actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Posts van vandaag Vragen insturen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Stem op Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 18th December 2006, 20:42
Evelien_DW Evelien_DW is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2005
Locatie: Westerlo
Posts: 33
Groep: Liesbeth Domen, Evi De Feyter, Evelien De Weerdt, Chris De Cnodder
Moderator: Evi De Feyter
Verslaggever: Evelien De Weerdt

Volgens de auteur van de tekst “Langer jong en eerder oud” kan jong zijn geassocieerd worden met onkwetsbaar zijn. Hiermee bedoelt hij dat jongeren vaak fysiek sterker en weerbaarder zijn dan oudere mensen. Zo hebben zij immers veel minder met gezondheidsproblemen en fysieke kwaaltjes te kampen. Bovendien kiezen jonge mensen steeds minder snel voor een gezin. Op deze manier hebben ze geen verplichtingen thuis en kunnen ze zich volledig storten op hun carrière. Onze groep is het erover eens dat wanneer je jonge mensen louter op fysiek vlak benadert, ze minder kwetsbaar zijn dan oudere mensen. Wij zijn het er echter niet mee eens dat jonge mensen onkwetsbaar zijn wanneer we het emotioneel vlak erbij betrekken. Volgens ons kunnen jonge mensen minder goed relativeren dan oudere. Hierdoor zijn ze emotioneel kwetsbaarder. Bovendien leven we in een maatschappij waarin er hoge verwachtingen aan de jongeren worden gesteld. Jongeren moeten steeds aan hogere grenzen voldoen. Ze moeten immers steeds uitermate presteren. Jonge mensen hebben het dan vaak ook moeilijk om met deze hoge verwachtingen die zij zichzelf opleggen en die anderen aan hun stellen om te gaan. Vaak kunnen ze deze hoge druk niet aan wat kan leiden tot een overbelasting.

Volgens onze groep voelen mensen van boven de vijftig jaar zich vaak nog goed, zowel op fysiek als op mentaal vlak. Toch verliezen ze vaak als eerste hun job wanneer er in bedrijven sprake is van herstructureringen. Bedrijven vinden oudere mensen immers vaak minder productief en vinden dat oudere mensen zich minder goed kunnen aanpassen in de snel evoluerende maatschappij waarin we leven. De levenswijsheid en de ervaringen die deze mensen hebben, worden echter aan de kant geschoven. Wanneer oudere mensen hun baan verliezen, stort vaak hun sociale leven in. Bovendien ervaren ze dat ze niet meer gewenst zijn, niet meer nuttig zijn en niet meer geapprecieerd worden. De manier waarop onze maatschappij tegenover oudere mensen staat kan er vaak tot leiden dat oudere mensen een negatief beeld over zichzelf krijgen. Natuurlijk zijn we allemaal verschillend en gaat dan ook iedere persoon met het ouder worden op andere manier om.
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 18th December 2006, 20:49
Inniash Inniash is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Geel
Posts: 3
Langer jong en eerder oud

Modorator: Nathalie Mariën
Verslaggever: Innias Hufkens

________________________________________

Vraag 1: De auteur beweert: ‘jong zijn = onkwetsbaar zijn’.
Wat betekent dit?

De tekst handelt vooral over de kwetsbaarheid van ouderen. Men haalt argumenten aan om te kunnen stellen dat ouderen kwetsbaar zijn. De auteur concludeert hier automatisch uit dat jongeren dus maar onkwetsbaar zijn. Hij verdeelt de maatschappij in twee kampen, langs de ene kant de ouderen en langs de andere kant de jongeren. Dus als de ouderen kwetsbaar zijn, moeten de jongeren wel onkwetsbaar zijn, zo stelt hij.

Is dit wel zo?

