’Studentenleven is niet goed voor je bioritme’


Studenten zijn vaak moe en ongezond, blijkt uit een onlangs gepubliceerd Amsterdams onderzoek. Drie studenten reageren.


„Niet zo”, antwoordt Claire Houg op de vraag hoe gezond zij zichzelf vindt. „Vroeger leefde ik heel gezond; nu sport ik veel minder en drink ik veel meer. Maar ik voel me niet zwak of chronisch vermoeid hoor.”

Houg (23) is vierdejaars rechtenstudent in Leiden. In haar studentenhuis wordt heel gezond gekookt. Maar het grootste probleem met de gezondheid van studenten, denkt zij, is het ontbreken van een vast ritme. Zelf ligt ze regelmatig ’heel laat’ in bed; vijf uur ’s ochtends soms.

„Voor je bioritme is het studentenleven niet echt goed”, lacht ze. En er wordt ’behoorlijk wat gedronken’ op die avonden – door de meiden net zo goed als door de ’gasten’ zegt ze.

Meer dan tien glazen bier haalt zij zelf gemakkelijk, en veel vriendinnen drinken dezelfde hoeveelheid sterke drank. Bacardi-cola en wodka-cola gaan er in nagenoeg hetzelfde tempo doorheen als het bier. „Elke student is in principe een alcoholist.”

Het drinkgedrag van zichzelf en haar medestudenten noemt Houg ’wel wat roekeloos’. „De meesten denken: nu kan het nog, later als ik moet werken niet meer. Af en toe voel ik me daar schuldig over en dan ga ik sporten. Maar ja, dat is natuurlijk niet structureel gezond bezig zijn.”

„Tijd voor lichaamsbeweging kan ik nog wel vinden”, zegt Wilbert Wijers (20), die net van de tennisbaan stapt. Verder doet hij aan voetbal en fitness.

Wijers studeert in Nijmegen ergotherapie. Zijn vakgenoten in Amsterdam waren het meest vermoeid van alle zes onderzochte opleidingen.

„Ik heb dat zelf ook”, zegt de vierdejaars. „Je gaat in de avond nog laat door, met studeren maar ook met de andere activiteiten, zoals de vereniging en sport. We hebben ook regelmatig avondcolleges. Ik ga te laat naar bed. Tja, je kunt er wel eerder in gaan, maar dat betekent lang niet altijd dat je beter uitgeslapen bent.”

Wijers denkt dat studeren vooral psychische belasting met zich meebrengt. „Mensen zien de studietijd te vaak als een puur leuke periode. Maar in deze tijd ligt er toch aardig wat druk op je schouders. Je moet je studiepunten op tijd halen, en daarnaast ook nog een heleboel andere dingen doen.”

„Met een studiebeurs alleen red je het niet. Ik heb daarnaast nog een bijbaantje. Al met al een heel drukke tijd.”

„Ik ga vaak te laat naar bed en daar word je moe van, maar dat komt vooral door het studentenleven”, zegt Carlijn Janssen (22), derdejaars economie aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam.

„Ik zit bij een vereniging en voor je het weet zit je in commissies, kom je op leuke feestjes. En dan drink je te veel, hoewel ik het rustiger aan doe dan in mijn eerste jaar.”

Erg ongezond voelt Janssen zich niet: ze kan zich niet heugen wanneer ze voor het laatst bij de huisarts was. De studie is goed te doen. „Ik heb het geluk dat mijn ouders meebetalen. Ik ken studenten met drie bijbaantjes om hun kamer te betalen.”

In Amsterdam zijn economiestudenten somberder dan anderen. „Hier in Rotterdam is dat omgekeerd”, zegt Janssen. „Bij economie moet je een goeie babbel hebben en een beetje stralen. Ik denk niet dat al mijn medestudenten van binnen ongelukkig zijn. Natuurlijk is studeren soms een fase waarin je worstelt met vragen zoals je toekomst, of vrienden. Maar het is toch vooral een leuke tijd.”


Trouw, 11-04-2006

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB