![]() |
|
#1
|
|||
|
|||
Langer jong en eerder oud!
Groepsleden: Joris Van Soom, Kathleen Vissers, Tessa Wuyts, Joris Verhoeven
Moderator: Tessa Wuyts Verslaggever: Joris Van Soom Afwezig: Joris Verhoeven 1. De auteur beweert dat ‘jong zijn’ gelijk is aan ‘onkwetsbaar zijn’. Wat betekent dit volgens jullie? Is dit ook zo? Jongeren vertoeven in een totaal andere fase van hun leven dan de ouderen. Uiteraard hebben zijn in mindere mate te maken met lichamelijke kwaaltjes en zullen ze minder geconfronteerd worden met de dood. Vanuit dit standpunt valt het te verduidelijken dat jongeren minder kwetsbaar zijn dan ouderen! Maar, het is irreëel om te stellen dat jongeren vandaag de dag onkwetsbaar zijn. Jongeren moeten, bij wijze van spreken, nog vanaf 0 beginnen en zijn volop bezig met het verkennen van hun toekomst. Als dit zoekproces minder goed verloopt zal een jongere in een kwetsbare positie terecht kunnen komen (criminaliteit, drugs, …). 2. De beleidsmakers kijken naar de chronologische leeftijd bij het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaan de ouderen zelf met hun leeftijd om? Het is absurd op mensen te beoordelen, veroordelen aan de hand van hun leeftijd. Ouderen vullen hun leven in zoals ze dat zelf willen. Hierbij merken we vooral verschillen tussen de ‘huismussen’ en de actief gepensioneerde medemens. We moeten de negatieve bijklank bij onze beleidsmakers ook niet dramatiseren. Ze proberen de ouderen, zoveel als mogelijk, te laten genieten van hun oude dag. Ze krijgen zelfs de kans (stimulans) om op pensioensgerechtigde leeftijd verder te werken en het arbeidscircuit niet meteen te verlaten. Als besluit kunnen we vermelden dat iedereen voor zichzelf bepaald hoe jong zij of hij van hart is! De invulling van hun leven zal hierdoor sterk bepaald worden. 3. De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt door de toenemende leeftijd. Is dit zo? We denken wel dat we hierin een evolutie kunnen blootleggen. Als kind heb je vaak geen besef van de wereld waarin we leven en is het dan ook niet aan de orde om zin te geven aan je leven. Zij stellen zich al tevreden met een fopspeen en een volle maag! Jongeren daarentegen komen voor belangrijke keuzes te staan in het leven en ontwikkelen een eerste basis omtrent zingeving. Deze basis zal gedurende de gehele periode als jongere groeien. Wij merken zelf dat we vandaag de dag al een vrij duidelijk beeld hebben van wie we zijn en wat we willen met ons leven! Deze basis wordt uitgebreid en verdiept aan de hand van ervaringen (bijvoorbeeld in het arbeidscircuit, gezin, …). Mensen staat vaak stevig met hun voeten op de grond en vormen een bevorderend deel van de maatschappij. Wanneer ouderen het arbeidscircuit verlaten hebben ze vaak ‘eindelijk’ de kans om zonder stress te genieten van hun oude dag en ‘zin’ te geven aan hun leven. Ze kunnen intenser gaan genieten van de kleine dingen des levens. Hierbij zullen de levenservaring en de kleinkinderen een heel grote rol spelen! 4. Waar zit de eindigheid in het gedicht? Vergelijk dit met de tekst. We konden in dit gedicht zowel eindigheid als oneindigheid opmerken. Eindigheid ‘de trein die stopt in het station’, ‘een opgelost vraagstuk’ , ‘de zon die wegzinkt in zee’, ‘een vervoegd werkwoord’ , en ‘verliefdheid die over gaat’ Oneindigheid ‘er blijf overschot’ en ‘de overtocht zonder overkant’ Het is duidelijk dat er meer is dan de eindigheid. Een persoon is oneindigheid als we hem koesteren voor wie hij was. ‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten.’ |
#2
|
|||
|
|||
groepje 2 Hilde, Pauline, Tinne en Els
