![]() |
|
#1
|
||||
|
||||
![]()
Democraten opgelucht: met meerderheid in de senaat kan Biden rechters blijven benoemen
De Democraten hebben opnieuw 50 van de 100 zetels in de Amerikaanse Senaat in handen. Het is een belangrijke overwinning voor Biden. Groot is de opluchting bij de Democraten. Bij de congresverkiezingen van afgelopen dinsdag was het volgens de peilingen en modellen een dubbeltje op zijn kant of ze de macht in de Senaat zouden behouden. Maar de verkiezingsuitslag bleek in hun voordeel. Dankzij de overwinning van hun senator Catherine Cortez Masto in Nevada, hebben ze opnieuw 50 zetels van de 100 zetels in handen. Als de stemmen staken, mag vicepresident Kamala Harris een doorslaggevende stem uitbrengen. Mogelijk wordt de Democratische meerderheid zelfs nog uitgebreid. In Georgia haalde de Democratische senator Raphael Warnock iets meer stemmen dan zijn Republikeinse uitdager, ex-footballspeler Raphael Walker. Maar omdat geen van beiden meer dan 50 procent van de stemmen haalde, komt er een beslissende ronde op 6 december. Voor het Huis van Afgevaardigden was het zondag nog onzeker wie de meerderheid zal krijgen. De Republikeinen hadden daar de meeste kans op, maar er moest in tien districten nog blijken wie er gewonnen had. Het benoemen van rechters Een meerderheid in de Senaat is voor de Democraten ook goud waard als het in het Huis niet lukt de huidige kleine meerderheid te behouden. Want die helft van het Congres gaat in zijn eentje over het benoemen van rechters, op voordracht van de president. De afgelopen twee jaar heeft president Joe Biden in hoog tempo rechters benoemd, waardoor de conservatieve invloed van de in de afgelopen vier jaar door oud-president Donald Trump voorgedragen rechters weer wordt verminderd. De komende twee jaar kan Biden daar onbelemmerd mee doorgaan. Bij verlies van de meerderheid in de Senaat zouden de Democraten alles op alles hebben gezet om de komende twee maanden nog veel rechters te benoemen, omdat het Congres in nieuwe samenstelling pas in januari bijeenkomt. Nu dat niet hoeft, is er tijd voor andere politieke inspanningen, met misschien nog maar even een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden. De Democratische senator Elizabeth Warren riep haar partijgenoten in een artikel in The Washington Post op om in elk geval in de komende twee maanden het schuldenplafond van de VS te verhogen, zodat de Republikeinen volgend jaar die economisch onmisbare formaliteit niet in gijzeling kunnen nemen. Zo groot als de opluchting bij de Democraten was, zo diep was de teleurstelling bij de Republikeinen, die voor de verkiezingen op een ‘rode vloedgolf’ hadden gehoopt, waarin veel staten en districten naar hen over zouden lopen. Voorzichtig wordt daarbij ook gewezen naar de bij de achterban nog steeds geliefde Trump. Hij steunde tijdens de voorverkiezingen tal van kandidaten die daardoor de strijd om de kandidatuur wonnen – en vervolgens de verkiezingen verloren doordat ze zelfs voor veel Republikeinse kiezers te extreem waren. “De oude partij is dood”, twitterde een van de trouwste Trump-aanhangers, Josh Hawley, zonder hem overigens te noemen. “Tijd om de oude partij te begraven en iets nieuws te bouwen.” Trouw, 13-11-2022 (Bas den Hond) |
#2
|
||||
|
||||
![]()
In een land zonder adel of aristocratie, maar ook zonder partijen of massaorganisaties, lijkt alleen omkoping nog te helpen
