actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Focus op... > Ons Pensioen
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Stem op Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 2nd May 2008, 10:17
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Vergrijzing en betaalbaarheid van pensioenen

Introductie

Het Generatiepact. Inactieve 55-plussers. De onbetaalbaarheid van ons pensioenstelsel. Het ineenstorten van onze sociale zekerheid. Het zijn allemaal brandend actuele termen die er ons geregeld op attent maken dat ons land geconfronteerd wordt met een gigantische maatschappelijke vloedgolf: de vergrijzing. Maar wat houdt de vergrijzing nu precies in? Wat zijn de maatschappelijke en budgettaire gevolgen van het fenomeen? Blijven de pensioenen nog betaalbaar? Om u op weg te helpen een antwoord te vinden op deze prangende vragen, stelde de redactie van Politics.be een dossier samen waarin de belangrijkste aspecten van de vergrijzing worden belicht. We hopen dat het u meer inzicht kan bieden in de verscheidene facetten van deze ingewikkelde problematiek.

Wat is de vergrijzing?

Niemand had zestig jaar geleden kunnen denken dat we anno 2006 met een nieuw maatschappelijk probleem als de vergrijzing zouden te kampen krijgen. Het is nochtans in die periode – de jaren tussen 1945 en 1960 – dat de kiemen voor de vergrijzingsgolf werden gelegd. De Tweede Wereldoorlog was immers juist voorbij. De As Berlijn-Rome-Tokyo was verslagen, en de wapenindustrie kwam weer op een laag pitje te draaien. Gezien Europa één grote puinhoop was, werd er terug massaal geïnvesteerd in basisinfrastructuur zoals auto- en spoorwegen, onderwijs en gezondheidszorg. Op die manier herleefde de economie weer, wat een groot vertrouwen in de toekomst schiep bij de West-Europese bevolking. En waar een rooskleurige toekomst in het verschiet ligt, ligt ook de drang om van alle geneugten des levens te profiteren. Geneugten zoals het kopen van onroerend goed, een eigen wagen, reizen en… seks! Artillerie werd nu niet meer op het slagveld, maar tussen het bedlinnen te boven gehaald.

De naoorlogse periode 1945-1960 werd in West-Europa (en ook Noord-Amerika) dus gekenmerkt door een hoog aantal geboortes. In de VSA waren dat 79 miljoen geboortes in die periode van 15 jaar. Ter vergelijking: in de voorgaande 15-jarige periode van 1930 tot 1945 – dus ten tijde van de Grote Depressie en president Roosevelts New Deal – vonden nog geen 50 miljoen geboortes plaats. De kinderen die in de VSA of Europa werden geboren in de periode 1945-1960 worden thans de babyboomers genoemd. In de periode na 1960 daalde het aantal geboortes dan weer, onder meer ten gevolge van het warm oplopende conflict tussen de VSA en de toenmalige Sovjet-Unie.

Een groot aantal geboortes betekende in de decennia daarop dan ook een groot potentieel aan arbeidskrachten. Het is mede dankzij de eerste babyboomers dat de Westerse wereld haar golden sixties heeft gekend, inclusief economische groei en een hoge levensstandaard. Ook de wetenschap stond niet stil: dankzij onder andere de successen in de medische sector is de algemene levensverwachting zeer sterk gestegen. Zo had een Amerikaanse man geboren in 1901 een verwachte levensduur van amper 49 jaar. Tegen het einde van de 20ste eeuw is de gemiddelde levensverwachting al tot 77 jaar opgeklommen. Een hele vooruitgang.

We leven dus alsmaar langer. Dat betekent dat we in ons leven meer tijd hebben voor vrienden, hobby’s en plezier. Dat is toch schitterend nieuws! Wat is dan het probleem? Het probleem ligt in het feit dat we vandaag aanbeland zijn in het jaar 2006. De eerste babyboomers verlaten de arbeidsmarkt na een lange staat van dienst, en eisen waar ze recht op hebben: hun pensioen. Zeker in België vormt dat een hoogst imminent probleem: het wettelijke pensioen – dat dus door de overheid wordt gegarandeerd – berust op het zogenaamde repartitiesysteem. Dat betekent dat de generatie die vandaag de dag werkt en belastingen betaalt, het pensioen betaalt van de generatie die vandaag vertrekt om te genieten van zijn of haar oude dag. Het systeem werd in de directe naoorlogse periode bedacht omdat er toen toch genoeg arbeidskrachten waren om de pensioenen van de voorgaande generatie te betalen. Vandaag de dag komt het repartitiesysteem echter onder druk te staan omdat de bevolkingspiramide langzamerhand aan het omkeren is: de bevolking bestaat binnenkort uit meer gepensioneerden dan werkenden. Volgens een rapport van de Verenigde Naties is er vanaf 2020 in de Westerse landen zelfs sprake van een netto bevolkingsafname door een hoog aantal gepensioneerden en een laag geboortecijfer. Een troebel vooruitzicht waar ook België niet aan zal kunnen ontkomen.

Wat kost ons de vergrijzingfactuur?

De vergrijzingstsoenami bereikt duidelijk niet alleen de Noordzeekust van België, maar zal heel Europa overspoelen. Om te begrijpen hoe die kosten teweeg worden gebracht, is een basiskennis van de macro-economie(1) vereist: wanneer we te maken krijgen met een lager bevolkingsaantal én een uitdroging van onze arbeidsmarkt, impliceert dit een lagere vraag naar consumptiegoederen. Die lagere vraag resulteert op haar beurt dan weer in inflatie ten gevolge van de stijgende prijzen van consumptiegoederen. En als er inflatie optreedt, zullen de centrale banken – voor ons dus de Europese Centrale Bank (ECB); in de VSA de Federal Reserve – er als de kippen bijzijn om de rente op te trekken. “Stijgende rente?”, horen we dan weer de ministers van Begroting en Financiën met een bang piepstemmetje zeggen. Een stijgende rente betekent immers ook dat de verwijlinteresten(2) op de staatsschuld verder zullen oplopen. En op die manier de staatsschuld zelf ook. Verwacht wordt dat zonder gewijzigd beleid de staatsschuld in landen als Frankrijk en Duitsland tot 200% van het BBP(3) kan oplopen, en dit tegen 2050. Ook voor België worden soortgelijke cijfers verwacht.

