![]() |
|
|
|
#1
|
||||
|
||||
|
Levenslang op dieet
Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 8: Wie gelukkiger wil worden moet levenslang op dieet. Gelukkige mensen hebben gewoon geluk, dacht Sonja Lyubomirsky (40) vroeger: die zijn gelukkig geboren. Inmiddels, na achttien jaar wetenschappelijk onderzoek naar geluk, denkt zij daar anders over: gelukkige mensen hebben wel een voorsprong sinds hun geboorte, maar zij hebben óók in de gaten dat je hard moet werken om gelukkig te worden, te zijn, te blijven. Geluk is een werkwoord, schrijft de hoogleraar psychologie aan de universiteit van Californië in haar boek ’De maakbaarheid van het geluk: een wetenschappelijke benadering voor een gelukkig leven’. De Nederlandse vertaling ligt sinds kort in de winkel. Vijftig procent van ons geluksgevoel, zo luidt de theorie die Lyubomirsky in haar boek ontvouwt, is genetisch bepaald. Dat is dus pech of mazzel: het is het ’basisniveau’ waarmee we zijn geboren en waar we niets aan kunnen veranderen. Onze levensomstandigheden (zijn we rijk of arm, mooi of lelijk, getrouwd of single) bepalen maar zo’n tien procent van ons welbevinden. Winst valt te behalen in de resterende veertig procent, betoogt Lyubomirsky: op dat deel kunnen we zelf invloed uitoefenen met ons gedrag en met onze manier van denken. „Deze percentages zijn gemiddelden”, nuanceert de hoogleraar telefonisch vanuit Amerika. ,,Het zal niet bij iedereen 50-40-10 procent zijn. Maar er is vrij veel wetenschappelijk bewijs dat ongeveer de helft van ons geluksniveau aangeboren is. Uitgebreid onderzoek bij tweelingen heeft aangetoond dat bij ieders geboorte de geluksthermostaat op een bepaalde stand staat. Die kún je zelf omhoog krijgen, mits je bereid bent daar hard voor te werken.” Lyubomirsky beschrijft twaalf manieren waarop deze klus geklaard kan worden: de zogeheten geluksstrategieën. ,,Er zijn waarschijnlijk wel honderd mogelijke activiteiten en strategieën, maar ik heb gekozen voor diegene die worden gestaafd door onderzoek”, zegt ze. Een greep uit haar lijst: Zorgen voor je lichaam (door sport of meditatie). Zorgen voor je ziel (met geloof of spiritualiteit). Dankbaarheid tonen. Sociale contacten koesteren. Jezelf niet vergelijken met anderen. Vriendelijk zijn. Geëngageerd werken aan je doelen. „Ja, wat lijken ze afgezaagd hè?”, lacht ze. „Maar uit allerlei experimenten blijkt dat mensen die dagelijks een paar van deze strategieën toepassen, significant meer geluksgevoelens hebben.” Neem het ervaren, en liefst ook uiten, van dankbaarheid voor wat je hebt. ,,Er is veel onderzoek dat aantoont dat het gelukkig maakt om je zegeningen te tellen, door daar iedere dag even bij stil te staan of over te schrijven.” En neem behulpzaam en vriendelijk zijn voor anderen. Die strategie brengt ’een cascade aan positieve gevolgen’ met zich mee, stelt Lyubomirsky. ,,Het geeft je het gevoel dat je een goed, gul mens bent, en dat vergroot je gevoel van eigenwaarde. Het versterkt je band met anderen; zij zullen zich ook dankbaar tonen en zullen er later ook voor jou zijn. Je krijgt ook meer invoelingsvermogen. Dat alles maakt mensen gemiddeld gelukkiger.” Hoeveel van die strategieën heeft iemand met geluksambities nodig? „Ongeveer vier zou mooi zijn, maar dan díe vier die het beste bij jou passen. Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat niet alle strategieën werken voor iedereen. Ik las vroeger van die zelfhulpboeken waarin ook werd gezegd: tel je zegeningen. Maar dan dacht ik: o nee, dat wil ik niet, dat voelt onnatuurlijk voor mij. Inmiddels weet ik dat je dan ook andere dingen kunt doen. Hardlopen bijvoorbeeld past weer wel goed bij mij, net als het koesteren van mijn relaties met anderen.” Het zal, erkent Lyubomirsky, aanvankelijk wat geforceerd aanvoelen om zo’n handvol ’geluksactiviteiten’ uit te voeren, maar mettertijd zullen het vaste, gezonde gewoonten worden. „Daarvoor moet je wel trouw zijn en je strategieën niet laten versloffen. Dat is natuurlijk het moeilijkste: om ze iedere dag te blijven doen – voor altijd. Maar veel ervan kosten helemaal geen tijd! Je kunt bijvoorbeeld leren om jezelf niet langer met anderen te vergelijken; je kunt je zegeningen tellen als je in de auto zit, en vriendelijk zijn kost ook niet meer tijd dan onvriendelijk zijn – integendeel.” De onderzoekster trekt de vergelijking tussen levensgeluk en lichaamsgewicht. Zoals sommige mensen meer aanleg hebben om dik te worden dan anderen, kunnen mensen ook geboren worden met wat ongelukkiger genen. Maar deze pechvogels hoeven niet met een hoog gewicht of een laag geluksniveau door het leven, betoogt ze. Zij zullen wél beter op hun dieet moeten letten, respectievelijk meer aan hun geluk moeten werken dan hun tenger gebouwde en zonnig geboren tegenvoeters. Psychologe Sonja Lyubomirsky: Vergelijk jezelf niet met anderen.Wie gelukkiger denkt te worden door zijn omstandigheden te veranderen, heeft het mis. Waar je woont en hoe je eruitziet, of je een baan hebt of niet: het maakt maar een geschatte tien procent uit. „De meeste mensen focussen vooral daar op”, zegt Lyubomirsky. „Ze denken: als ik maar de juiste man ontmoet, zal ik gelukkig zijn. Zo’n verandering zál je ook een kick geven, maar die is niet blijvend. We raken gewend aan nieuwe omstandigheden, vinden die algauw weer gewoon en zakken dan terug naar ons eigen, oude basisniveau.” De Amerikaanse citeert in haar boek veel onderzoek waaruit blijkt dat mensen die doelen buiten zichzelf najagen – macht, geld, schoonheid – gemiddeld mínder gelukkig zijn. „De vraag is natuurlijk waarom we die fout toch steeds weer maken. Waarschijnlijk omdat we die kick krijgen; die werkt verslavend. Als we een cosmetische operatie laten doen, dan voelen we ons echt mooier, beter, gelukkiger. Alleen is dat gevoel binnen een jaar weer verdwenen.” Beter is het om trouw en dagelijks die veel minder sexy geluksstrategieën toe te passen. Lyubormirsky: ,,Dat is hard werken, maar het is het waard. Mensen die gelukkig zijn, blijken ook gezonder, productiever, creatiever en socialer te zijn. Hun omgeving profiteert daar ook van. Door zelf gelukkiger te worden, kun je meer betekenen voor andere mensen.” De vijf tips van Sonja Lyubomirsky +Train jezelf in het ervaren en uiten van dankbaarheid +Koester je relaties en versterk ze door er tijd in te investeren +Stel jezelf doelen en blijf daaraan gecommitteerd +Ontwikkel strategieën om stress en tegenslag het hoofd te bieden, bijvoorbeeld door daar ook het leerzame van in te zien +Probeer jezelf niet te vergelijken met anderen en niet te piekeren. Piekeren is denken in cirkels: je komt er geen stap verder mee en gaat je alleen maar slechter voelen. Trouw, 29-11-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 8th October 2011 om 17:25 |
