Inloggen

Bekijk de volledige versie : Katholiek onderwijs laat katholiek kompas vallen


bijlinda
28th April 2025, 03:29
Katholiek onderwijs laat katholiek kompas vallen


Het katholiek onderwijs gaat een andere koers varen. De ambities zijn hoog: beter en inclusiever onderwijs, een herschikking van tweemaal zes naar driemaal vier schooljaren, en opmerkelijk: de katholieke identiteit wordt anders ingevuld.


“Samen sterk onderwijs maken voor iedereen.” Negen maanden na de machtswissel aan de top van het katholiek onderwijs wordt duidelijk welke richting de grootste onderwijsverstrekker van Vlaanderen de komende jaren uitgaat. De uitdagingen zijn enorm: van de kwaliteitserosie en het lerarentekort tot de verouderde schoolgebouwen.

Directeur-generaal Bruno Vanobbergen, de voormalige kinderrechtencommissaris, zet de ambities op scherp. Samen met de schoolbesturen en de directies heeft het katholiek onderwijs zeven strategische veranderingen vastgelegd in een nieuw beleidsplan. Kwaliteit wordt een speerpunt. Het huidige leerplan Zill (Zin in leren, zin in leven) wordt ontmanteld. Er komt een leerplan met een kennisrijk curriculum; aanvankelijk in het basisonderwijs, met een blik op het secundair onderwijs. “We geloven dat we, door te focussen op een kennisrijk curriculum, effectieve didactiek, feedback en gelijke onderwijskansen, het tij kunnen keren”, staat te lezen.

Het katholiek onderwijs zet de transitie in naar “scholen voor iedereen”. Er zijn te veel kinderen die vandaag uit de boot vallen, stelt Vanobbergen vast. Dat er in vijf jaar tijd 8.000 kinderen extra in het buitengewoon onderwijs terechtkwamen, is een alarmsignaal. Dat er in enkele jaren tijd dubbel zoveel kinderen zonder diploma het basisonderwijs verlaat, eveneens. “Inclusie is de komende jaren een belangrijke uitdaging”, zegt Vanobbergen. “Zo willen we iedereen, ook de cognitief sterksten, het beste onderwijs bieden.” Een van de speerpunten wordt de samenwerking tussen scholen uit gewoon en buitengewoon onderwijs.

Maar Vanobbergen stelt zich ook luidop de vraag of de huidige schoolloopbaan niet aan verandering toe is. “Je merkt aan alles dat het systeem op zijn limieten botst”, zegt hij. Een van de indicatoren is het probleem met de B-stroom in de eerste graad secundair onderwijs. Zelf is Vanobbergen voorstander van een opdeling die de huidige 6+6-regeling – zes jaar basisonderwijs gevolgd door zes jaar secundair onderwijs – verwisselt in een 4+4+4-systeem. In sommige scholen bestaat vandaag al zo’n organisatievorm. Vaak wordt de periode van het vierde leerjaar tot het tweede middelbaar dan een tienerschool genoemd.


“Christelijk geïnspireerd”

Opvallend is dat het concept van de katholieke dialoogschool, bedacht door KU Leuven-theologen Didier Pollefeyt en Lieven Boeve, naar de achtergrond verdwijnt. Het huidige ideologische kompas komt niet langer voor in het 136 bladzijden lange begeleidingsdocument. Scholen vonden het concept wel interessant, maar in de praktijk onvoldoende concreet en werkbaar, legt Vanobbergen uit.

De katholieke dialoogschool wordt ingewisseld voor een nieuw “christelijke geïnspireerd project”. “We starten deze week een nieuwe werf om concrete handvaten uit te werken”, zegt de topman. Dat wordt geen visietekst, maar “iets levendigs, in eigentijdse taal en symbolen”. Hij wijst als voorbeeld naar wat er vandaag al gebeurt rond ouderenzorg, de opvang van nieuwkomers of de projecten rond armoedebestrijding op scholen. “De focus op onze christelijke waarden zal ook meer antwoorden bieden in diverse, grootstedelijke schoolcontexten”, zegt hij.

Ook de kernopdracht van Katholiek Onderwijs Vlaanderen zal door de nieuwe visie veranderen. Dé Guimardstraat, waar het katholiek onderwijs gehuisvest is, moet “een soort Voka van de katholieke scholen” worden, zegt Vanobbergen. Zijn ambitie is om de eerder top-down gestuurde onderwijskoepel om te vormen tot een ledenorganisatie, waarvan de leden hun belangen proactief kunnen behartigen. Tussen de lijnen door is ook merkbaar dat de koepel af wil van zijn calimerocomplex, waarbij het gevoel overheerste te veel in de achtervolging te zitten. “We willen zelf weer de toon zetten in onderwijs”, zegt Vanobbergen daarover.


Ouders leren Nederlands op school

Vanobbergen stelt veel vertrouwen in het delen van expertise. Enerzijds tussen verschillende onderwijsniveaus, “basis en secundair smeken om meer samenwerking”, zegt hij. Maar ook tussen de leersteuncentra, die jongeren met zorgnoden begeleiden, en de hogescholen en universiteiten. Een van de ambities is om scholen te laten samenwerken met het volwassenenonderwijs om ouders Nederlands te laten leren op de school van hun kind. Anderzijds wordt nadrukkelijk gezocht naar nieuwe externe samenwerkingen, onder meer met partners uit werk en welzijn.

Vanuit de nieuwe visie zijn al verschillende moeilijke oefeningen lopende: zo wordt er gekeken waar er regionaal geschrapt kan worden in richtingen. De afgelopen jaren kwam er veel kritiek op het inrichten van heel kleine richtingen met enkele leerlingen. Zo worden in verschillende steden, zoals Gent of Brugge, de neuzen tussen concurrerende scholengroepen opnieuw in dezelfde richting gezet.

Vanobbergen wil ook evolueren naar nog meer grote scholengroepen. Er is geen idee-fixe over waar dat moet eindigen, benadrukt hij. Maar de hoop is wel dat het aantal alleenstaande scholen en erg kleine schoolgroepen aanzienlijk daalt. “De complexiteit van de wetgeving, alles rond cybersecurity, bouwdossiers, HR ... al die dingen vragen om schaalgrootte en professionelere besturen”, besluit Vanobbergen.


Blog DS, 27-04-2025 (Klaas Maenhout)