Maar zo ver zijn we uiteraard niet. Vergeet vooral niet dat bovenstaande griezelig aandoende cijfers gebaseerd zijn op prognoses die ervan uit gaan dat er geen gewijzigd beleid komt. En niettemin: het roer kan nog altijd omgegooid worden!

Laten we ons nu echter eens focussen op de cijfers specifiek voor België. Hier vormt het jaarlijks rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV)(4) een adequate leidraad om te zien hoe groot de factuur is. In haar laatste rapport dat dateert van mei 2006, stelt de SCvV dat de kosten voor pensioenen, gezondheidszorg, werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen, kinderbijslagen e.d. tegen 2050 5,8% van het BBP hoger zullen liggen ten gevolge van de vergrijzing. In totaal zal de overheid dus tegen 2050 28,8% van het BBP aan deze uitgavenposten moeten besteden. Opgesplitst per uitgavenpost betekent de vergrijzing een meerkost van 3,9% v.h. BBP voor pensioenen; 3,7% voor gezondheidszorg; -1,1% (dit is dus een daling!) voor werkloosheidsuitkeringen; -0,1% voor brugpensioenen en -0,6% voor kinderbijslagen.

Let wel op: de extra kosten die de SCvV weergeeft hebben alleen maar betrekking op de primaire uitgaven(5) (incl. sociale zekerheid) en dus niet op de evolutie van de staatsschuld.

Wat zijn de mogelijke remedies?

We kunnen erbij staan en ernaar kijken. Maar dan zullen bovenstaande onheilspellende budgettaire gevolgen ons ten deel vallen. Voor het vergrijzingsprobleem kunnen echter ook doortastende oplossingen gevonden worden. Zij hoeven overigens niet alleen op Belgisch of Vlaams niveau gevonden te worden, maar ook binnen de Europese Unie kunnen sleutels gevonden worden tot het verjagen van het vergrijzingspook. Denken de dan maar aan een vrij verkeer van diensten, wat onze productiviteit verder kan opkrikken. (Selectieve) migratie om de oudere generatie bij te staan kan ook helpen, hoewel hier enige voorzichtigheid geboden is: ING Bank stelde een studie (najaar 2004) op waarin de effecten van migratie op de Belgische arbeidsmarkt werden berekend. Er vanuit gaande dat het geboortecijfer niet meer zou stijgen, is er volgend ING een massa-inwijking van maar liefst 6,6 miljoen (gekwalificeerde) immigranten nodig in de periode 2005-2050. Eerst en vooral is dit een haast utopisch hoog aantal (wegens te moeilijk om allen te integreren); bovendien stijgt het BBP per capita amper met 0,15%. Immigratie zal dus nauwelijks de vergrijzingskost kunnen drukken, maar kan wel heilzaam zijn om eventuele knelpuntvacatures in te vullen. Andere oplossingen in Europees en internationaal verband zijn een rigoureuze naleving van het Europese Groei- en Stabiliteitspact(6) en een meer performante uitbouw van het Europese octrooirecht(7).

In eigen land zijn er ook mogelijkheden troef. Zo zouden we bijvoorbeeld van een repartitiesysteem naar een kapitalisatiesysteem(8) kunnen overschakelen. Het zogenaamde PSR-systeem(9) dat thans in het Zuid-Amerikaanse Chili goed is ingeburgerd, kan ons eventueel inspireren. Het extralegale pensioensparen – de zogenaamde tweede en derde pensioenpijler – via de werkgever en private verzekeraar moet ook verder worden uitgebouwd willen we de pensioenen betaalbaar houden. Meer informatie hierover volgt in het volgende hoofdstuk. Ook moet er absoluut iets gewijzigd worden aan het pensioensysteem van het overheidspersoneel. Het pensioen van de gemiddelde ambtenaar wordt immers berekend op basis van de wedde die de pensioengerechtigde de laatste vijf jaar (bij NMBS-personeel is dit zelfs aan de hand van wedden die men de laatste maand (!) heeft verdiend!!) heeft berekend. Ter vergelijking: het pensioen van een gewone werknemer wordt berekend op basis van het loon dat hij zijn hele leven heeft verdiend. Bovendien bestaat er in het systeem van de ambtenaren ook nog zoiets als de automatische perequatie(10), iets waar gewone werknemers geen recht op hebben. Het weekblad Trends onthulde in februari 2005 dat de regering jaarlijks 2,6% van het BBP spendeert aan de uitbetaling van overheidspensioenen. Dat is ongeveer vijf keer meer dan het hele departement Justitie krijgt. Dit zijn alleszins gegevens om toch eens bij na te denken. Wel dient er te worden bijgezegd dat ambtenaren geen recht hebben op extralegale pensioenspaarplannen via de werkgever (i.e. de overheid)