De auteur stelt dat het vooral de ouderen zijn die in onze maatschappij kwestbaar zijn, maar ook jongeren hebben hun kwetsbare plekken. Uiteraard zijn jongeren kwetsbaar op andere vlakken. Je bent als jongere niet zo kwetsbaar op vlak van ziektes, gezondheidskwalen, … . Maar de kwetsbaarheid van jongeren kan op andere vlakken aangetast worden. Jongeren hebben veel minder levenservaring en levenswijsheid dan ouderen, hierdoor is het best mogelijk dat jongeren impulsieve en af en toe minder doordachte keuzes maken in hun leven, dit maakt onze jongeren kwetsbaar. We willen als groep ook wel duidelijk naar voor brengen dat deze impulsieve en ondoordachte keuzes niet per definitie fout zijn. Een keuze is pas fout als je er als persoon niet uit leert. Als je dus een iets minder goede keuze neemt, maar je leert er wel uit, is dit een goed keuze.
Verder vragen/eisen we van onze jongeren dat ze steeds meer en meer verantwoordelijkheid nemen. Maar we houden er geen rekening mee dat onze jongeren minder levenservaring en levenswijsheid hebben. Dus kunnen we ons de vraag stellen, kunnen onze jongeren wel omgaan met deze verantwoordelijkheden, is hun basis wel stevig genoeg om deze verantwoordelijkheden op te nemen. Deze basis staat dan voor de levenservaring en levenswijsheid. Door jongeren meer verantwoordelijkheden te geven, kan deze basis onstabiel worden, en dit heeft als gevolg dat onze jongeren steeds meer en meer kwetsbaar worden.

Vraag 2: De beleidsmakers kijken naar de chronologische leeftijd voor het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaan ouderen zelf om met hun leeftijd?

Hoe ouderen omgaan met hun leeftijd is een persoonlijk iets. Iedereen gaat op een andere manier om met het feit dat je elk jaar ouder wordt. Sommigen aanvaarden dit, anderen aanvaarden dit dan weer niet. Het hangt dus van persoon tot persoon af. Sommige ouderen zullen de trends volgen die beleidsmakers uitstippelen, anderen daarentegen zullen hier nee tegen zeggen en hun eigen trends volgen.

Vraag 3: De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt met de toenemende leeftijd.


Dit is uiteraard realiteit, maar onze groep was het erover eens dat het ook op een eenvoudige manier te verklaren valt. Wanneer je over meer levenservaring en levenswijsheid beschikt, is het uiteraard een grotere zingeving te hebben dat een pas afgestudeerde twintiger. Met een grotere zingeving bedoelen we hier een onderbouwde zingeving. We willen hier als groep helemaal niet zeggen dat jongeren absoluut geen zingeving hebben. Maar we zijn het erover eens dat deze zingeving veel globaler en minder onderbouwd is dan de zingeving van oudere mensen met veel levenservaring en –wijsheid.

Vraag 4: Waar zit eindigheid in het gedicht? Confronteer met de tekst.

Er zit eindigheid in: “de trein stopt in het station”, “de zon die wegzinkt”, “vervoegd werkwoord”, “ een opgelost vraagstuk”, “voorbije verliefdheid”, … Maar er komt ook heel wat oneindigheid aan bod wanneer men spreekt over overschot en overtocht zonder overkant. De eindigheid komt ook weer terug in de tekst. Mensen worden ouder en hoe spijtig het ook mag en kan zijn je zal altijd minder en minder kunnen. Dus aan je kunnen komt een einde, maar ook aan het leven zal vroeg of laat een einde komen.
Oneindigheid kan je ook terugvinden in de tekst. Hoewel je vindt dat het einde op je 50 in zicht is, moet dit helemaal niet, door actief te blijven is het einde helemaal nog niet in zicht. En zoals de tekst zegt, er zal altijd overschot zijn, men zal je nooit vergeten als persoon, je laat altijd wel gedachten en herinneringen achter. Dus in de tekst zowel oneindigheid als eindigheid.
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 18th December 2006, 22:17
jorisvs jorisvs is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2004
Locatie: Vorselaar
Posts: 14
Langer jong en eerder oud!

Groepsleden: Joris Van Soom, Kathleen Vissers, Tessa Wuyts, Joris Verhoeven
Moderator: Tessa Wuyts
Verslaggever: Joris Van Soom
Afwezig: Joris Verhoeven

1. De auteur beweert dat ‘jong zijn’ gelijk is aan ‘onkwetsbaar zijn’. Wat betekent dit volgens jullie? Is dit ook zo?

Jongeren vertoeven in een totaal andere fase van hun leven dan de ouderen. Uiteraard hebben zijn in mindere mate te maken met lichamelijke kwaaltjes en zullen ze minder geconfronteerd worden met de dood.
Vanuit dit standpunt valt het te verduidelijken dat jongeren minder kwetsbaar zijn dan ouderen!

