Barst
18th June 2007, 19:27
België. Een visioen
Als kind dacht ik dat België op de grens van Nederland en Frankrijk lag. Een grens die door ons overschreden moest worden om op vakantie te gaan. We reden er in onze auto aan het begin van de zomervakantie doorheen zonder te stoppen. We reden 's nachts.
Alle lampjes boven de snelweg brandden. Het was stil op de weg. Ik vond het plechtig om door België te rijden. Ik herinner me de lichtjes in de haven. De lichtjes van de fabrieken. En hier en daar een steekvlam. België leek één grote werkplaats? maar deze werkplaats was onbemand. Bestonden de Belgen wel? Hadden ze het vermogen zich onzichtbaar te maken? Waren ze ooit met z'n allen vertrokken in de richting van een andere planeet? Ik herinner me de glanzende bollen van het Atomium. Ik vond Belgïe futuristisch zonder dat ik dat woord kende. Alsof hier in het geheim gewerkt werd aan... een nieuwe mens?
Later leerde ik dat er wel degelijk Belgen bestonden en dat het hele rare mensen waren die lachten als het onweerde omdat ze dachten dat ze gefotografeerd werden. En omdat ik hoorde dat de stripboeken waar ik van hield Belgisch waren, veranderden de Belgen voor mij in stripfiguren. Ik vermoedde toen al iets als surrealisme hoewel ook dat woord nog niet tot mijn woordenschat behoorde.
In 1988 ben ik in Brussel komen wonen om aan de Université Libre Europees recht te gaan studeren. Ik ontmoette er mensen uit heel Europa maar geen enkele Belg. Ik vond Brussel niet hetzelfde als België. Brussel was de hoofdstad van Europa en daaromheen lagen Wallonië en Vlaanderen die niets met elkaar te maken wilden hebben. Ik wist dat er Belgen in Brussel werkten en die zag ik 's morgens en masse uit het Centraal Station komen lopen en 's avonds weer en masse - in hoog tempo alsof ze geen moment langer in deze stad wilden blijven - in tegenovergestelde richting naar het Centraal Station lopen. Ze gingen terug naar België. Naar hun fermettes waarvan ze de rolluiken weldra zouden dichttrekken om eindelijk thuis te zijn. 's Avonds behoorde Brussel de mensen toe die waren achtergebleven. Ik kon hen niet onder een gemeenschappelijke noemer plaatsen. Waren dit de Brusselaars?
Belgen zijn de grootste individualisten die er bestaan. Als bij voetbalwedstrijden de Turken of Italianen winnen rijden die luid toeterend en zwaaiend met hun vlaggen door Brussel, maar als de Belgen hebben gewonnen merk je daar niets van. Misschien omdat de Rode duivels vooral uit Afrika komen. En ook omdat ze bijna nooit meer winnen.
Kim Clijsters en Justine Henin zetten de Vlamingen op tegen de Walen, maar nu Clijsters is opgehouden moeten de Vlamingen zich als Belgen achter Henin scharen. Toen koning Boudewijn in 1993 stierf, zag ik voor het eerst dat de Belgen een eenheid waren. Ze verlangden in ieder geval een eenheid te zijn. Ze kwamen uit heel België naar Brussel om bloemen voor het Koninklijk Paleis te leggen. Ze treurden om hun verloren koning omdat die misschien de enige was die hen nog een beetje met elkaar verbond. En een paar jaar later liepen diezelfde mensen - Walen, Vlamingen en Brusselaars - treurend in witte marsen door de hoofdstad. Niet alleen de verloren vader maar ook de verloren dochters wekten het verlangen naar saamhorigheid op. Dat verlangen flakkerde na een paar maanden weer uit.
De Belgen hebben weinig nationaal bewustzijn, laat staan een nationale trots. Ze hebben hun natuur in stukken laten hakken en vol laten bouwen en met leden ogen hebben ze toegezien hoe hun architecturale meesterwerken werden afgebroken, niet in staat samen als één blok tegen de sloophamers te ageren. Maar trots groeit langzaam en de Belgen zijn een jong volk.
Belgïe is Europa in het klein. Een verzameling individuen, sterk verschillend van elkaar, vreemdelingen ten opzichte van elkaar, wier individualiteit niet gebukt gaat onder de last van een gemeenschappelijke cultuur of geschiedenis. Eigenlijk zijn ze daarom ideale Europeanen.
De Hollanders zijn zo Hollands, de Duitsers zo Duits, de Fransen zo Frans - daarom moeten zij zich zo snel mogelijk van hun nationale identiteit ontdoen en echte Europeanen worden - maar de Belg is dat van nature, vrij en onbelast, een Belg kan iedereen zijn. Ik houd van mensen die iedereen kunnen zijn. Alleen fascisten geloven in de waarheid van Blut und Boden.
Ik heb vaak op het punt gestaan de Belgische nationaliteit aan te vragen. Omdat ik me met een Belgische pas eigenlijk zou ont-nationaliseren. Ik zou me officieel een vreemdeling voelen in het hart van Europa, in een land dat een niemandsland is, een land van niemand in het bijzonder, maar van iedereen. Zo ziet de ideale wereld er voor mij uit. Als België dus.
Oscar van den Boogaard is schrijver.
DS, 18-06-2007
Als kind dacht ik dat België op de grens van Nederland en Frankrijk lag. Een grens die door ons overschreden moest worden om op vakantie te gaan. We reden er in onze auto aan het begin van de zomervakantie doorheen zonder te stoppen. We reden 's nachts.
Alle lampjes boven de snelweg brandden. Het was stil op de weg. Ik vond het plechtig om door België te rijden. Ik herinner me de lichtjes in de haven. De lichtjes van de fabrieken. En hier en daar een steekvlam. België leek één grote werkplaats? maar deze werkplaats was onbemand. Bestonden de Belgen wel? Hadden ze het vermogen zich onzichtbaar te maken? Waren ze ooit met z'n allen vertrokken in de richting van een andere planeet? Ik herinner me de glanzende bollen van het Atomium. Ik vond Belgïe futuristisch zonder dat ik dat woord kende. Alsof hier in het geheim gewerkt werd aan... een nieuwe mens?
Later leerde ik dat er wel degelijk Belgen bestonden en dat het hele rare mensen waren die lachten als het onweerde omdat ze dachten dat ze gefotografeerd werden. En omdat ik hoorde dat de stripboeken waar ik van hield Belgisch waren, veranderden de Belgen voor mij in stripfiguren. Ik vermoedde toen al iets als surrealisme hoewel ook dat woord nog niet tot mijn woordenschat behoorde.
In 1988 ben ik in Brussel komen wonen om aan de Université Libre Europees recht te gaan studeren. Ik ontmoette er mensen uit heel Europa maar geen enkele Belg. Ik vond Brussel niet hetzelfde als België. Brussel was de hoofdstad van Europa en daaromheen lagen Wallonië en Vlaanderen die niets met elkaar te maken wilden hebben. Ik wist dat er Belgen in Brussel werkten en die zag ik 's morgens en masse uit het Centraal Station komen lopen en 's avonds weer en masse - in hoog tempo alsof ze geen moment langer in deze stad wilden blijven - in tegenovergestelde richting naar het Centraal Station lopen. Ze gingen terug naar België. Naar hun fermettes waarvan ze de rolluiken weldra zouden dichttrekken om eindelijk thuis te zijn. 's Avonds behoorde Brussel de mensen toe die waren achtergebleven. Ik kon hen niet onder een gemeenschappelijke noemer plaatsen. Waren dit de Brusselaars?
Belgen zijn de grootste individualisten die er bestaan. Als bij voetbalwedstrijden de Turken of Italianen winnen rijden die luid toeterend en zwaaiend met hun vlaggen door Brussel, maar als de Belgen hebben gewonnen merk je daar niets van. Misschien omdat de Rode duivels vooral uit Afrika komen. En ook omdat ze bijna nooit meer winnen.
Kim Clijsters en Justine Henin zetten de Vlamingen op tegen de Walen, maar nu Clijsters is opgehouden moeten de Vlamingen zich als Belgen achter Henin scharen. Toen koning Boudewijn in 1993 stierf, zag ik voor het eerst dat de Belgen een eenheid waren. Ze verlangden in ieder geval een eenheid te zijn. Ze kwamen uit heel België naar Brussel om bloemen voor het Koninklijk Paleis te leggen. Ze treurden om hun verloren koning omdat die misschien de enige was die hen nog een beetje met elkaar verbond. En een paar jaar later liepen diezelfde mensen - Walen, Vlamingen en Brusselaars - treurend in witte marsen door de hoofdstad. Niet alleen de verloren vader maar ook de verloren dochters wekten het verlangen naar saamhorigheid op. Dat verlangen flakkerde na een paar maanden weer uit.
De Belgen hebben weinig nationaal bewustzijn, laat staan een nationale trots. Ze hebben hun natuur in stukken laten hakken en vol laten bouwen en met leden ogen hebben ze toegezien hoe hun architecturale meesterwerken werden afgebroken, niet in staat samen als één blok tegen de sloophamers te ageren. Maar trots groeit langzaam en de Belgen zijn een jong volk.
Belgïe is Europa in het klein. Een verzameling individuen, sterk verschillend van elkaar, vreemdelingen ten opzichte van elkaar, wier individualiteit niet gebukt gaat onder de last van een gemeenschappelijke cultuur of geschiedenis. Eigenlijk zijn ze daarom ideale Europeanen.
De Hollanders zijn zo Hollands, de Duitsers zo Duits, de Fransen zo Frans - daarom moeten zij zich zo snel mogelijk van hun nationale identiteit ontdoen en echte Europeanen worden - maar de Belg is dat van nature, vrij en onbelast, een Belg kan iedereen zijn. Ik houd van mensen die iedereen kunnen zijn. Alleen fascisten geloven in de waarheid van Blut und Boden.
Ik heb vaak op het punt gestaan de Belgische nationaliteit aan te vragen. Omdat ik me met een Belgische pas eigenlijk zou ont-nationaliseren. Ik zou me officieel een vreemdeling voelen in het hart van Europa, in een land dat een niemandsland is, een land van niemand in het bijzonder, maar van iedereen. Zo ziet de ideale wereld er voor mij uit. Als België dus.
Oscar van den Boogaard is schrijver.
DS, 18-06-2007