Zoals uit de cijfers van de SCvV blijkt, wordt ook het departement van de gezondheidszorg een grote slokkop ten gevolge van de vergrijzing. Enkele maatregelen die in dit departement zouden kunnen worden toegepast zijn o.a. de herziening van de rol van mutualiteiten als “link” tussen de consument en de overheid. Een directe terugbetaling van de medische consumpties (geneesmiddelen, doktersbezoek,…) door de overheid kan veel administratieve rompslomp besparen. Binnen de tak van de gezondheidszorg is ook de uitgavendrift voor geneesmiddelen exuberant: jaarlijks wordt 3,2 miljard euro ofte 18% van het Riziv-budget(11) aan geneesmiddelen gespendeerd. Nochtans is de kwantitatieve geneesmiddelenconsumptie het laatste decennium nauwelijks gestegen! Veel is dus te wijten aan een slecht budgettair beheer. Een oplossing terzake kan het kiwimodel dan ook brengen. Met dit systeem, dat eveneens door verscheidene politieke partijen wordt gepropageerd, wordt alleen het goedkoopste geneesmiddel terugbetaald. Het kiwimodel voor openbare geneesmiddelaanbesteding komt overgewaaid uit Nieuw-Zeeland waar het haar oorsprong vindt. Wel moet er dan voor gezorgd worden dat die openbare aanbesteding alleen maar betrekking heeft op geneesmiddelen waarvan het patent al is verlopen. Anders belemmert dit verdere investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling (O&O) vanwege de geneesmiddelenindustrie.

Ten slotte kan er ook nog op worden gewezen dat het in een vergrijzende samenleving van essentieel belang is dat de arbeidsmarkt voldoende blijft draaien. Op dit moment schommelt de Belgische werkgelegenheidsgraad rond de 60%. Het Europese gemiddelde ligt zo’n 5% hoger. Wanneer we de cijfers voor de 55-64-jarigen bekijken, zijn de resultaten nog meer onthutsend: 25,7% in België tegenover 39,8% in de Europese Unie. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)(12) wees er enkele maanden geleden nog op dat de enige oplossing een radicale afschaffing van het brugpensioen is. Om de globale werkgelegenheidsgraad verder op te trekken kunnen ook andere maatregelen genomen worden, zoals de verlaging van de loonkosten en (para)fiscale druk, beperking van de werkloosheidsuitkering in tijd, het tegengaan van de werkloosheidsval(13), betere afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven, regionalisering van het tewerkstellingsbeleid, enz.

Wat is er reeds gebeurd?

In hoofdstuk III werden de things that could be done en de things that must be done belicht. In dit hoofdstuk worden de things that are already done in de schijnwerpers geplaatst. Drie maatregelen die de afgelopen jaren werden genomen springen hierbij duidelijk in het oog. Een overzicht:

Het Zilverfonds: Op initiatief van de toenmalige minister van Begroting Johan Vande Lanotte (sp.a), werd op 5 september 2001 de wet tot oprichting van een Zilverfonds gestemd. Dat Zilverfonds moet dienen om de wettelijke pensioenstelsels in de periode 2010-2030 – dus wanneer de vergrijzing het hardst zal toeslaan – betaalbaar te houden. Volgens de wet wordt het Zilverfonds gefinancierd door begrotingsoverschotten, overschotten op het budget van de sociale zekerheid, niet-fiscale ontvangsten en opbrengsten uit beleggingen. Door de beperkte begrotingsoverschotten, werd het Zilverfonds tot nu toe voornamelijk gefinancierd met eenmalige inkomsten, waaronder de opbrengst van het pensioenfonds van Belgacom ter waarde van 5 miljard euro en de inkomsten uit de eenmalige bevrijdende aangifte, goed voor 423 miljoen euro. Critici wijzen er echter op dat die eenmalige inkomsten niet alleen werden gebruikt om het Zilverfonds te financieren, maar ook om de staatsschuld mee aan te zuiveren. Volgens hen wordt er dus een blanco cheque in dat fonds gedeponeerd. Volgens de rekeninguittreksels van (toenmalig) minister Vande Lanotte zou er nochtans 12.391.534.746,50 euro in het Zilverfonds moeten zitten (cijfer 2005)

De Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP): Op 14 november 2003 verschenen de uitvoeringsbesluiten(14) die de Wet op de Aanvullende Pensioenen (WAP) praktisch mogelijk maken, in het Belgisch Staatsblad. Met de WAP wou toenmalig minister van Sociale Zaken en Pensioenen Frank Vandenbroucke (sp.a) de tweede pensioenpijler – aanvullende pensioentoezeggingen via de werkgever – verder uitbouwen. In de WAP wordt de technische regelgeving terzake dan ook uit de doeken gedaan. Tot nu toe blijkt de WAP alleszins een matig succes: volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) vertegenwoordigt de tweede pensioenpijler vandaag nauwelijks 10% van het totale brutopensioen. Zoals de kaarten er nu voor liggen, kan dit gemakkelijk tot 25% oplopen tegen 2030. Kritische stemmen in het debat wijzen er echter op dat er toch nogal wat onvolmaaktheden in de wetgeving zitten. Zo gaat de SCvV er in haar prognoses vanuit dat de gemiddelde werknemer 4,5% van zijn brutoloon bijdraagt aan het bedrijfspensioenfonds. De werkelijke inleg bedraagt vandaag de dag echter maar 1 à 1,5%. Dat zou betekenen dat het nog een tweetal eeuwen duurt vooraleer de tweede pensioenpijler goed op kruissnelheid komt. Een reden voor dit wantrouwen kan gevonden worden in het feit dat in de WAP nog veel de fiscale hand van Vadertje Staat kan worden gevonden: zo wordt er op iedere kapitaaluitkering een premietaks van 16,5% op de werkgeversbijdragen en 10% op de werknemersbijdragen geheven. Bovendien is het feit dat de werknemer voor zijn 60ste verjaardag het verbod wordt opgelegd om aan zijn spaargeld te komen een uiting van onnodige regulitis.

