actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > Thomas More Kempen > Onderwijs > RKG > RKG derde jaar
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Posts van vandaag Vragen insturen

 
 
Onderwerp Opties Stem op Onderwerp Weergave Modus
Vorige Post   Volgende Post
  #1  
Oud 29th September 2025, 00:55
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 2,102
Question Niemand geeft zijn leven voor de verzorgingsstaat

Het is gedaan met Europa: niemand geeft zijn leven voor de verzorgingsstaat


Hou toch op over de jaren 30, schrijft Benno Barnard. Eerder is het 1910 of 1912 en zitten we in de wachtkamer van de Eerste Wereldoorlog. De vraag is of dat beter nieuws is.



Onlangs bezocht ik in Rouen het geboortehuis van Gustave Flaubert, waar in een glazen kast de opgezette papegaai stond die hem had geïnspireerd bij het schrijven van Un coeur simple – u kent het verhaal, in zo’n kletsende veelkleurige vogel ziet het dienstmeisje Félicité de Heilige Geest. Elders in die fraaie stad moet de op en neer wippende en tegelijk voortrijdende spectrale koets van de overspelige Emma Bovary mij meermaals overreden hebben.

Maar ik was verdiept in het proza van Flauberts vriend en protegé, Guy de Maupassant, die veelal over liefde en bedrog schrijft, maar ook een kortverhaal wijdt aan de ontmoeting tussen een Pruisische officier en een kleine Franse burgerman met een dikke buik, aan boord van een trein. De Maupassant was een ooggetuige van de oorlog van 1870, die ertoe leidde dat Pruisen – inmiddels gesublimeerd tot het Duitse Keizerrijk onder Wilhelm I – Frankrijk een paar jaar bezet hield, tot het in september 1873 een enorme herstelbetaling had afgelost. Dat scenario zou zich vijftig jaar later herhalen, deze keer met Duitsland in de rol van de vernederde schuldenaar.
De bourgeois weigert voor de arrogante militair pijptabak te kopen in het station; de mof dreigt de snor van de Fransman af te snijden en die op te roken; in diens embonpoint borrelen zoveel vaderlandsliefde en woede op dat monsieur Dubuis, geheel in strijd met zijn stille karakter, de Pruis neerslaat; er volgt een duel op het pistool in het volgende station en Dubuis schiet zijn vijand dood: diens naam moet in de kogel gegraveerd zijn geweest, want Dubuis had nog nooit in zijn leven een vuurwapen gehanteerd.

Ziedaar het verhaal ‘Een duel’. Ik vertel dit omdat ik, in de schaduw van de sombere kathedraal, ongeveer daar waar de heilige Jeanne d’Arc in vlammen is opgegaan, dankzij die geschiedenis plotseling begreep waarom het met Europa gedaan is. Geen hond die zijn leven geeft voor de comfortabele mand die de naam draagt van enig West-Europees land. Er gaat veel geld naar het leger, maar wie wil er nu sterven voor de verzorgingsmaatschappij, die geen enkele hogere waarheid vertegenwoordigt, alleen de sociale zekerheid en morele platitudes?

Monsieur Dubuis, daartoe bewogen door iets zo groots dat het niet in zijn hoofd past, maar wel in zijn buik, is zonder een seconde na te denken – anders had hij wel tabak gekocht – bereid te sterven voor wat hij liefheeft: het hogere idee geheten vaderland.


Virale infectie

We zijn allemaal aangetast door een virale infectie, namelijk het waanidee dat we de jaren 30 opnieuw beleven.

Daarvoor zijn drie redenen. Om te beginnen zijn we geneigd alle onsympathieke staatshoofden op een hoop te gooien. Trump is een immorele vastgoedmakelaar, maar de vergelijkingen met de satanische kunstenaar Hitler zijn belachelijk. Trump zal heus geen wereldoorlog beginnen – vermakelijk genoeg zijn wij, salonintellectuelen, vooral bang dat hij niet mee zal doen als ook in de rest van Europa de oorlog uitbreekt. Hitler! Wat een oerdomme vergelijking! Wat een belediging! Mijn ouders hebben de echte Hitler meegemaakt, dat was wel iets anders.

