![]() |
#1
|
||||
|
||||
![]()
De wielerwereld kan niet langer de vermoorde onschuld spelen
De laatste grote wielerronde van het jaar, die van Spanje, krijgt doorgaans veel minder aandacht dan de andere twee. Dat is dit jaar wel even anders, zij het niet om sportieve redenen. Verschillende etappes werden verstoord door acties tegen de genocide van Israël op de Palestijnse bevolking. De elfde etappe, in en rond het Baskische Bilbao, werd onthoofd door protest aan de meet, zodat er geen winnaar werd aangeduid, tot ongenoegen van Tom Pidcock, die net z’n dagje en de benen had. Duizenden actievoerders hadden zich verzameld langs en op het parcours, te veel voor het veiligheidsplan dat de ordediensten vooraf hadden uitgedacht. De woede van de actievoerders richtte zich in de eerste plaats tegen de aanwezigheid van wielerteam Israel-Premier Tech, de ploeg die in 2014 werd opgericht om de staat Israël te promoten, met aan het hoofd een miljardair die zich onverbloemd een “ambassadeur voor Israël” noemt die de wereld wil tonen dat het land een “normale, beschaafde natie” is die zich met recht en reden verdedigt. Nu staan sport en ethiek wel vaker op gespannen voet met elkaar. Dopingschandalen, matchfixing, corruptie, grensoverschrijdend gedrag en schimmige geopolitieke beslissingen zijn geen uitzonderingen in de topsport. In dat licht is het grappig hoe koppig mensen blijven volhouden dat sport en politiek niets met elkaar te maken hebben en het best zo ver mogelijk uit elkaars buurt blijven. Sport is dat soort onschuld niet gewoon al lang voorbij, ze heeft die onschuld nooit gehad. In 1896 greep de Griekse regering de Olympische Spelen aan om de Turken uit te sluiten, een weinig subtiele vorm van revanche na eeuwen Turkse bezetting. Duitsland werd twee keer op rij geweerd in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De Olympische Spelen van Berlijn in 1936 staan voor altijd in de geschiedenisboeken als de Spelen van Adolf Hitler, die in het grootse sportevenement de gedroomde kans zag om nazipropaganda te verspreiden, terwijl de Spelen net aan Duitsland waren toegewezen als verzoenende geste. Ondanks veel gekrakeel en gebikkel over het al dan niet boycotten van de Spelen kwam iedereen gewoon opdagen. Principes waren toch net wat minder belangrijk dan medailles. De voorzitter van het Amerikaanse Olympisch Comité, Avery Brundage, promootte de deelname van de Verenigde Staten zelfs expliciet met het argument dat atleten niet betrokken mochten worden in “een conflict tussen Joden en nazi’s”. Zuid-Afrika werd van 1964 tot en met 1988 geweerd vanwege het apartheidsregime. De Spelen van 1980 in Rusland werden door vijftig landen geboycot vanwege de Sovjet-invasie in Afghanistan. Afijn, er vallen dikke boeken te vullen met politiek gekleurde sportgeschiedenis. Omdat topsport zo politiek beladen is, ging ze altijd al gepaard met protest en activisme. Profatleten hebben altijd gebruikgemaakt van hun positie om onrecht aan te klagen en standpunten in te nemen; van subtiel, zoals een regenboogbandje in Hongarije, tot uitgesproken en vocaal, zoals een gebalde vuist in de lucht, een knieling of een scherp opiniestuk. Op een resem verwende en steenrijke voetballers na leven sporters niet onder een stolp, en velen van hebben zelf ervaren wat onrecht en discriminatie betekenen. Ook burgers hebben sportmanifestaties gebruikt als decor voor protest of verzet. Grootschalige en populaire televisiesporten zijn dan ook het perfecte canvas voor activisme. Een sportief evenement verstoren is niet het doel, maar het middel. Het doel is aandacht voor een kwestie. Protest is dus niet gezellig (want dan makkelijk te negeren), maar het liefst disruptief (zodat het niet genegeerd kan worden). De stelling dat politiek en sport gescheiden moeten blijven, getuigt niet alleen van een bedroevend gebrek aan historisch en maatschappelijk inzicht, maar van een enorme blinde vlek waarachter zich de lelijkste politiek verschuilt. Als er ergens sprake is van politieke inmenging, dan wel in de sport. Zeker en vast in het wielrennen, een economisch fragiele sport waarin kwistig met olie- en bloedgeld wordt gestrooid om dubieuze landen die lak hebben aan mensenrechten te paaien en te promoten. Koersen in Qatar, Rwanda of Saudi-Arabië? Leuk. Teams die gesponsord worden door problematische regimes? Toppie. Want geld is geld en zolang het rolt, zien de bonden het graag komen, waar het ook vandaan komt. En dus rijden wielrenners rond als levende reclameborden voor politieke smeerlapperij. Niemand die erom maalt. Tot nu. Tot er eens luid en zichtbaar aanstoot wordt genomen aan het schaamteloos publiek promoten van een staat die vrijwel ongehinderd een heel volk uitmoordt, die het doodnormaal vindt om scholen, ziekenhuizen en vluchtelingenkampen te bombarderen, die de bevolking uithongert en vervolgens voedselbedelingen aan uitgehongerde burgers misbruikt om hen zonder verpinken neer te schieten. Pidcock kan het jammer vinden dat zijn dag verpest werd. Koerskijkers kunnen klagen omdat ze een spannende finale hebben gemist. Commentatoren en analisten kunnen emmeren over de veiligheid van de renners (terwijl er jaarlijks renners sterven op de weg door een levensgevaarlijke samenloop van infrastructuur, materiaal, onwil en halsstarrige blindheid). Tourorganisator ASO kan zijn hypocriete zelf zijn door te stellen dat “het aangewezen zou zijn dat de ploeg in kwestie de Vuelta verlaat, maar dat zelf moet beslissen”. De Internationale Wielerunie (UCI) kan naar goede gewoonte uitblinken in ontkenning en loze statements: “De UCI benadrukt het fundamentele belang van politieke neutraliteit voor sportorganisaties binnen de olympische beweging. Sport speelt ook een verenigende en vredelievende rol.” Wat die organisaties misschien niet meer kunnen, is wegkijken en zich wentelen in de behaaglijke mythe dat ze er niets mee te maken hebben. Sport speelt zich niet af in een parallel universum van peis en vree en kumbaya, maar midden in de wereld, en kent alle morsige, smerige en verwerpelijke eigenschappen van die wereld maar al te goed. Het is aan de actoren van de sport zelf om te beslissen of ze daar iets aan willen doen of zich liever blijven verstoppen achter een torenhoge muur van cognitieve dissonantie. Bieke Purnelle is freelanceschrijver en directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender en feminisme. Blog DS, 04-09-2025 |