Het Generatiepact: De voornaamste maatregel die de regering heeft genomen is toch wel het Generatiepact. Dit pact omvat zeer uiteenlopende maatregelen om de vergrijzingsfactuur in toom te houden. Zo wordt de brugpensioenleeftijd vanaf 2008 van 58 naar 60 jaar verhoogd. Brugpensioen op 58 jaar kan vanaf dan alleen nog maar voor mannen met een anciënniteit van 35 jaar, en voor vrouwen met een anciënniteit van 30 jaar. Vanaf 2012 worden de regels betreffende brugpensioen nog verder verstrakt. Een pensioenmalus komt er niet, wel een pensioenbonus voor wie na zijn of haar 60ste verjaardag blijft werken. Deze zal 30 euro per maand en per gewerkt extra jaar bedragen. Alleen in de pensioenregeling voor zelfstandigen blijft een malusregeling behouden. Ook komt er ten gevolge van het Generatiepact een belasting op pseudo-brugpensioenregelingen zoals canada dry(15). Sinds 1 april 2006 bestaat er op zulk een uitkering een heffing (werkgeversbijdrage) van 32,5%. Een laatste sterk in het oog springende maatregel van het Generatiepact is het welvaartsvast maken van de sociale uitkeringen, waaronder ook de pensioenen. De regering wil deze maatregel financieren door niet-fiscale ontvangsten naar de sociale zekerheid door te storten.

De vraag is natuurlijk of het Generatiepact – dat ondertussen bijna een jaar oud is – ook een grote maatschappelijke impact heeft. De SCvV meent van niet. In haar laatste rapport stelt de commissie immers dat het Generatiepact de berekende vergrijzingskost van 5,8% (zie hoofdstuk II) met amper 0,16% kan verzachten. Op korte termijn kost het Generatiepact overigens meer dan het opbrengt. Ook de extra werkgelegenheidsgroei in de periode 2005-2050 wordt op nog geen 0,7% geraamd.

Conclusie

De vergrijzing heeft dus wel degelijk een zeer grote maatschappelijke impact. Het gaat duidelijk over veel meer dan oma en opa die enkele jaren langer van hun kleinkinderen kunnen genieten. Verschillende instanties zoals de OESO of de SCvV hebben de budgettaire knipperlichten immers al lang op oranje gezet. De cijfers die de materiële kost van de vergrijzing weergeven mogen dan wel kil overkomen, toch is het weinig waarschijnlijk dat de modale werkende burger erom zal kunnen lachen als zijn belastingfactuur plotseling verhoogd zou worden omdat de regering meer geld nodig heeft om de pensioenen betaalbaar te houden. We hopen dan ook dat deze bijdrage u iets heeft geleerd over het fenomeen van de vergrijzing, en u voorzien heeft van de nodige inhoudelijke munitie in dit maatschappelijke debat.

www.politics.be
Met citaat antwoorden
  #2  
Oud 2nd May 2008, 10:19
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Hoe Canada de vergrijzing opvangt

In Canada veroudert de bevolking even snel als in de meeste Europese landen. Het geboortecijfer ligt er zelfs nog een stuk lager. En toch hoeven de Canadezen zich geen zorgen te maken over hun pensioen. Is het Canada Pension Plan een model dat we moeten navolgen? In 1997 werd het Canada Pension Plan volledig hervormd. De bijdragen van werkgevers en werknemers werden opgetrokken van 5,6 naar 9,9%, repartitie (herverdeling, het 'solidaire' systeem dat wij kennen) werd kapitalisatie, en er kwamen nieuwe regels voor de belegging van het pensioenreservefonds. De Canadezen moesten ook langer gaan werken, mannen gemiddeld tot 63 jaar, vrouwen tot 61 jaar.

Een gepensioneerde krijgt in Canada nu 57% van het gemiddelde inkomen tijdens zijn loopbaan, veel minder dus dan de gemiddeld 69% in de meeste industrielanden. In Spanje, Italië en Oostenrijk gaat dat zelfs naar de 90%. Onhoudbaar, zegt Donald Johnston, secretaris-generaal van de OESO en zelf Canadees.

Het pensioenstelsel van Canada zou nu safe zitten tot 2075. Ook de gezondheidszorg wordt bij wijze van spreken opnieuw uitgevonden en zal zonder twijfel bijdragen tot een sociaal en maatschappelijk evenwicht tussen de verschillende leeftijdsgroepen.

Canada heeft de federale schuld sinds 1995 teruggebracht van 68 tot 41% van het bruto nationaal product. Geen enkel G7-land doet beter en die rentelasten hoeven de mensen al niet meer te dragen. In 2004 pronkte de regering ook met een overschot op de overheidsfinanciën van 1,1%. Het lijkt allemaal te mooi om waar te zijn, maar Canada lijkt er wel degelijk in te slagen om de wereldwijde crisis èn de vergrijzing te bezweren.

www.vivat.be 02-05-2008
Met citaat antwoorden
  #3  
Oud 2nd May 2008, 10:23
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Het pensioen van loontrekkende werknemers in een notendop.

Het fameuze pensioen is in feite in administratief jargon een vorm van tegenprestatie die men krijgt voor een voorafgaande periode van arbeid geleverd als loontrekkende werknemer. Men moet natuurlijk een aantal voorwaarden vervullen. In tegenstelling tot wat sommige mensen denken is het pensioen trouwens niet
verplicht!


Normaal kunnen mannen op 65-jarige leeftijd en vrouwen op 63-jarige leeftijd met pensioen gaan. Nochtans kan men op 60-jarige leeftijd vervoegd het pensioen aanvragen indien men een voldoende lange beroepsloopbaan achter de rug heeft (minstens 32 jaar).

Eens men de pensioensgerechtigde leeftijd heeft bereikt, is de belangrijkste voorwaarde waaraan men moet voldoen natuurlijk stoppen met het uitoefenen van een beroep of in ieder geval zich houden aan de voorziene limieten wat betreft toegestane arbeid. Men moet ook in België verblijven (behoudens enkele uitzonderingen).