Maar, het is irreëel om te stellen dat jongeren vandaag de dag onkwetsbaar zijn.
Jongeren moeten, bij wijze van spreken, nog vanaf 0 beginnen en zijn volop bezig met het verkennen van hun toekomst. Als dit zoekproces minder goed verloopt zal een jongere in een kwetsbare positie terecht kunnen komen (criminaliteit, drugs, …).


2. De beleidsmakers kijken naar de chronologische leeftijd bij het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaan de ouderen zelf met hun leeftijd om?


Het is absurd op mensen te beoordelen, veroordelen aan de hand van hun leeftijd. Ouderen vullen hun leven in zoals ze dat zelf willen. Hierbij merken we vooral verschillen tussen de ‘huismussen’ en de actief gepensioneerde medemens.

We moeten de negatieve bijklank bij onze beleidsmakers ook niet dramatiseren. Ze proberen de ouderen, zoveel als mogelijk, te laten genieten van hun oude dag.
Ze krijgen zelfs de kans (stimulans) om op pensioensgerechtigde leeftijd verder te werken en het arbeidscircuit niet meteen te verlaten.

Als besluit kunnen we vermelden dat iedereen voor zichzelf bepaald hoe jong zij of hij van hart is! De invulling van hun leven zal hierdoor sterk bepaald worden.


3. De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt door de toenemende leeftijd. Is dit zo?

We denken wel dat we hierin een evolutie kunnen blootleggen.
Als kind heb je vaak geen besef van de wereld waarin we leven en is het dan ook niet aan de orde om zin te geven aan je leven. Zij stellen zich al tevreden met een fopspeen en een volle maag!

Jongeren daarentegen komen voor belangrijke keuzes te staan in het leven en ontwikkelen een eerste basis omtrent zingeving.
Deze basis zal gedurende de gehele periode als jongere groeien. Wij merken zelf dat we vandaag de dag al een vrij duidelijk beeld hebben van wie we zijn en wat we willen met ons leven!

Deze basis wordt uitgebreid en verdiept aan de hand van ervaringen (bijvoorbeeld in het arbeidscircuit, gezin, …). Mensen staat vaak stevig met hun voeten op de grond en vormen een bevorderend deel van de maatschappij.

Wanneer ouderen het arbeidscircuit verlaten hebben ze vaak ‘eindelijk’ de kans om zonder stress te genieten van hun oude dag en ‘zin’ te geven aan hun leven.
Ze kunnen intenser gaan genieten van de kleine dingen des levens.
Hierbij zullen de levenservaring en de kleinkinderen een heel grote rol spelen!

4. Waar zit de eindigheid in het gedicht? Vergelijk dit met de tekst.

We konden in dit gedicht zowel eindigheid als oneindigheid opmerken.

Eindigheid
‘de trein die stopt in het station’, ‘een opgelost vraagstuk’ , ‘de zon die wegzinkt in zee’, ‘een vervoegd werkwoord’ , en ‘verliefdheid die over gaat’

Oneindigheid
‘er blijf overschot’ en ‘de overtocht zonder overkant’

Het is duidelijk dat er meer is dan de eindigheid. Een persoon is oneindigheid als we hem koesteren voor wie hij was.
‘Dood ben ik pas als jij me bent vergeten.’
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 10th January 2007, 17:22
Els Hamers Els Hamers is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2005
Locatie: herentals
Posts: 27
groepje 2 Hilde, Pauline, Tinne en Els

1) Volgens ons zit de eindigheid van dit gedicht in het terugblikken. Het lijkt alsof de schrijver terugkijkt naar het verleden en een aantal dingen beseft en inziet nl. ‘waar het op aan komt’. Zo heeft hij het in de derde strofe over verliefdheid (verliefdheid tot over je oren). Maar alles gaat voorbij (eindigheid) en wat er overblijft is overschot. Volgens ons bedoelt hij hiermee dat je niet moet proberen te blijven streven naar de roes van verliefdheid, maar je moet gelukkig zijn met wat er overblijft (=overschot)(hopelijk liefde en vriendschap). Je moet met andere woorden gelukkig worden met wat binnen je mogelijkheden ligt. Hier zit volgens ons de link met de tekst. Zoals Baars zegt we leven in eindige situaties en moeten gelukkig worden met die imperfectie. Ouderen moeten met andere woorden leren gelukkig te worden binnen hun mogelijkheden (met hun leeftijd dus) en zich niet krampachtig vastklampen aan jeugdigheid. Dat zullen ze nooit meer hebben en ligt dus niet binnen de mogelijkheden. Je moet met andere woorden streven naar geluk binnen je begrenzingen. Doe je dit niet, dan word je alleen maar ongelukkig. Door met die eindigheid en imperfectie om te gaan word je maar goed oud.

2) Volgens ons mag je het idee van zingeving niet alleen koppelen aan leeftijd maar moet je het bekijken in het licht van de persoonlijkheid. Ervaring en relativeringsvermogen zijn ongetwijfeld twee belangrijke voordelen die ouderen hebben in het zoeken naar zin, maar ze staan niet garant voor méér zingeving. Volgens ons zijn er een hoop twintigers en dertigers die meer zin en betekenis kunnen geven aan hun leven dan velen die ouder zijn.

3) Ook bij deze vraag vinden wij dat je alles niet zo zwart-wit mag zien. In de tekst staat dat jongeren economisch onkwetsbaar zijn, maar klopt dit wel. Als je kijkt naar de werkloosheidscijfers, dan staan de schoolverlaters er toch ook niet zo goed op. Bedrijven zoeken ervaring en dat hebben jongeren van 18/19 jaar niet. Die groep is dus al zeker niet onkwetsbaar. Daarnaast klopt het natuurlijk wel dat de overheid heel wat afslankingsprocedures op touw heeft gezet juist om de jongeren meer kansen en voordelen te bieden. Zo zien we deze dagen dat ook bij Volkswagen vooral de jonge mensen aangespoord worden om terug aan het werk te gaan en krijgen de ouderen de mogelijkheid om vroegtijdig op pensioen te gaan. In zekere zin zou je dus kunnen zeggen dat jongeren onkwetsbaar zijn, maar deze uitspraak moet volgens ons zeker genuanceerd worden.

4) De slogan “je bent maar zo oud als je je voelt” geeft de algemene trend weer van hoe ouderen naar hun leeftijd kijken (dit in tegenstelling tot de beleidsmakers die kijken naar de kalenderleeftijd). Maar daarnaast staat: hoe meer je meedoet met de cultus van jong zijn en jong blijven, hoe verschrikkelijker je het vindt om ouder te worden. Ouderen zeggen dat ze maar zo oud zijn als ze zich voelen, maar gaan er vervolgens alles aan doen om zich jong te blijven voelen (actief zijn, hobby’s hebben, sporten, jeugdige kledij,…).
Met citaat antwoorden
  #5  
Oud 10th January 2007, 17:28
bloempot bloempot is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Nov 2006
Locatie: Herentals
Posts: 2
Cool

Groepsleden: Loes Thijs, Kristien Seels, Stijn Van Echelpoel en Tinne Thys

Verslaggever: Tinne
Moderator: Loes

Vraag 1
Waar zit de eindigheid in het gedicht?confronteer met de tekst.

Zowel eindigheid als oneindigheid konden we terugvinden in de tekst.

De trein die stopt, het werkwoord dat vervoegd is, enz. zijn allemaal zaken die een eindigheid voorstellen. Deze eindigheid vind je ook terug in de tekst. Aan het fysieke en het economische aspect zal ooit ook een einde komen. Een oudere blijft niet renderen en wordt bijgevolg ook afgezet. Ons functioneren blijft ook niet optimaal, maar takelt met de jaren stilletjes aan af. De oneindigheid die vind je ook in het gedicht zoals de zon die wegzinkt, overschot bij de liefde en de overtocht zonder overkant. De zon zal steeds blijven opkomen en blijven wegzinken (laten we hopen). Dit aspect van oneindigheid wordt ook belicht in de tekst. Hier komt het eigenlijk ook op aan. In principe moet men rekening houden met het levensbeschouwelijke element dat oneindigheid voorstelt, want er komt een einde aan het functioneren en aan het renderen van ouderen, maar hun ervaring is een infinité. De levenservaring die zij hebben opgedaan wordt steeds doorgegeven.