|
#2
|
||||
|
||||
|
Geluk / De gelukkige brugklas
Hoe doe je dat eigenlijk, gelukkig worden? In een serie artikelen wijzen deskundigen ons de weg naar geluk in werk, liefde en levensbeschouwing. Vandaag deel 9: geluksles op school. In de geluksles van vandaag praten de brugklassers over de X-factor. Hun eígen X-factor. Vorige week hebben ze foto’s van zichzelf gemaakt in het bos; die zijn te bewonderen op de website van de school, het Eijkhagencollege ( www.eijkhagen.nl). „Mijn neef heeft de foto’s bekeken”, vertelt Iris (12) in de klas. „Hij zei dat Vera een leuk gezichtje heeft.” Vera moet giechelen als ze dat hoort. En Jasper vertelt wat verlegen dat zijn eigen foto goed gelukt vindt: „Ik hield een oranje bal vast, die kleurde heel mooi bij de blaadjes in het bos.” Docent Theo Wismans is blij voor Jasper, zegt hij. „Een beetje aandacht voor jezelf geeft je meer gevoel van eigenwaarde”, zegt hij tegen de klas. „En eigenwaarde is heel belangrijk.” Het Eijkhagencollege in het Limburgse Landgraaf is de enige middelbare school in Nederland waar het vak gelukskunde wordt gegeven. Was Theo Wismans (55) vorig jaar ook nog de enige docent gelukskunde in Nederland, inmiddels heeft hij er op zijn school vier collega’s bij, mede op verzoek van de leerlingen die razend enthousiast zijn over de lessen. „Ik wil de kinderen laten inzien dat ze allemaal getalenteerd zijn”, zegt Wismans in de pauze. „Ze moeten eerst het talent beschrijven van een artiest die ze geweldig vinden: Marco Borsato of Justin Timberland. Vervolgens de X-factor van een leraar. Daarna komt wat ze het moeilijkst vinden: positieve eigenschappen van zichzelf in kaart brengen. We gaan dan ook naar het bos; ze mogen er dan uit zien zoals zij dat het liefste willen. Laatst had ik een atheneum-klas waarbij één leerling in een judopak kwam; een ander ging in paardrijbroek op een tak zitten paardrijden! Daar worden foto’s van gemaakt en vanuit dát goede gevoel gaan we praten over hun X-factor. Wij hopen ze zo te leren dat ze veel waard zijn en dat ze die eigenwaarde bij zichzelf kunnen oproepen. Hopelijk worden ze dan vanzelf ook zuiniger op zichzelf, gaan ze wat gezonder leven.” Wismans is al 33 jaar docent levensbeschouwing. De laatste jaren, vertelt hij, zocht hij naar mogelijkheden om spirituele ontwikkeling bij leerlingen te stimuleren, om hen te helpen bij hun ’menswording’. „Ik vind dat levensvragen op school aan bod moeten komen. Structureel, niet alleen als er een ramp gebeurt of als er een leerling overlijdt, zoals onlangs op deze school. Dan zie je opeens wat een enorme behoefte kinderen daaraan hebben en met welke vragen ze worstelen. Op het Eijkhagencollege heeft de directie mij de kans gegeven met de leerlingen naar antwoorden te zoeken in dit nieuwe vak. Dat vind ik heel moedig.” De school wil leerlingen heel bewust vakken aanbieden waar ze ’de rest van hun leven iets aan hebben’. Twee vakken zijn op Eijkhagen afgeschaft: verzorging en ICT. In plaats daarvan zijn onder meer tai-chi gekomen, drama, creatief leren denken én gelukskunde. De universiteit Maastricht denkt over de inhoud van sommige modules mee, want de school wil toetsen of deze onderwijsvernieuwing verantwoord is. De leerlingen, blijkt uit het officiële lijstje met ’eindtermen’ van gelukskunde, leren nadenken over wat geluk