Vervolgens wordt het pensioen berekend volgens het aantal jaren dat hiervoor in aanmerking komen (loopbaan) en a rato van een breuk (momenteel 1/42 voor vrouwen en 1/45 voor mannen). De teller van de breuk is gelijk aan het aantal bewezen loopbaanjaren minus het jaar waarin het pensioen ingaat. Men berekent het pensioen a rato van de bezoldigingen : 60% van de gemiddelde bezoldiging voor een alleenstaande en 75% voor een gezinspensioen. De gemiddelde bezoldiging wordt berekend op basis van het totaal van de werkelijke bruto lonen, de forfaitaire lonen (voor de loopbaanjaren voor 1955 voor arbeiders en voor 1958 voor bedienden) of de fictieve lonen (die slaan op de opgetelde periodes van inactiviteit) verdiend tijdens de loopbaan. Het pensioen is dus gelijk aan 75 of 60% van het aantal loopbaanjaren, gedeeld door 45 voor mannen en door 42 voor vrouwen.

Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de geïnteresseerde zijn aanvraag heeft ingediend, maar wel ten vroegste op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin de geïnteresseerde de leeftijd van 60 jaar bereikt. Het pensioen wordt vervolgens maandelijks uitbetaald. De betalingen worden verricht per postwissel of d.m.v. storting op een bankrekening.

www.vivat.be
Met citaat antwoorden
  #4  
Oud 2nd May 2008, 10:30
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
“Migranten betalen ons pensioen”

LISSABON, 5 oktober 2006 (IPS) - “De Europese fiscus doet een goede zaak bij de toestroom van migranten uit het Zuiden. Zonder hun bijdragen zouden de pensioenstelsels van ons vergrijzende continent weldra onbetaalbaar worden.” Dat is een van de vaststellingen van migratiecongres in Lissabon, waarop de Portugese premier José Socrates pleitte voor een humane en Europees gecoördineerde aanpak.

Socrates verdedigde een “humaan en verantwoordelijk” Europees beleid van samenwerking langs de buitengrenzen, een harmonisering van de migratieregels in de Unie en steun aan de landen waar de migranten vandaan komen. Het meeste applaus oogstte hij met de uitspraak dat de migranten de economische groei verhogen en de toekomst van de sociale zekerheid garanderen. De Elfde Internationale Migratieconferentie in Lissabon verenigt 700 deelnemers uit de hele wereld.

Binnen veertig jaar zijn drie op tien Europeanen ouder dan 65. Hun aantal zal dan gestegen zijn van 65 tot 130 miljoen. Om de pensioenen van de volgende generaties veilig te stellen, kan de Europese fiscus niet zonder de werkkracht van jonge migranten uit het Zuiden. Spanje hield bijvoorbeeld van 1996 tot 1998 uit de sociale bijdragen van migranten een positief saldo tussen 906 en 1107 miljoen euro over. De Portugese overheid oogstte in 2001 325 miljoen euro dankzij de migranten.
Een tweede voordeel is meer cultureel van aard. Door de migratie van een meer stedelijke bevolking komen oude stadswijken opnieuw tot leven, dankzij buurtwinkels en cafés. Jorge Gaspar, geograaf aan de universiteit van Lissabon, heeft het over een trend naar “metropolisering”. “De migranten die in Lissabon aankomen uit Angola of Brazilië, zijn eerst gepasseerd langs grote steden in hun land van herkomst, zoals Luanda of Belo Horizonte. Dat is een heel ander scenario dan in de jaren zestig, toen Portugezen van het platteland naar Parijs trokken en dachten dat ze op een andere planeet aankwamen.”

Omdat de wereldsteden steeds meer op elkaar gaan lijken, verloopt de integratie van hedendaagse migranten gemakkelijker. “Ze herkennen alledaagse dingen zoals het openbaar vervoer en de vertrouwde merknamen van een geglobaliseerde wereld”, zegt Gaspar. De stad biedt uiteraard ook de meeste kans op werk. Bijgevolg ligt het aandeel migranten in grote Europese steden 10 tot 20 procent boven het nationale gemiddelde. Volgens cijfers van deVN is het aantal internationale migranten sinds 1960 verdubbeld, tot 191
miljoen mensen.

www.mo.be
Met citaat antwoorden
  #5  
Oud 2nd May 2008, 10:34
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Welke zijn de vier pijlers van ons pensioen?

In het verleden werd vaak over de 3 fiscale pijlers gesproken waaruit ons pensioen in België is opgebouwd. Maar dan vergeet men de vierde pijler, die in de toekomst misschien wel de belangrijkste wordt. Met die pijler doen we zelf inspanningen om vermogen op te bouwen.

We onderscheiden dus:

* 1e Pijler: het wettelijk stelsel
* 2e Pijler: het extralegaal pensioen
* 3e Pijler: het individuele stelsel
* 4e Pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen

1e pijler: het wettelijk stelsel

Ons rustpensioen of minimumoverlevingspensioen is het pensioenrecht gebaseerd op het inkomen, de loopbaan en het statuut van de werknemer, zelfstandige of ambtenaar. De financiering van die pensioenmassa blijft een moeilijke materie door de vergrijzing. Ondanks het Zilverfonds en andere maatregelen blijft de financierbaarheid voor de overheid een hekel punt. De overheid stimuleert eigen initiatief (zie tweede en derde pijler).

2e pijler: het extralegaal pensioen

Onder het extralegaal pensioen vallen de groepsverzekeringen, Vrij Aanvullende Pensioen (VAP) of Vrij Aanvullende Pensioenregelingen Zelfstandigen (VAPZ) en individuele pensioentoezeggingen, intern of extern gefinancierd.

De werkgever sluit hierbij een contract waarbij elk jaar aanvullende pensioenregelingen worden voorzien voor de werknemers. De toelage die de werkgever betaalt, kan worden aangevuld door een bijdrage van de werknemer om zo een aanvullend vermogen op te bouwen. Een langetermijnvisie is nodig omdat de pensioenleeftijd van 65 jaar voor velen nog veel te ver af is.