Vraag 2
De auteur houdt een pleidooi voor zingeving die sterker wordt met de toenemende leeftijd. Een oudere zou erin slagen zijn leven meer betekenis te geven, is dat zo?

Zowel jongeren als ouderen slagen erin betekenis te geven aan hun leven. Natuurlijk zijn jongeren zo druk bezig met hun leven, dat ze er misschien niet bij stilstaan wat het juist betekent. Een belangrijke nuance die hierbij moet gemaakt worden is de situatie waarin een jongeren zich bevindt. Een kankerpatiëntje bijvoorbeeld zal zijn leven een hele andere draai geven dan een kind dat nog kerngezond is. Bij een oudere spreekt het vanzelf dat ze in hun leven reeds veel ervaring hebben op gedaan. Al die jaren die voorbij zijn gevlogen die hebben voor deze mensen zoveel betekent en al die herinneringen, al die knappe en gezellige verhalen van toen worden aan ons verder verteld. Hier kunnen wij als jongeren ook veel uit leren. De ervaring en kennis wordt met andere woorden steeds doorgegeven van generatie op generatie. Het levensbeschouwelijke element is hiervan de kern van de zaak. Datgene dat wordt doorgegeven zal steeds bijdragen tot een ‘hopelijk’ betere maatschappij, waarin we fouten elimineren en goede initiatieven accentueren. Dat is de opdracht van de ouderen, waar wij later ook een belangrijke rol in zullen spelen.



Vraag 3
De auteur beweert dat jong zijn gelijk is aan onkwetsbaar zijn.
Wat betekent dit?

De auteur maakt een duidelijk onderscheid tussen drie aspecten. Het fysische, het economische en het levensbeschouwelijke element. In onze ogen zijn jongeren vooral kwetsbaar op dit laatst genoemde gebied, het levensbeschouwelijke. De levenservaring die ouderen hebben opgedaan gedurende hun hele leven, is zo groot in tegenstelling tot jongeren. Dat maakt ons jongeren juist zo kwetsbaar.
Anderzijds stellen we dat het economische en het fysische aspect onze kwetsbaarheid erg verkleint, omdat we nog jong en vitaal zijn en nog veel hebben te bereiken. Op dat gebied investeert te maatschappij in ons. Deze twee aspecten maakt het de ouderen juist zo kwetsbaar dat ze wel vlugger vatbaar zijn voor ziektes, dood, enz…Dus waarom zou men daar dan in investeren als ze daar toch zo gevoelig voor zijn?

Ons groepje wil wel graag het feit belichten dat we de ouderen niet te snel mogen afschrijven en hen juist in het levensbeschouwelijke moeten oplichten. Hun levenservaring is van zo’n grote waarde dat we er nog veel kennis van kunnen opdoen.

Vraag 4
De beleidsmakers kijken naar de chronologische ouderdom bij het uitvaardigen van initiatieven. Op welke manier gaan de ouderen zelf om met hun leeftijd volgens de auteur.

Iedereen gelijk, maar iedereen beleeft zijn leven op een persoonlijke manier. De ene voelt zich vitaler dan de andere. Nonkel Roger zal misschien zijn midlifecrisis herbeleven, en tante Antoinette die blijft thuis om sokjes te breien. Ieder zijn eigen ding natuurlijk. Men propageert dat men bezig moet blijven. Ouderen moeten betekenis geven aan het leven, ze moeten actief bezig blijven. In feite worden ze eerst uitgedreven (kijk maar naar het economische en het fysische aspect) en later worden ze dan geactiveerd.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Posting Regels

Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit

Forumsprong


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:53.


Powered by: vBulletin Version 3.8.14 by DRC
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.