1) Volgens ons zit de eindigheid van dit gedicht in het terugblikken. Het lijkt alsof de schrijver terugkijkt naar het verleden en een aantal dingen beseft en inziet nl. ‘waar het op aan komt’. Zo heeft hij het in de derde strofe over verliefdheid (verliefdheid tot over je oren). Maar alles gaat voorbij (eindigheid) en wat er overblijft is overschot. Volgens ons bedoelt hij hiermee dat je niet moet proberen te blijven streven naar de roes van verliefdheid, maar je moet gelukkig zijn met wat er overblijft (=overschot)(hopelijk liefde en vriendschap). Je moet met andere woorden gelukkig worden met wat binnen je mogelijkheden ligt. Hier zit volgens ons de link met de tekst. Zoals Baars zegt we leven in eindige situaties en moeten gelukkig worden met die imperfectie. Ouderen moeten met andere woorden leren gelukkig te worden binnen hun mogelijkheden (met hun leeftijd dus) en zich niet krampachtig vastklampen aan jeugdigheid. Dat zullen ze nooit meer hebben en ligt dus niet binnen de mogelijkheden. Je moet met andere woorden streven naar geluk binnen je begrenzingen. Doe je dit niet, dan word je alleen maar ongelukkig. Door met die eindigheid en imperfectie om te gaan word je maar goed oud.
2) Volgens ons mag je het idee van zingeving niet alleen koppelen aan leeftijd maar moet je het bekijken in het licht van de persoonlijkheid. Ervaring en relativeringsvermogen zijn ongetwijfeld twee belangrijke voordelen die ouderen hebben in het zoeken naar zin, maar ze staan niet garant voor méér zingeving. Volgens ons zijn er een hoop twintigers en dertigers die meer zin en betekenis kunnen geven aan hun leven dan velen die ouder zijn. 3) Ook bij deze vraag vinden wij dat je alles niet zo zwart-wit mag zien. In de tekst staat dat jongeren economisch onkwetsbaar zijn, maar klopt dit wel. Als je kijkt naar de werkloosheidscijfers, dan staan de schoolverlaters er toch ook niet zo goed op. Bedrijven zoeken ervaring en dat hebben jongeren van 18/19 jaar niet. Die groep is dus al zeker niet onkwetsbaar. Daarnaast klopt het natuurlijk wel dat de overheid heel wat afslankingsprocedures op touw heeft gezet juist om de jongeren meer kansen en voordelen te bieden. Zo zien we deze dagen dat ook bij Volkswagen vooral de jonge mensen aangespoord worden om terug aan het werk te gaan en krijgen de ouderen de mogelijkheid om vroegtijdig op pensioen te gaan. In zekere zin zou je dus kunnen zeggen dat jongeren onkwetsbaar zijn, maar deze uitspraak moet volgens ons zeker genuanceerd worden. 4) De slogan “je bent maar zo oud als je je voelt” geeft de algemene trend weer van hoe ouderen naar hun leeftijd kijken (dit in tegenstelling tot de beleidsmakers die kijken naar de kalenderleeftijd). Maar daarnaast staat: hoe meer je meedoet met de cultus van jong zijn en jong blijven, hoe verschrikkelijker je het vindt om ouder te worden. Ouderen zeggen dat ze maar zo oud zijn als ze zich voelen, maar gaan er vervolgens alles aan doen om zich jong te blijven voelen (actief zijn, hobby’s hebben, sporten, jeugdige kledij,…). |
#3
|
|||
|
|||
![]()
Groepsleden: Loes Thijs, Kristien Seels, Stijn Van Echelpoel en Tinne Thys
Verslaggever: Tinne Moderator: Loes Vraag 1 Waar zit de eindigheid in het gedicht?confronteer met de tekst. Zowel eindigheid als oneindigheid konden we terugvinden in de tekst. De trein die stopt, het werkwoord dat vervoegd is, enz. zijn allemaal zaken die een eindigheid voorstellen. Deze eindigheid vind je ook terug in de tekst. Aan het fysieke en het economische aspect zal ooit ook een einde komen. Een oudere blijft niet renderen en wordt bijgevolg ook afgezet. Ons functioneren blijft ook niet optimaal, maar takelt met de jaren stilletjes aan af. De oneindigheid die vind je ook in het gedicht zoals