3e pijler: het individuele stelsel

Als de tweede pijler volledig benut is of slechts beperkt mogelijk, dan kunt u zelf uw appeltje voor de dorst fiscaal benutten. De derde pijler is het in de volksmond bekende pensioensparen. We onderscheiden de individuele levensverzekering, de pensioenspaarverzekering en het pensioenspaarfonds.

In fiscale zin bestaat er tussen spaarverzekering en pensioenspaarfonds geen onderscheid. In de belastingbrief mag u een bedrag invullen als storting in een dergelijk contract. De personenbelasting die u moet betalen, wordt daardoor verlaagd. De fiscus spaart mee. Voor 2007 bedroeg het aftrekbare bedrag maximaal 810 euro.

Het langetermijnsparen kent een fiscale aftrek van 1.950 euro per jaar. Net zoals bij pensioensparen is het bedrag geïndexeerd. In datzelfde vak komt ook de kapitaalaftrek voor de eerste en enige woning terecht. U kunt langetermijnsparen en kapitaalsaftrek niet cumuleren. Het vak kan maar één keer gebruikt worden.

4e pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen

Onder het niet-fiscale stelsel vallen alle inspanningen die u zelf doet om uw vermogen op te bouwen om later te kunnen rentenieren. Denk aan eigen woning en financiering, tweede woningen, verhuurde opbrengsteigendommen, waarde van eigen ondernemingen, aandelenoptieplannen bij internationale bedrijven, spaarrekeningen, effectenportefeuilles met aandelen en obligaties, enzovoort. Dit is het sluitstuk van uw totale pensioenplanning of misschien wel het belangrijkste onderdeel. Voor de zelfstandige is de onderneming vaak de belangrijkste pensioenvoorziening. Een tweede woning die verkocht kan worden op het moment van uw pensioen is dat ook. Maar let op. De prijzen van onroerend goed en de waarde van uw onderneming zijn afhankelijk van de economie en kunnen sterk evolueren. Daardoor kan het kapitaal dat men hoopte te ontvangen, lager uitvallen dan verwacht. Zorg voor een juiste balans van al de verschillende vermogensbestanddelen die u bezit!

Hoe uw pensioen berekenen? Een voorbeeld

De cases die beschreven zijn, gaan over gezinnen. De betrokken personen hebben de leeftijd bereikt waarop ze voor een belangrijke beslissing staan, die de volgende fase in hun leven zal domineren: al dan niet stoppen met werken.

Om het geheel overzichtelijk te houden, bekijken we de eerste pijler, het wettelijk pensioenrecht, in drie gezinnen. De personen waarmee we kennismaken, kozen er allemaal voor op hun zestigste met pensioen te gaan. Ze werkten allemaal op zijn minst twee derde van hun loopbaan, namelijk 35 jaar (een volledige loopbaan is 45 jaar lang).

U vindt het verhaal van Marc Vande Plas, die heel zijn carrière als zelfstandige werkte en een thuiswerkende echtgenote heeft. Dat van Alfons Van Oosterwijck - die zijn hele loopbaan in het onderwijs stond en gehuwd was met een pensioengerechtigde echtgenote - staat in schril contrast met het verhaal de zelfstandige.

Cathérine - die als werknemer werkte, maar al snel op invaliditeit stond - mag dan weer van geluk spreken dat ze gehuwd is met een partner die een pensioen kan genieten.

Als we kijken naar de pensioeninkomsten van zelfstandigen, ambtenaren en werknemers zien we grote verschillen. Nochtans hebben deze mensen allemaal een even grote inzet getoond tijdens hun carrière. Hun studieniveau was in de jaren zestig ongeveer van hetzelfde niveau. Het statuut van ambtenaar is echter steeds een meer beschermd statuut geweest, gevolgd door dat van de werknemer en - een heel eind achterop - dat van de zelfstandige. Uiteraard hebben we het hier enkel over de pensioencomponent.

De pensioenuitkeringen spreken voor zich: Alfons ontvangt 2.266 euro per maand, Cathérine 883,74 euro en Marc 695,63 euro.


De Tijd 03-10-2007
Met citaat antwoorden
  #6  
Oud 3rd May 2008, 16:38
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Demografische pyramide zet ons pensioenstelsel zwaar onder druk

In een mensenleven zijn er maar twee echte zekerheden: we moeten elk jaar belastingen betalen en we worden elke dag een dagje ouder. Beide factoren doorkruisen elkaar in een dossier dat over pensioensparen gaat. Die ontmoeting is zeker niet toevallig, zoals we later zullen zien. Reflecties over onze pensioenleeftijd en alles wat daarmee samenhangt, duwen we in de eerste helft van ons leven liever naar de achtergrond. De reden ligt voor de hand, namelijk de associatie met ouder worden. Naarmate de jaren verstrijken, rijzen er echter steeds meer vragen in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De belangrijkste vraag is ongetwijfeld die naar de levensstandaard in de après-pensioenperiode.

De meeste Belgen hebben een eerder romantisch beeld van het leven van een gepensioneerde. Dat beeld ziet er meestal als volgt uit: man en vrouw, al een dagje ouder maar nog niet té oud, liggen ergens aan een zonnig zuiders strand en schrijven enthousiaste kaartjes naar de (klein)kinderen. Uiteraard hoort daar een aperitiefje bij, want straks wacht een lekkere lunch in een gezellig restaurant. De buitenlandse vakantie zit er inmiddels bijna op, binnenkort vertrekt het echtpaar weer naar België. Geen erg, want het verblijf in het thuisland zal van korte duur zijn. De cruise voor deze herfst is immers al geboekt. In België zelf is van verveling geen sprake. Daguitstappen naar kust, Ardennen of de buurlanden worden afgewisseld met culturele en/of gastronomische weekendjes. Kortom, een droomleven.