De tweede reden is dat de Tweede Wereldoorlog al tachtig jaar onze voornaamste bron van fictie en infotainment is. Ons collectieve historische referentiepunt is ‘de oorlog’. Hoe dichter de gruwel en de werkelijkheid elkaar naderen, hoe lekkerder we kunnen griezelen – maar ons onbewuste uitgangspunt is dat die twee nooit samenvallen. Met als opwindende bijkomende verhaallijn de oorlog in het Midden-Oosten, die maakt dat we nu boos kunnen zijn op de Joden, de grootste slachtoffers van die ouwe oorlog.

Het mentale verschil tussen de Polen, de Balten et cetera, en ons zal u duidelijk zijn: die hebben tot 1989 de eindeloze uitloper van de oorlog beleefd, een bezetting die haar eigen messieurs Dubuis voortbracht.

En de derde reden is het populisme. Volgens mij is dat bovenal een symptoom van politici die liever een ander volk hadden gehad dan de ondoorgrondelijke massa die ze vandaag horen murmureren over de massa-immigratie. Laagopgeleide mensen ondervinden daarvan als eersten de gevolgen: ze herkennen soms hun wijk niet meer. Dat leidt tot allerlei spanningen, ook raciale, laakbaar genoeg, maar ik geloof niet dat het populisme veel gemeen heeft met het nationaalsocialisme, een ideologie die in de Duitse romantiek en het antisemitisme van Luther wortelde en op sociaal darwinisme en racisme steunde als een veteraan van de Grote Oorlog op zijn krukken.

Populisme is geen oplossing, maar bij mijn weten prediken de populistische bewegingen geen racisme, tenzij u natuurlijk meent dat er op de Engelse vlag een hakenkruis staat afgebeeld.


Legendarische luiheid

De jaren 30? Eerder is het 1910 of 1912 en zitten we in de wachtkamer van de Eerste Wereldoorlog – onder een bepaalde hoek beschouwd, en onvermijdelijk licht vertekend, vertonen de omstandigheden van toen de nodige gelijkenis met die van vandaag.

Er wordt vaak gezegd dat de Grote Oorlog als vanzelf resulteerde in de Nog Grotere Oorlog, maar ook aan die eerste oorlog ging een oorlog vooraf: 1914 was het jaar na 1870. De Fransen waren belust op wraak en wilden de Elzas terug, maar het wilhelminische Duitsland was in alle opzichten dominant, militair, economisch, wetenschappelijk, tot op zekere hoogte cultureel, maar ook sociaal: toen de Elzas na 1918 weer Frans werd, was de betaalde vakantie een onder Bismarck verworven recht van de Elzassers, zodat de Franse regering gedwongen werd ook de overige staatsburgers congé payé te geven (wat zeker zal hebben bijgedragen tot de legendarische luiheid van het Gallische volk).

In ‘Een duel’ verklaart de Pruisische officier: “Over twintig jaar is heel Europa, elke uithoek, van ons. Pruisen is sterker dan de rest bij elkaar.”
De oorlog van 1914 leek een familieruzie tussen drie neven – koning, keizer, tsaar – die als het ware onder die ouwe theemuts van een Victoria waren uitgebroed, portretten waarop de inteelt haar schaduwen wierp op bleke wangen, met lege blikken en impotente knevels.

Sentimentele ouwe tantes waren verbaasd dat het bloed de oorlog niet had kunnen voorkomen – maar bloed is er in de menselijke beschaving om te vergieten. De oorlog werd niet gevoerd tussen drie vorsten, maar tussen drie grote rijken, en hij ging niet over ideologie, maar louter over macht, alle Britse retoriek over ‘de beschaving’ ten spijt.

