Werknemers zijn tegen betaling trots op Amazon


Wat is het fijn om te mogen werken in een magazijn van Amazon. Die boodschap verspreiden de ‘Amazon FC ambassadors’ via Twitter. Tegen betaling.


‘Hey, ik weet niet of je dit weet, maar Amazon heeft onlangs een plan aangekondigd om 700 miljoen dollar te investeren in opleidingen voor zijn werknemers. Ik word hier goed behandeld, de voordelen zijn uitstekend, het wordt goed betaald en de werkuren zijn schitterend’. Dat schrijft ‘Cindi’ op Twitter. Ze reageert op een negatieve tweet over de werkomstandigheden bij Amazon.

Dit doet ze niet (alleen) uit spontaan enthousiasme, ze wordt ervoor betaald. ‘Amazon FC ambassador’, staat er achter haar Twitter-naam. Volgens haar profiel werkt ze sinds 2016 bij Amazon, waar ze ‘picker’ is (iemand die goederen uit de rekken haalt), en zijn haar hobby’s dansen, schilderen en wandelen.

Amazon heeft dus een team van betaalde ‘ambassadeurs’ die op sociale media de verdediging van het bedrijf op zich nemen. Maar de jongste dagen namen de Amerikaanse media deze praktijk onder de loep: The New York Times wijdde er gisteren nog een kritisch stuk aan.

Dat Amazon mensen betaalt voor positieve tweets, is niet zo verrassend als je ziet hoeveel slechte pers het bedrijf heeft gekregen over de arbeidsomstandigheden in zijn magazijnen. In 2011 doken verhalen op van arbeiders die bij een temperatuur van 45 graden moesten werken. Er stond een medisch team klaar voor als ze flauwvielen. In juli van dit jaar brak nog een staking uit in een magazijn in Minneapolis.


Vakbonden? Liever niet

De ambassadors bemoeien zich ook met de strijd die Amazon voert om vakbonden buiten te houden. Cindi weer: ‘Vakbonden? Persoonlijk wil ik ze niet. Ik wil niet betalen voor diensten die ik toch al krijg.’

Het gaat, voor zover bekend, om mensen die echt in een magazijn (of fulfillment center, FC) van Amazon werken of werkten. Maar ze zijn door hun werkgever uitgekozen om deel uit te maken van de FC ambassadors, en dat betekent dat ze worden betaald om te tweeten. Of ze altijd hun echte naam en foto gebruiken, is niet duidelijk: enkele accounts veranderden van naam. Dat zou simpelweg kunnen betekenen dat een andere betaalde werknemer de account op dat moment overnam. Na een periode als ambassadeur lijken sommigen, zoals Cindi, terug te keren naar hun gewone werk.

De ambassadeurs bestaan al minstens sinds vorig jaar. In 2018 gaf Amazon aan dat er veertien mensen voltijds op sociale media actief waren, maar aan The New York Times wou het bedrijf deze week niet bevestigen of dat aantal nog klopt. De ambassadeurs ‘zijn werknemers die werken in onze FC’s en feiten delen die zijn gebaseerd op hun persoonlijke ervaring’, vertelde een woordvoerder. De ambassadeurs moeten helpen om ‘het publiek op te leiden over de werkelijke omstandigheden’ in de magazijnen. De meesten lijken in de VS actief te zijn, maar ‘Numan’ werkt naar eigen zeggen in het Britse Coventry, waar ‘veiligheid een prioriteit is’, en de enige robots er zijn ‘om ons te helpen efficiënter te werken’.


Plaspauze

Een andere ambassadeur, ‘Rafael’, werd er online van beschuldigd een bot te zijn (een geautomatiseerde account). Hij ontkent: ‘Ik ben echt picker in het FC, en kreeg de kans om een ambassadeur te zijn’. Hij mengt zich ook in andere conversaties om ‘misverstanden’ uit de wereld te helpen. Bijvoorbeeld dat Amazon-medewerkers soms in een fles plassen om tijd te sparen en hun werk tijdig klaar te krijgen. ‘Hier in Washington is dat nog nooit gebeurd, we kunnen naar het toilet wanneer we willen’.

Clo Willaerts, specialist in digitale marketing, vindt de strategie van Amazon ‘dom’. Want met sociale media – of pr in het algemeen – kun je geen onderliggend probleem fiksen. ‘Het probleem zijn de onmenselijke werkomstandigheden’, zegt Willaerts. Die zetten Europese onlinewinkels onder druk om dezelfde onrealistische levertijden te halen, zegt Willaert. Bovendien is Twitter niet de plek om je imagoprobleem op te lossen: ‘Twitter wordt bevolkt door journalisten en geeks die kritisch staan tegenover de grote technologiebedrijven.’


DS, 17-08-2019 (Dominique Deckmyn)