Tussen droom en realiteit

Helaas wordt die droom vroeg of laat ooit doorprikt. We moeten inderdaad de (harde) waarheid onder ogen durven zien en nog een stapje verder gaan in de tijd. Man en/of vrouw hebben een heerlijke oude dag beleefd, maar lijden inmiddels toch aan een paar kwaaltjes die onlosmakelijk verbonden zijn met ouder worden. Vader is niet meer zo goed ter been, moeder ziet en hoort slecht. De kinderen snellen ter hulp, maar hun ingrijpen volstaat op een bepaald moment niet meer. Na rijp beraad valt de definitieve beslissing genomen: een seniorie, home of verzorgingstehuis moet soelaas brengen. Een drama is zo’n verhuis uiteraard niet, ook tussen leeftijdsgenoten kan je een gezellige oude dag beleven.

Aan bovengeschetste twee fases van het ouder worden is één grote ‘maar’ verbonden. Zo’n onbezorgde oude dag kan ja alleen genieten wanneer de financiële draagkracht voldoende groot is. Gepensioneerden die maximaal willen genieten van de herfst van hun leven moeten over voldoende middelen kunnen beschikken. Daar wringt dikwijls het schoentje, want niet iedereen heeft voldoende bewust naar zijn oude dag toegeleefd.

Jean de la Fontaine

Hier duikt de aloude fabel van de krekel en de mier op, door de 17de eeuwse Franse schrijver Jean de la Fontaine op papier gezet (‘La cigale et la fourmi’). De inhoud van deze fabel past perfect in het plaatje van het pensioensparen-verhaal. De krekel is eerder van het type ‘God-schept-de-dag-en-ik-vlieg-er-door’. Hij staat er nauwelijks bij stil dat na de zomer van het volwassen leven de herfst van de oude dag voor de deur staat. Potvertieren was zijn grote specialiteit, het geld was bij wijze van spreken al de deur uit voordat het was verdiend. Met de herfst/oude dag voor de deur komt de krekel tot de conclusie dat hij eigenlijk toch iets te royaal met zijn geld is omgesprongen. Akkoord, het pensioen zorgt voor een gegarandeerd basisinkomen. Het leven is echter duur geworden en in de praktijk blijkt het pensioengeld ontoereikend om echt voluit te blijven genieten. De eens zo vrolijke krekel wordt een kniezer. Hij is het immers nooit gewend geweest om elke euro tweemaal om te keren alvorens hem uit te geven. De mier is een heel ander type. Dit ijverige diertje heeft zijn zomer/leven lang hard gewerkt en een aardige spaarpot opgebouwd. Van de herfst/oude dag heeft de mier weinig te vrezen. Hij hoeft de eindjes niet aan elkaar te knopen, de beschikbare middelen volstaan om te doen wat en wanneer de mier zelf wil.

De moraal van het verhaal is duidelijk. Pensioen en goed inkomen zijn geen synoniemen van elkaar. Als uitgangspunt wordt dikwijls aangenomen dat driekwart van het laatste beroepsinkomen noodzakelijk is om een fatsoenlijk inkomen te genieten als gepensioneerde. Die driekwart zijn echter geenszins gegarandeerd, je moet er wel degelijk iets voor doen. Voor de meeste mensen, er zijn natuurlijk altijd de (gelukkige) uitzonderingen die de regel bevestigen, volstaat het pensioen niet om een voldoende hoog inkomen te raken en zo te mogen uitkijken naar een zorgeloze oude dag.

Niet panikeren, er is nog geen man overboord. Grijpen we terug naar het verhaal van de krekel en de mier. Mensen met eigenschappen van de mier krijgen wel degelijk voldoende kansen om een volwaardig pensioen uit te bouwen. Straks kijken we naar de vier pijlers waarop een pensioen kan opgebouwd worden, met bijzondere aandacht voor de pijler van het pensioensparen. Maar eerst laten we de regering nog een waarschuwende vinger opsteken.

Daar is het generatiepact weer

Generatiepact, langer werken, ontoereikende pensioenen… De overheid heeft de voorbije jaren een doorgedreven sensibiliseringscampagne naar de bevolking toe gevoerd. De eigenlijke boodschap, die misschien niet altijd even hardop wordt uitgesproken, klinkt ongeveer als volgt: mensen, denk eens aan later want uw wettelijk pensioen gaat niet volstaan om onbezorgd te kunnen leven. De mieren onder ons hebben de boodschap al lang begrepen en doen hun uiterste best om de oude dag veilig te stellen. Een vervelende eigenschap van het krekel-type is dat hij (of zij) soms hardhorig is. De boodschap moet er daarom op vrij hardhandige wijze ingehamerd worden. We zeggen het dus nogmaals luid en duidelijk: MENSEN, DENK AAN UW OUDE DAG. UW WETTELIJK PENSIOEN ZAL WAARSCHIJNLIJK NIET VOLSTAAN OM EEN ONBEZORGDE OUDE DAG TE BELEVEN.

Delta Lloyd Life voerde in 2005 een nationale enquête uit over deze pensioenproblematiek. Een andere bron is de Zwitserse verzekeraar Swiss Life. Die stak enkele maanden geleden een waarschuwende vinger op, gericht naar de Belgische overheid. Volgens de analisten van Swiss Life is ons pensioenstelsel niet langer meer houdbaar en zijn ingrepen van overheidswege dus noodzakelijk. Om het systeem te handhaven, zou tegen 2050 elke Belg tot zijn 75ste moeten blijven werken. Het is erg onwaarschijnlijk dat een metser van 75 nog elke dag zijn stelling opkruipt. Swiss Life ziet maar één andere oplossing: de doorsnee Belg zal zelf meer voor zijn eigen pensioen moeten instaan. Overigens geldt deze dreiging niet alleen voor ons land, het West-Europees welvaartsmodel wordt in zijn geheel bedreigd.

