Het arme Birma is een klassieke politiestaat
Het arme Birma is een klassieke politiestaat
In Birma maken de militairen de dienst uit. De junta, die het land heeft omgedoopt tot Myanmar en Rangoon de status van hoofdstad ontnam, beheerst politiek en de economie. Gaan boeddhistische monniken dat nu veranderen?
Jakarta, 25 sept. Het leek op een oude film uit de jaren zestig, de scène van die laatste dinsdag van maart. Maar het was anno 2007. Een 73-jarige luitenant-generaal stapte uit een grote, glanzende Mercedes met open dak en liep, volbehangen met medailles, naar de eretribune. Daar nam hij het defilé af van 15.000 marcherende soldaten die voor het eerst paradeerden in de kale, splinternieuwe hoofdstad van het land, uitgekapt in het oerwoud in het midden van het land.
Daarna sprak de generaal kort tot zijn gehoor: hoge landgenoten, diplomaten en journalisten, en het ging over „binnenlandse en buitenlandse destructieve elementen, die dienden te worden verpletterd”. Vervolgens verdween hij weer in zijn open Mercedes door de hoofdstraat van een stad – Nay Pyi Daw gedoopt – die nog slechts leegte kent met af en toe een groot overheidsgebouw. De 62ste verjaardag van de Nationale Strijdkrachten was aldus gevierd.
Al sinds 1992 maakt luitenant-generaal Than Shwe samen met een getrouwe schare van hoge militairen de dienst uit in Birma, dat tegenwoordig Myanmar heet. Politiek, militair én economisch – via een reeks conglomeraten en joint ventures met belangen in uiteenlopende sectoren, variërend van olie- en gaswinning tot handel in hardhout, mineralen én drugs.
Eerder dit jaar was Than Shwe weliswaar enkele keren in Singapore voor een medische behandeling, maar optredens als bij de militaire feestdag moesten iedereen laten zien dat er niets aan de hand is. Ook al bleven er – geheel in de geest van een ouderwetse dictatuur – tot de dag van vandaag steeds geruchten over de fysieke toestand van de machthebber, die officieel voorzitter is van de Staatsraad voor Vrede en Ontwikkeling.
Birma gold in de jaren vijftig als een van de meer welvarende plekken van Azië, maar sinds 1962 is het een dictatuur en maken legerleiders met kleine onderbrekingen de dienst uit. Het land van bijna 50 miljoen inwoners manifesteert zich als een klassieke politiestaat, met een uitgebreide inlichtingendienst, agenten in burger rondom de betere hotels van Rangoon en een strikt gecensureerde pers. En inmiddels geldt het is als een van de armste landen van Azië. Ondervoeding en kindersterfte zijn aan de orde van de dag.
En al die jaren hielden China en India de generaals de hand boven het hoofd – voorop China, dat nauw betrokken is bij de olie- en gaswinning voor de kust en dat een belangrijke afnemer is van tropisch hardhout. China leverde de laatste tien jaar voor naar schatting 1 miljard euro aan wapens aan het 400.000 man sterke Birmese leger – dat zijn inkomsten vooral haalt uit economische activiteiten. Op het ogenblik opereert China behoedzamer. Het wil stabiliteit in Birma. Maar het wil ook geen bloedbad met alle reputatieschade voor het land van de Olympische Spelen volgend jaar van dien. Drie weken geleden zei een Chinese diplomaat,Tang Jiaxuan, tegen de junta te hopen dat de generaals „het democratische proces dat bij hen past, zullen bevorderen.”
Het is deze kaste van intransigente generaals die dezer dagen op straat wordt uitgedaagd door tienduizenden goeddeels jonge boeddhistische monniken. Niet alleen doordat zij elke dag opnieuw in groten getale van ’s lands belangrijkste heiligdom, de Shwedagon Pagode, door de miljoenenstad Rangoon marcheren, maar ook omdat zij aalmoezen weigeren uit handen van soldaten en daarmee het leger in de buurt van kwaad en verdoemenis brengen in dit diep religieuze land van het klassieke Theravada boeddhisme. Dit kan niet anders dan de generaals in verlegenheid brengen. Vele jaren lang hebben zij hun best gedaan om de hogere clerus achter zich te houden, zij hebben geïnvesteerd in renovatie van tempels en kloosters en meenden op loyaliteit of ten minste afzijdigheid te kunnen rekenen.
De regeringskrant The New Light of Myanmar toonde gisteren op de voorpagina een foto. Generaal Shwe geeft offers aan een monnik, inclusief een stuk textiel. De monnik neemt de offergaven in ontvangst. De boodschap is opzichtig: tussen godsdienst en generaals is alles koek en ei.
Op straat moet dat nog blijken.
NRC, 25 september 2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|