de zon die wegzinkt, overschot bij de liefde en de overtocht zonder overkant. De zon zal steeds blijven opkomen en blijven wegzinken (laten we hopen). Dit aspect van oneindigheid wordt ook belicht in de tekst. Hier komt het eigenlijk ook op aan. In principe moet men rekening houden met het levensbeschouwelijke element dat oneindigheid voorstelt, want er komt een einde aan het functioneren en aan het renderen van ouderen, maar hun ervaring is een infinité. De levenservaring die zij hebben opgedaan wordt steeds doorgegeven. Vraag 2 De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt met de toenemende leeftijd. Een oudere zou erin slagen zijn leven meer betekenis te geven, is dat zo? Zowel jongeren als ouderen slagen erin betekenis te geven aan hun leven. Natuurlijk zijn jongeren zo druk bezig met hun leven, dat ze er misschien niet bij stilstaan wat het juist betekent. Een belangrijke nuance die hierbij moet gemaakt worden is de situatie waarin een jongeren zich bevindt. Een kankerpatiëntje bijvoorbeeld zal zijn leven een hele andere draai geven dan een kind dat nog kerngezond is. Bij een oudere spreekt het vanzelf dat ze in hun leven reeds veel ervaring hebben op gedaan. Al die jaren die voorbij zijn gevlogen die hebben voor deze mensen zoveel betekent en al die herinneringen, al die knappe en gezellige verhalen van toen worden aan ons verder verteld. Hier kunnen wij als jongeren ook veel uit leren. De ervaring en kennis wordt met andere woorden steeds doorgegeven van generatie op generatie. Het levensbeschouwelijke element is hiervan de kern van de zaak. Datgene dat wordt doorgegeven zal steeds bijdragen tot een ‘hopelijk’ betere maatschappij, waarin we fouten elimineren en goede initiatieven accentueren. Dat is de opdracht van de ouderen, waar wij later ook een belangrijke rol in zullen spelen. Vraag 3 De auteur beweert dat jong zijn gelijk is aan onkwetsbaar zijn. Wat betekent dit? De auteur maakt een duidelijk onderscheid tussen drie aspecten. Het fysische, het economische en het levensbeschouwelijke element. In onze ogen zijn jongeren vooral kwetsbaar op dit laatst genoemde gebied, het levensbeschouwelijke. De levenservaring die ouderen hebben opgedaan gedurende hun hele leven, is zo groot in tegenstelling tot jongeren. Dat maakt ons jongeren juist zo kwetsbaar. Anderzijds stellen we dat het economische en het fysische aspect onze kwetsbaarheid erg verkleint, omdat we nog jong en vitaal zijn en nog veel hebben te bereiken. Op dat gebied investeert te maatschappij in ons. Deze twee aspecten maakt het de ouderen juist zo kwetsbaar dat ze wel vlugger vatbaar zijn voor ziektes, dood, enz…Dus waarom zou men daar dan in investeren als ze daar toch zo gevoelig voor zijn? Ons groepje wil wel graag het feit belichten dat we de ouderen niet te snel mogen afschrijven en hen juist in het levensbeschouwelijke moeten oplichten. Hun levenservaring is van zo’n grote waarde dat we er nog veel kennis van kunnen opdoen. Vraag 4 De beleidsmakers kijken naar de chronologische ouderdom bij het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaan de ouderen zelf om met hun leeftijd volgens de auteur. Iedereen gelijk, maar iedereen beleeft zijn leven op een persoonlijke manier. De ene voelt zich vitaler dan de andere. Nonkel Roger zal misschien zijn midlifecrisis herbeleven, en tante Antoinette die blijft thuis om sokjes te breien. Ieder zijn eigen ding natuurlijk. Men propageert dat men bezig moet blijven. Ouderen moeten betekenis geven aan het leven, ze moeten actief bezig blijven. In feite worden ze eerst uitgedreven (kijk maar naar het economische en het fysische aspect) en later worden ze dan geactiveerd. |