Onderwerp: Bart De Strooper
Enkele post bekijken
  #2  
Oud 8th December 2008, 22:37
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,552
De crisis van de Leuvense universiteit

De crisis van de Leuvense universiteit


'Pijnlijk, maar moedig', noemde Jef Roos de beslissing van de inrichtende overheid van de KU Leuven om het mandaat van rector Marc Vervenne niet te verlengen. De beslissing was gevallen na een evaluatie door de raad van bestuur en de academische raad van de universiteit. Zij hadden een moeilijk verdict moeten vellen, luidde het. De voormalige bedrijfsleider wist natuurlijk beter. Als man van veel ervaring wist hij ongetwijfeld dat er een grond van waarheid zat in de geruchten dat de evaluatie ook een kwestie van stemmingmakerij, intimidatie en zelfs chantage was geweest. Ongetwijfeld wist hij dat zij geen serene en doordachte beoordeling was geweest, maar een gerichte aanval van bestuurders die er andere opinies over universitair beleid op na hielden dan de rector. Misschien wist hij ook dat deze bestuurders waren geholpen door een aantal hoogleraren die al langer ontevreden waren omdat zij niet de functies hadden gekregen waarop zij hadden gehoopt.



Wat in elk geval zeker is, is het feit dat de critici van Vervenne, nochtans zo gewoon in termen van saldi en bonussen te denken, geen oog hebben getoond voor de resultaten van het beleid dat de rector en zijn ploeg de voorbije drie jaren hebben gevoerd. Dat is merkwaardig: de balans van dat beleid is immers positief. De bachelor/master-structuur in het onderwijs is vlot ingevoerd. De kwaliteit van het onderwijs is gewaarborgd zonder overmatig bureaucratische procedures. Het onderzoek is sterker geworden doordat de beleidsploeg veel ruimte heeft gelaten voor de creativiteit en de diversiteit van de onderzoekers. De financiële middelen voor het onderzoek zijn toegenomen.

De Leuvense universiteit heeft bovendien een internationaler karakter gekregen, onder meer bij de rekrutering van haar professoren en doctoraatsstudenten. Zij is opener geworden, en ook letterlijk beweeglijker geworden. En terwijl de stabiliteit en de rust intern zijn toegenomen, is het maatschappelijk profiel opnieuw aangescherpt. Er zijn op dat terrein belangrijke discussies gestart, onder meer over de relatie tussen geloof en wetenschap en over de vorming van een allochtone elite voor de maatschappij van morgen. Daarnaast werd de directie van het universitair ziekenhuis voortdurend aangemoedigd te vernieuwen.

Niets van dit alles echter in het rapport. Het amper drie blaadjes tellende rapport was slechts vanuit één perspectief geschreven: het ideale portret van de universitaire leider. Hoe die leider moest opereren, stond voor de critici dan ook vast. Hij moest een manager zijn, die vooral buiten de universiteit moest kunnen netwerken. Hij moest een krachtig figuur zijn, een straatvechter, die er niet voor mocht terugdeinzen het recht van de sterkste te tonen en te gebruiken. Kortom, hij moest laten zien dat hij een sterke man was. Die autoriteit hadden de rapporteurs de voorbije drie jaren bij de in hun ogen aarzelende rector gemist.

Het leiderschapsportret waarop het rapport steunt, kan niet anders dan een pijnlijke mythografie worden genoemd. Dat een universiteit die enkel de zo gewenste autoriteit (en de daarmee samenhangende confrontatiepolitiek) nastreeft, daarvoor een prijs moet betalen, is de critici blijkbaar ontgaan. Dat universitair leiderschap ook een kwestie is van overleg en collegialiteit, van vertrouwen en geduldige diplomatie, van moreel gezag en wijsheid, is blijkbaar evenmin tot hen doorgedrongen. Voor de critici bestond en bestaat er slechts één soort leiderschap. Het was hen daarom duidelijk: Vervenne was niet mans genoeg geweest. En zo begingen de mannen van de daad een karaktermoord.

De universitaire gemeenschap blijft beschaamd met een kater zitten. Zij realiseert zich dat de managers (en de revanchistische hoogleraren waarover het gefluister maar niet wil stoppen) de Leuvense universiteit in een diepe crisis hebben gestort. Het is een crisis van het gezag. Maar het is ook een crisis van de instellingen. Hoe immers een evaluatieprocedure die bij haar eerste toepassing zoveel ruimte voor misbruik lijkt te hebben toegelaten, verder aanvaarden? Hoe een zo weinig transparante gang van zaken goedkeuren? Welke legitimiteit heeft een raad van bestuur die niet uit verkozen, maar uit aangeduide leden bestaat? Hoe zal het vertrouwen en het rechtvaardigheidsgevoelen van de universitaire gemeenschap kunnen worden hersteld? En hoe zal worden verhinderd dat het machtsvacuüm dat nu is ontstaan, door academische populisten - want die zijn er ook - wordt ingevuld?

Het is al dadelijk na de evaluatieprocedure vastgesteld: dit verhaal kent geen winnaars. Zij die de crisis hebben veroorzaakt, hebben de universiteit veel schade berokkend. Zij dragen bovendien de verantwoordelijkheid voor het feit dat de universiteit nu maandenlang haast onbestuurbaar zal zijn. In dat perspectief is de verzekering dat de bestuurders vorige week een 'pijnlijke maar moedige' beslissing hebben genomen, eenvoudigweg nonsensicaal. De beslissing was geen daad van moed, maar een daad van overmoed.

Stefaan Cuypers, Ortwin de Graef en Jo Tollebeek zijn respectievelijk gewoon hoogleraar Filosofie, Literatuurwetenschap en Geschiedenis aan de KU Leuven.


DS, 08-12-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden