![]() |
#1
|
||||
|
||||
![]()
Na de VS is Nederland het meest ongelijke land ter wereld
Econoom Paul Schenderling hoopt dat de mist over de grote vermogensongelijkheid snel optrekt in Nederland. Het zou hét verkiezingsonderwerp moeten zijn. Rondom het vraagstuk vermogensongelijkheid in Nederland hangt een dichte mist. Is Nederland qua vermogens een egalitair land, of juist niet? En wordt vermogen wel of niet zwaar belast? De meeste mensen tasten in het duister, zo blijkt uit representatief onderzoek onder ruim 2.200 Nederlanders. Zo schatten Nederlanders dat de 20 procent rijksten 46 procent van het vermogen bezitten, terwijl dat volgens het CBS in werkelijkheid zo’n 80 procent is. Mede daardoor is kans groot dat ook bij de komende Tweede Kamerverkiezingen het debat over vermogens in Nederland tam zal zijn. Hoog tijd om het debat op te helderen en op te schudden. Het eerste punt van opheldering betreft grootte van de vermogensongelijkheid. Die is lastig te meten, omdat veel vermogen is gestald in bv’s waar weinig zicht op is. Verdwenen vermogen In 2020 corrigeerden vier economen, onder wie Coen Teulings en Bas van Bavel, de gangbare vermogensstatistieken van het CBS op basis van nieuwe cijfers over vermogens in bv’s. Hieruit bleek dat de rijkste 1 procent van de Nederlanders 31 procent van het vermogen bezit, ruim een kwart hoger dan het CBS rapporteerde. Daarmee behoort Nederland qua vermogensverdeling tot de meest ongelijke landen ter wereld. Vergeleken met andere rijke landen is alleen de vermogensongelijkheid in de VS groter. In deze cijfers is niet gecorrigeerd voor vermogen dat in belastingparadijzen is gestald, dat grotendeels van de rijkste 1 procent is. Als economen hier ook voor zouden corrigeren, dan valt de vermogensverdeling nog schever uit. Zo schat de bekende Franse econoom Thomas Piketty het wereldwijde ‘verdwenen vermogen’ op 10 procent van het mondiale bbp. Hard werken Een tweede punt van opheldering betreft de groei van vermogens en vermogensongelijkheid. Bij veel Nederlanders bestaat het beeld dat vermogen verdiend is door hard werken en dat vermogen belasten oneerlijk is, omdat het inkomen daarvoor al belast is. Beide beelden zijn discutabel. Vermogens renderen namelijk veel beter dan hard werken. Mensen die vroeg in hun leven al veel vermogen hebben, bijvoorbeeld door erfenissen, worden daarom sneller, min of meer slapend rijker dan mensen die het alleen moeten hebben van hard werken. Piketty heeft deze stelling onderbouwd door de grootste vermogensdatabase ter wereld te bouwen. Hieruit blijkt dat in vrijwel de hele economische geschiedenis vermogen sneller groeit dan de rest van de economie, waaronder inkomen uit arbeid. Dus als een land dat vermogen niet adequaat belast, dan ontstaat er vanzelf een ongelijkheid van Bijbelse proporties, waarbij het gat tussen de superrijken en de rest steeds groter wordt. Uit dezelfde database blijkt dat de vermogensongelijkheid in Europa is gestegen tot het hoogste niveau sinds ruim een eeuw en nog altijd toeneemt. Woningen en pensioenen Dit brengt ons bij het derde punt van opheldering: belastingen. Veel mensen veronderstellen dat de meeste landen vermogens progressief belasten, net als de loonbelasting. Maar dat is niet zo: Nederland en de meeste andere landen belasten alleen het rendement op vermogen, niet de vermogens zelf. Verder is de Nederlandse vermogensrendementsheffing vlak en niet progressief. Zo’n systeem werkt een grote en groeiende vermogensongelijkheid in de hand, zoals duidelijk blijkt uit de eerdergenoemde cijfers. Daarbij komt dat als je alle typen vermogen meeweegt, inclusief woningen en pensioenen, Nederland het enige Europese land is dat vermogensrendementen per saldo subsidieert in plaats van belast, zo blijkt uit een recente analyse van het Instituut voor Publieke Economie. Op dit moment is er slechts één EU-lidstaat die vermogens progressief belast, namelijk Spanje. Overigens zijn de belastingpercentages zodanig laag dat ook in Spanje de vermogensongelijkheid nog altijd stijgt. Maar dit systeem is in principe geschikt om vermogensongelijkheid adequaat aan te pakken en wordt daarom door Piketty aanbevolen. Kortom, als de mist opklaart blijkt pas echt hoe groot dit vraagstuk is. Het is een groot gemis dat hierover zo weinig politiek debat bestaat. Want ook als je tégen belastingverhogingen bent is hier schot voor open doel mogelijk, namelijk: belast mensen die slapend rijk worden meer en belast arbeid minder. Wie kopt deze bal in tijdens de verkiezingscampagne? Paul Schenderling is econoom en schrijver Trouw, 25-07-2025 |