Driekwart miljard dollar. Tussen de regen aan cijfers die de voorbije weken in het debat over de Amerikaanse verkiezingen circuleerden, van de voorspelde opkomstaantallen tot de gasprijs die het lot van de president bepaalt, schoot er een wat sneller in het oog. Zoveel was er ondertussen immers uitgegeven aan de senatorverkiezingen in de zuidelijke staat Georgia, waarin Republikeinen een Democratische senator uit het zadel proberen te werpen. Het betrof maar liefst vijf keer het bedrag van een Britse verkiezing, die tegenwoordig ook al stevige sommen consumeert. Het bedrag is bedoeld voor een staat met minder inwoners dan België – Georgia heeft er 10,8 miljoen. En dat voor de Tweede Kamer in een politiek systeem. Georgia vormt allerminst een buitenissigheid. De zogenaamde ‘midterms’ – de verkiezingen die halverwege een presidentiële ambtstermijn plaatsvinden, en de inzittenden van Congres, Senaat en lokale rechtszalen bepalen – laten een put van miljarden achter. De uitgaves gaan van televisiespots tot plakkaten op snelwegen, van Facebook-reclames tot krantenfolders. Aangezien de Verenigde Staten geen echte ledenpartijen meer kennen, moet instemming met andere, ietwat veile middelen gekocht worden. De Amerikaanse zakenwereld blijft de grote verkwister op de stemmenbeurs. Sinds de zogenaamde ‘Citizens United’-beslissing van het Hooggerechtshof in 2010 gingen de private geldstromen naar verkiezingskandidaten aan het klotsen. Die herdefinieerde elke gelddonatie als vallend onder de vrije meningsuiting – en daarmee grondwettelijk afdwingbaar. Elke rechtspersoon, bedrijf of niet, kon nu grenzeloos dollars uitgeven aan zijn of haar kandidaten. In Europese landen beslaan verkiezingen doorgaans een afgebakende periode van maanden. De Verenigde Staten bevinden zich daarentegen in een permanente oorlogsmodus, met campagnes die direct na verkiezingsdagen van start gaan en zich over hele seizoenen uitstrekken. Voor Amerikanen is dergelijke potlatch een oud zeer. In plaats van een permanente ambtenarij werkte het Amerikaanse politieke systeem met een ‘spoils’ of buitensysteem. Daarin konden de winnaars na elke verkiezing de staat met hun eigen hofhouding bevolken. Dat maakte de opbouw van een permanente bestuurderskaste moeilijker. Corruptie werd al snel endemisch, vooral in verkiezingstijd. De Duitse radicaal Friedrich Engels keek eind negentiende eeuw naar een land met “geen dynastie, geen adel, geen permanent leger – behalve de paar mannen die de indianen bewaken – en geen bureaucratie met vaste posten of recht op pensioenen”. Dat formaat lokte misbruik uit. Engels zag Amerikaanse partijen als “twee grote bendes van politieke speculanten, die afwisselend bezit nemen van de staatsmacht en deze uitbuiten met de meest corrupte middelen en voor de meest corrupte doeleinden”. Ondertussen stond de “natie machteloos (...) tegenover deze twee grote kartels van politici”. De woorden zijn bijna een eeuw en een half oud. Ze zouden vandaag bitter weinig aanpassing behoeven. Engels’ diagnose gold ook niet voor eeuwig. In de jaren dertig leken de Verenigde Staten eindelijk de bureaucratie te krijgen die Europa al in de achttiende eeuw uitbouwde. President Franklin D. Roosevelt riep een resem aan nieuwe departementen en ministeries in het leven, vooral nu de VS als politieagent van de kapitalistische wereld moest optreden. Die administratieve staat is de laatste veertig jaar steeds sterker afgebouwd – of gretig uitbesteed aan contractanten. Tegelijkertijd viel een steeds groter deel van de economie in private handen. Het laatste bastion van de publieke sector bleek vooral bij het leger te liggen, dat nu samen met de gevangenissector werkgelegenheid moest bieden voor Amerika’s gedeïndustrialiseerde periferie. Dat vergroot de aanhankelijkheid van de zakenwereld op verkiezingen ook sterker: in een land zonder adel of aristocratie, maar ook zonder partijen of massaorganisaties, lijkt alleen omkoping nog te helpen. En dat mag, zoals Georgia aangeeft, zeker wat kosten. DM, 09-11-2022 (Anton Jäger) |