De hele discussie rond het Generatiepact heeft in dat verband veel ogen geopend. Het besef groeit dat onze demografische pyramide aan het kantelen is. Wat wil dat concreet zeggen? De gemiddelde leeftijd komt steeds hoger te liggen, met steeds minder actieven en steeds meer gepensioneerden. Het zijn de mensen zoals u en ik die dagelijks gaan werken die de pensioenen van onze ouders en/of grootouders helpen financieren. Dat wordt echter moeilijker en moeilijker wanneer het aantal ouden van dagen proportioneel toeneemt, terwijl tegelijkertijd het aantal werkenden slinkt. We hoeven er waarschijnlijk geen tekening bij te maken: zonder ingrijpende maatregelen komt er een dag dat de inbreng van de actieve bevolking niet meer volstaat om de niet-werkende bevolking een welvaartsvast pensioen te garanderen.

Niet aan doemdenken doen

Doemdenkers hebben (bijna) altijd ongelijk, dus aan zwartkijken willen we ons hier niet bezondigen. De kans dat ons stelsel volledig instort, is relatief klein. Het bewustzijn groeit namelijk dat er hoogdringend iets moet veranderen. Laat ons de pensioenproblematiek dus vanuit een positieve kant benaderen, ervan uitgaande dat we op onze oude dag nog wel degelijk een wettelijk pensioen gaan ontvangen. De generatie na ons (én die daarna) staat immers te popelen om op haar beurt aan de slag te gaan en zij zal in de mate van het mogelijke voor onze pensioenen instaan. Anderzijds heeft het geen zin om met het hoofd in de wolken te gaan lopen. Er zal inderdaad een wettelijk pensioen zijn, maar dat zal louter en alleen volstaan om aan onze basisbehoeften te voldoen. We zullen dus geld hebben voor eten, drinken en een (verwarmd) dak boven het hoofd, maar dat is het dan ook. De meeste mensen hebben zich echter een totaal ander beeld van hun pensioen gevormd. Waar zijn die zonovergoten stranden gebleven, om nog maar te zwijgen over die droomwagen en/of dat appartementje aan zee? Jammer maar helaas, ons basispensioen gaat niet volstaan om de oude dag van onze dromen te slijten.

Akkoord, de boodschap is begrepen. Ingrijpen is noodzakelijk, daar is iedereen het over eens. Rijst onmiddellijk de vraag wat we kunnen doen om ons pensioen welvaartsbestendig te maken/houden. Eén van de meest voor de hand liggende antwoorden op deze vraag is aan pensioensparen te doen. Dat is ook de mening van de regering, die kosten noch moeite spaart om de bevolking te overtuigen van het belang van deze extra bron van pensioeninkomsten. Het bewijs daarvan is dat het fiscaal voordeel de afgelopen jaren flink werd opgetrokken. De hele discussie rond het generatiepact is daar niet vreemd aan. Het maximum fiscaal aftrekbare bedrag bedraagt dit jaar 800 euro per (belastingplichtige) persoon, waar dat in 2005 nog maar 780 euro was. Hoe interessant is pensioensparen? Héél interessant en we gaan u hieronder uitleggen waarom. Maar eerst staan we even stil bij de vier pijlers waarop uw pensioen kan opgebouwd worden.

De Standaard
Met citaat antwoorden
  #7  
Oud 3rd May 2008, 16:42
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
De kostprijs van ons pensioen

Het mag een verrassing heten, maar tijdens dit decennium daalt de budgettaire kost van de vergrijzing. De kosten voor gezondheidszorg wingen weliswaar de pan uit, maar die extra kosten worden gecompenseerd door een daling van de pensioenuitgaven, de werkloosheidsuitkeringen en kinderbijslag. Na 2010 is het echter uit met dat feestje. De kosten van de vergrijzing nemen dan snel toe, omdat vanaf 2010 ook de pensioenlasten fors toenemen (zie grafiek: Vanaf 2010 gaat de babyboomgeneratie op pensioen).

Vorig jaar spendeerden de Belgische overheden ongeveer 24 miljard euro aan pensioenen. Dat is 9,2 % van het bruto binnenlands product (BBP). De ambtenarenpensioenen zijn goed voor een derde van deze uitgaven. Tot 2008 zou de kostprijs van de pensioenen dalen tot 8,8 % van het BBP, om dan stabiel te blijven tot 2010. Dat komt omdat de oorlogsgeneratie in die periode met pensioen gaat en die generatie is kleiner van omvang. Voorts wordt de intrede van de vrouw in het rustpensioen verschoven tot 64 jaar in 2008.

Vanaf 2010 stijgt de pensioenlast echter onherroepelijk. Volgens de recentste berekeningen van de Kamercommissie voor de vergrijzing bedraagt deze last tegen 2030 12 % van het BBP. Dat is dus een toename met 2,8 % in vergelijking met 2003. Ter vergelijking: de gezondheidszorgen stijgen in dezelfde periode maar met 2,4 % van het BBP.

In dit scenario krijgen de pensioenen een jaarlijkse welvaartsaanpassing van 0,5 % (bovenop inflatie). Dat ligt min of meer in lijn met wat eerder dit jaar op de ministerraad in Oostende is beslist over de welvaartsvastheid van de pensioenen. Zonder deze welvaartsaanpassing zou de pensioenkost trouwens maar tot 11,6 % van het BBP stijgen in 2030. De Kamercommissie acht het ontbreken van een welvaartsaanpassing echter weinig waarschijnlijk in een verouderende samenleving met een stijgende levensverwachting. De bejaarden krijgen namelijk een steeds groter electoraal gewicht.


Trends.be
Met citaat antwoorden
Antwoord

Onderwerp Opties
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels

Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit

Forumsprong


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 02:04.


Powered by: vBulletin Version 3.8.14 by DRC
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.