is en hoe je daar met anderen over kunt praten. Ze leren ’hoe je vervelende klussen kunt aanpakken’. Ze leren dat het soms verstandig is om de oplossing van een probleem even uit te stellen. Dat ze niet bang hoeven te zijn hun gevoelens te uiten (en: ’ook jongens mogen huilen’). Dat ze naar elkaar moeten luisteren. En ze krijgen tips hoe ze problemen kunnen weggooien in de ’probleemprullenbak’. Prominent staat die tijdens de les op tafel. Wismans legt zijn klas vandaag nog eens uit waar de probleemprullenbak voor dient. „Als je ergens last van hebt – angst, verdriet, iets waar je niet van kunt slapen – stop dat dan in deze prullenbak. Je kunt er thuis ook één neerzetten. En als-ie vol is, doe dan het raam van je kamer open en kiep hem dan ook echt leeg.” Hij kijkt de klas rond en vraagt of iemand wat kwijt wil. Twee leerlingen staan op en maken een wegwerpgebaar boven de prullenbak. „Mijn opa heeft weer een hartaanval gehad, daar ben ik verdrietig over”, zegt een van de jongens. Een meisje dat naar voren komt moet een beetje huilen, maar wil liever niet vertellen wat ze weggooit. Prima, zegt de docent; ze kan het altijd nog opschrijven in het ’emotieschrift’ dat voor in de klas ligt. Daar kan iedere leerling anoniem zijn verhaal in kwijt. En zoals er al leerlingen zijn die met hun ouders een probleemprullenbak hebben ingevoerd, zijn er ook kinderen die thuis hun eigen emotieschrift hebben. „Als je te lang blijft rondlopen met dingen waar je last van hebt, wat kun je dan krijgen?”, vraagt Wismans aan de klas. „Stress”, zegt iemand. „Slapeloosheid”, zegt een ander. En: „Pijn in je buik.” „Inderdaad”, zegt hun leraar. „Zelf krijg ik altijd nekpijn. Wanneer je dan pillen gaat halen bij de drogist, zal dat niet helpen! Beter kun je een verhaal of een gedicht gaan schrijven, of je probleem weggooien.” Wat is dit voor gezweef? Waarom moet dit op school? Negatieve reacties heeft de geluksleraar aanvankelijk ook gekregen, zegt hij. „Terwijl gelukskunde ook voor de rest van het onderwijs heel functioneel is. Ik leer de kinderen bijvoorbeeld dat je je beter voelt als je verplichte klussen direct aanpakt en geen uitstelgedrag vertoont. En wanneer ze leren omgaan met stress, komt dat ook hun concentratie en leerprestaties ten goede.” Wismans laat een sfeervolle stilteruimte zien die binnenkort opengaat voor de leerlingen. Daar kunnen ze mediteren of bidden, ontspanningsoefeningen doen of rustig even een kaarsje branden. „Geluk kan ik ze niet aanleren”, zegt hij. „Ik wil ook in geen geval een soort goeroe zijn. Wel wil ik kinderen graag laten zien dat er diverse wegen zijn naar geluk.” De les loopt ten einde, Wismans laat de stoelen aan de kant schuiven en zet swingende muziek aan. Gordijnen gaan dicht, armen in de lucht: de klas danst, danst – tot de bel gaat voor wiskunde. De vijf tips van Theo Wismans: +Zorg goed voor jezelf: zorg voor voldoende slaap, ontspanning, sport en gezonde voeding +Sta met passie in het leven: Ga ervoor. +Let op je X-factor. Durf je talenten te laten zien en doe waar jíj goed in bent. +Ga gevoelens van angst of verdriet niet uit de weg, maar durf ze toe te laten of ze symbolisch in de prullenbak te gooien. +Kom van de digitale snelweg af bij een probleem en stap op iemand af waar je een goed gesprek mee kunt hebben. Trouw, 05-12-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |