeenschappen hoger inschatten dan de belangen van koepelorganisaties of individuele scholen', zo luidt het letterlijk in het rapport. Mening: Het gelijktrekken van het budget voor lagere school en secundaire is onnodig, want het is niet het geld dat de leerlingen betere laat presteren het zijn de leerkrachten. Deze leerkrachten kunnen misschien wel beter lesmateriaal aanvragen door de verhoging van het budget, maar grotendeels is het toch de leerkracht die alles moet doen om zijn leerlingen beter te laten presteren. Bron:http://www.tijd.be/politiek_economi...wsstream_recent |