Citaat:
Calcium en magnesium
Moeders kunnen volgens het onderzoek best zaken als olijven, spek, salami, gerookte zalm, aardappelen, blauwe kaas, vlees, brood en gebak vermijden.
De beste voedingsmiddelen zouden volgens het onderzoek zaken zijn die rijk zijn aan calcium (zoals yoghurt, harde kaas, rabarber, spinazie, tofu, broccoli en amandelen), en magnesium (zoals cashewnoten, vijgen, bonen en volkorengranen).
|
Van dit soort "wetenschappelijke onderzoeken" wordt ik dus knettergek.
Ik kan het dus niet laten om mijn (zeer) persoonlijke bedenkingen te geven bij het resultaat van dit onderzoek. Eigenlijk gewoon om te vermijden dat er mensen zouden zijn die dit ook écht serieus nemen.
Ik mijd al heel mijn leven kaas (gewoon omdat ik het niet lust) en kan me niet herinneren dat ik tijdens mijn zwangerschappen 1 keer rabarber, tofu, of vijgen heb gegeten. Bovendien leefde ik op toastjes met salami en gebakjes!!!
Behalve telkens een gewichtstoename van om en bij de 20 kg
resulteerde dit bij mij ook in 2 gezonde dochters!! en een zoon.
Omdat ik er het fijne van wilde weten, kon ik het dus niet laten om eens even verder te gaan zoeken en kwam volgend artikel van Hans Boeke op Ouders Online tegen
http://www.ouders.nl/mzwa2010-geslachtskeuze.htm
Onderstaande is rechtstreeks gekopieerd uit het artikel en spreekt toch boekdelen:
De cijfers
Dit soort onderzoek is altijd heel ingewikkeld, met protocol-groepen, referentie-groepen en validatie-groepen. Daar gaan we u niet mee lastig vallen; we beperken ons tot de belangrijkste cijfers. En die spreken boekdelen.
Populatie
aantal stellen bij de start: 172
afvallers (miskraam, dieet niet volgehouden, etc.):
94
groepje voor uitvoering vooronderzoek (fine-tuning dieet, etc.): 28
uiteindelijke testgroep: 50
De 50 stellen waaruit de testgroep bestond, voldeden dus aan alle eisen. Ze spanden zich in, ze haakten niet af, en kregen geen miskraam. Toch werden er slechts 21 van hen geselecteerd voor het onderzoek, omdat de rest verkeerde bloedwaarden liet zien (of net niet precies op tijd gevreeën had). De moeders met 'verkeerde bloedwaarden' hadden wel geprobeerd om het dieet vol te houden, maar waren daar net niet in geslaagd.
Kortom: 50 stellen hebben ontzettend hun best gedaan, maar niet iedereen telde mee bij het onderzoek. De resultaten waren als volgt:
van de 21 paren die meetelden in het onderzoek, kregen 16 een meisje en 5 een jongen (mooi!);
van de 29 paren die niet meetelden, kregen 7 een meisje en 22 een jongen (even schrikken!)
Conclusies
Uit het voorgaande kunnen we de volgende conclusies trekken:
1. Het aantal afvallers was aanzienlijk.
Van de 172 deelnemers kwamen er maar 50 in de testgroep terecht. Dat had gedeeltelijk te maken met miskramen maar vooral met het feit dat de meeste ouders het domweg niet volhielden om te eten en te vrijen volgens de regels. Oftewel: bezint voor u begint. Het traject is écht lastig, en zeker niet bruikbaar als doe-het-zelf methode.
2. In de media werden alleen de 21 succesgevallen genoemd, die niet alleen van goede wil waren (zonder afhaken) maar ook de juiste bloedwaarden vertoonden. Hier was het succes inderdaad opvallend: 16 meisjes en 5 jongens, oftewel een kans van ongeveer 3 op 4. Zo'n score is significant. De wetenschapsjournalist Hans van Maanen (auteur van 'Goochelen met getallen', een boek over statistisch bedrog) vindt het verschil echter dermate groot dat je er vraagtekens bij moet zetten. Volgens hem duidt zo'n opvallend scheve uitslag erop dat de steekproef te klein was.
3. Bij de 29 'andere gevallen'(de ouders die hun best hadden gedaan, maar waarvan de bloedwaarden niet klopten of die net niet op tijd gevreeën hadden) was het beeld volstrekt omgekeerd: 7 meisjes en 22 jongens. Dát is nog eens significant! Maar dan wel significant teleurstellend... Je doet stinkend je best om een meisje te krijgen, en vervolgens daalt die kans naar 1 op 4 en stijgt de kans op een jongen naar 3 op 4!
4. Als je beide subgroepen weer bij elkaar optelt (zodat je de oorspronkelijke testgroep van 50 stellen weer terughebt, van iedereen die zich braaf aan de regels heeft gehouden), komen er nog steeds meer jongens dan meisjes uit, namelijk 27 jongens en 23 meisjes.
De eindconclusie kan niet anders luiden dan dat de methode-Noorlander om een meisje te krijgen aantoonbaar tot meer jongens leidt.