![]() |
Olie op het vuur
Politiek geweld ontstaat niet in het luchtledige: wie haat zaait, zal aanslagen oogsten
Politiek geweld is niet uitzonderlijk in de geschiedenis van de Verenigde Staten. De moord op John F. Kennedy en die op Martin Luther King zijn de bekendste voorbeelden. Eerder dit jaar werd de democratische politica Melissa Hortman samen met haar man thuis doodgeschoten. Senator John Hoffman en zijn vrouw overleefden een gelijkaardige schietpartij. Een paar maanden eerder stak iemand het huis van gouverneur Josh Shapiro in brand. Vorig jaar tekende het project Bridging Divides Initiative van de universiteit van Princeton zeshonderd gevallen op van bedreiging en agressie tegen politici, een stijging met 74 procentpunt in vergelijking met het jaar ervoor. De brutale moord op de extreemrechtse provocateur Charlie Kirk past dus in een zorgwekkende tendens. Dat geldt eveneens voor de recuperatie van die moord, waarbij alle redelijkheid zoek lijkt. De Trumpisten grijpen het trieste voorval aan om het land nog meer in de richting van een autocratie te duwen. In een onthutsende reactie moedigde vicepresident J.D. Vance de Amerikaanse bevolking aan om de werkgevers te contacteren van mensen die de dood van Kirk hadden “gevierd” en verklaarde hij de oorlog aan alles wat links en progressief is in de VS. Dat de moordenaar van Kirk links noch progressief was, deerde niet, feiten doen er al lang niet meer toe. Wie tegenspreekt of kritiek uit, verliest zijn job, tot de populaire comedians Stephen Colbert en Jimmy Kimmel toe. Werkelijk alles lijkt er vandaag op gericht het volk in een permanente staat van woede en haat te houden. Zelfs in politiek bewogen tijden als de jaren 60 en 70 probeerden politici doorgaans de gemoederen te bedaren. Nu zien ze het als hun voornaamste taak om precies het omgekeerde te doen. Het ergste is: het werkt, niet alleen in de VS. Afgelopen weekend kwamen meer dan 100.000 Britten samen in Londen voor een grote en grimmige anti-immigratiebetoging, georganiseerd door de extreemrechtse agitator Tommy Robinson. Robinson werd aangemoedigd door X-baas Elon Musk, die in een videogesprek doodgemoedereerd stelde dat geweld nu eenmaal onafwendbaar is, en dat wie geweld afwijst, er zelf het slachtoffer van wordt. “You either fight back or you die.” Met andere woorden: het is wij of zij, en geweld is noodzakelijk om deze strijd te overleven. In Nederland liepen Dilan Yesilgöz en Caroline van der Plas op Prinsjesdag – uitgerekend de dag waarop de Verenigde Naties een omstandig rapport publiceerden om aan te tonen dat Israël een genocide pleegt – opzichtig te paraderen in de Israëlische kleuren. Premier Bart De Wever (N-VA) vond dan weer de tijd om helemaal naar het Duitse Essen te reizen om een concert bij te wonen onder leiding van de Israëlische dirigent die het Festival van Vlaanderen liever niet ziet komen. Theo Francken (N-VA) framede de moord op Kirk als het gevolg van “de blinde haat van links”. Blijkbaar vinden sommige politici het belangrijker om de gemoederen op te hitsen dan zich te bekommeren om het uiteenvallen van de samenleving. Al dat gęnante vertoon is olie op het vuur van de cultuurstrijd. Wellicht is dat ook de bedoeling. Het politieke landschap toont een diepe kloof tussen burgers, van elkaar verwijderd door woede, rancune, wantrouwen en de wildste complottheorieën. De tegenstander valt makkelijker te bestrijden als je hem een vijand kunt noemen en daarbij geholpen wordt door technokapitalisten, algoritmen en de comfortabele anonimiteit van de sociale media. Het wordt een fluitje van een cent als je een duwtje in de rug krijgt van media die gemoedelijk aanschurken tegen de macht en de verdelende retoriek kritiekloos overnemen. Dat politici harde en radicale stellingen innemen omdat die op korte termijn electoraal lonen en hun achterban animeren, valt nog enigszins te begrijpen, al kun je de vraag stellen waarom burgers voor dat soort destructieve narratieven blijven vallen. Maar dat journalisten gedwee knikken, soms luid en lustig meeroepen en de hopeloze cultuuroorlog extra munitie geven, daar valt geen fatsoenlijk excuus voor te bedenken. Sommige media namen de framing van Trump en Vance klakkeloos over en alludeerden schaamteloos op de wilde geruchten die meteen na de dood van Kirk de ronde deden. Kirk zelf werd dan weer neergezet als een gewone conservatieve man, alsof dat adjectief opgaat voor een aanhanger van de omvolkingstheorie, die mensenrechten een vergissing noemde, stelde dat vrouwen gecontroleerd en beknot moeten worden door hun echtgenoot, dat homoseksualiteit abnormaal is en geboortebeperking des duivels. Eender welke moslim die dat soort ideeën verspreidt, wordt zonder schroom een geradicaliseerde extremist genoemd. Dat toonde minister van Asiel en Migratie Anneleen Van Bossuyt (N-VA) deze week ongewild aan door haar verontwaardiging te uiten over de radicale islampropaganda van een Gentse moskee. Daar is men van mening dat vrouwen beperkt zijn in verstand en denkvermogen. Inderdaad een problematische stelling, maar blijkbaar alleen als ze uit die hoek komt. Vrouwenhaat is pas echt wanneer de hater van de juiste kleur of religie is. Politiek geweld ontstaat niet in het luchtledige, maar in een context die je een “politiek van geweld” zou kunnen noemen: agressieve taal, grove en haatdragende retoriek, wij-zij-denken, gewetenloos en feitenvrij discours en beleid. De ultieme meststof is luie, laffe, ophitsende journalistiek, zonder deontologie of maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bieke Purnelle is freelanceschrijver en directeur van Rosa, kenniscentrum voor gender en feminisme. Blog DS, 18-09-2025 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 00:24. |
Powered by: vBulletin Version 3.8.14 by DRC
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.