Van die drie rijken is alleen het Russische nog over, in min of meer afgetakelde toestand, en dan nog enkel dankzij een kernwapenarsenaal dat veel groter is dan het bruto binnenlands product.

In 2025 hebben de Verenigde Staten de rol van het Britse Rijk overgenomen en China zit in de positie van het Duitse Keizerrijk, dat indertijd druk doende was stukken van Afrika te koloniseren. De Tweede Wereldoorlog was allereerst een ideologische oorlog: het nazisme moest verslagen worden en president Franklin Delano Roosevelt gunde de Russen naïef genoeg een groot stuk Europa in ruil voor toetreding tot de Verenigde Naties, zijn morele project. Maar elke oorlog gaat natuurlijk ook over macht; en omgekeerd, als het weer oorlog wordt – het is al oorlog, maar nog meer oorlog, bedoel ik – zal ideologie uiteraard meespelen, liberalisme, trumpisme, de Russische orthodoxie in haar verschillende gedaanten, het autoritaire Chinese kolonialisme en staatskapitalisme …

Vergeeft u mij het schematische karakter van dit gastcollege.


Meer dan alles

Onlangs is een verjaardagsbrief openbaar gemaakt die Donald Trump geschreven heeft aan Jeffrey Epstein. Hij ontkent de authenticiteit ervan en dat is dom, want de brief bevat een wijsgerig aforisme dat van Kierkegaard afkomstig had kunnen zijn, alleen staat er een woord te veel in.

Trump begint de brief, getypt binnen de freudiaanse contouren van een vrouw, met deze woorden: “There must be more to life than having everything.” Het woord te veel is ‘having’, dat als het ware de hele Donald bevat. Maar als je het weglaat, houd je een duizelingwekkende gedachte over: er moet meer zijn in het leven dan alles … Maar wat dan? En waar houdt dat meer zich schuil?

In kunst en religie, zou ik zeggen. In ‘het hogere’, in de wereld van de nobele ideeën, de waarheid en de schoonheid – kortom in dingen die aan het postmodernisme voorafgaan. Misschien zijn we wel zo geobsedeerd door ons eigen tijdsgewricht omdat oorlog – of liever gezegd de dreiging van oorlog – ons aan die dingen herinnert, aangezien ze immers de enige goede motivatie vormen om onszelf te verdedigen.

Voor dat hogere hoef je niet de hele tijd te zitten lezen of devote gedachten te hebben – het hogere percoleert voortdurend naar het lagere, het druppelt op ons neer als we tafelen met vrienden, een mooie gevel bewonderen, drie seconden verliefd zijn op een passante of gewoon als je een burgerlijke vreugde ervaart over het feit dat je Fransman bent, zoals de brave monsieur Dubuis, die iemand op zijn smoel slaat uit liefde voor alles wat hem Frans maakt. Cartesiaans geformuleerd: ik ben Frans, dus ik ben niet alleen. Dat is het hoogste hogere.

Maar wat weet ik ervan?

“Als man van de wereld in de ruimste zin van het woord, begiftigd met veel esprit, maar zonder grote diepgang, met kennis van allerlei zaken, maar zonder ware eruditie, snel van begrip zonder ooit tot de kern door te dringen, maakte hij van al zijn observaties en belevenissen even grappige als filosofische verhalen, waarmee hij zich in de hele stad een reputatie als intellectueel had verworven.”

Zo definieert De Maupassant het hoofdpersonage van een ander verhaal. Met andere woorden: een columnist. Een schrijver! Ik dus.

Maar misschien zit er wel meer in de Heilige Geest dan watten en proppen papier – misschien blaast hij me af en toe iets zinnigs in en behoedt hij me zo voor een wisse ondergang als kletskous.


Blog DS, 26-09-2025 (Benno Barnard)
Met citaat antwoorden
 


Posting Regels

Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit

Forumsprong


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 00:42.


Powered by: vBulletin Version 3.8.14 by DRC
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.