|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Is Europa klaar voor Trumps nieuwe wereldorde?
‘Onze beste bondgenoot dreigt een vijand te worden. Dat gevaar kan je niet overschatten’
Op het kabinet van Angela Merkel gaat tegenwoordig een Playboy-exemplaar uit 1990 rond. Er staat een interview met Donald Trump in. Alles hebben Europese leiders ervoor over om enige grip te krijgen op de nieuwe Amerikaanse regering. Zeventig jaar trans-atlantische samenwerking dreigt op de schop te gaan. ‘Europa moet nú ontwaken.’ Ze proberen het hoofd koel te houden in Berlijn, maar makkelijk is dat niet. Al een hele tijd probeert de regering van Angela Merkel zicht te krijgen op de plannen van de nieuwe Amerikaanse president. Dat loopt niet van een leien dakje. In het voorjaar van 2015 voerde Peter Wittig, de Duitse ambassadeur in de VS, zijn eerste van vele gesprekken met Jared Kushner, de schoonzoon van Donald Trump. Wittig botste volgens Der Spiegel, dat deze week over die ontmoetingen berichtte, op een man die naarmate de ster van Trump begon te rijzen steeds arroganter en dwingender werd. Dat culmineerde in december in een behoorlijk ondiplomatieke vraag: ‘Maar wat kunnen jullie nu eigenlijk voor ons betekenen?’ Die mercantiele aanpak zijn de Duitsers niet gewoon, toch niet in de Verenigde Staten. Kushner had ook wat rekenwerk gemaakt, zo deelde hij Wittig mee. Hij had uitgevlooid welke landen het grootste handelsoverschot hebben tegenover Amerika. Op 1 stonden de Chinezen, op 2 de Japanners en op 3 de Duitsers. Dat moet, zo zei Kushner, in de toekomst veranderen. Voor de Duitsers is dat soort power talk, net als voor de rest van Europa, grondig aanpassen. Eerder had Christoph Heusgen, de belangrijkste buitenlandadviseur van Merkel, laten weten aan Michael Flynn, de Nationale *Veiligheidsadviseur van Trump, dat de Duitse bondskanselier de nieuwe president graag snel wilde ontmoeten. Maar een concrete afspraak is er nog altijd niet. Pas vandaag zal Trump met Merkel bellen. Precies één dag nadat de Britse premier Theresa May met veel bombarie bij hem op de thee is gepasseerd. Is het Tusk? Of is het Juncker? In de bondsdagfractie van de CDU zei Heusgen vorige week dat hij de indruk had dat de kennis van de Europese Unie niet zeer groot is bij de nieuwe Amerikaanse bewindhebbers. Hij pleitte – wat formuleren diplomaten het soms mooi – voor ‘strategisch geduld’. ‘Ik kan me voorstellen dat ze in Duitsland in het duister tasten’, zegt Jan De Bock. Hij was Belgisch consul in New York ten tijde van Ronald Reagan en permanent vertegenwoordiger van ons land bij de EU in de eerste jaren van dit millennium. ‘Als er een nieuwe president aantrad, activeerde de Europese diplomatie vroeger haar netwerk. Via een aantal denktanks – zoals de Council on Foreign Relations of het German Marshall Fund – hadden we toegang tot het “foreign relations establishment”. Meestal kenden we de figuren die in de running waren voor hoge posten. Maar nu heeft dat soort contacten geen zin. Trump heeft bewust mensen gerekruteerd die uit andere kringen komen. Het maakt de toestand erg onvoorspelbaar. En onvoorspelbaarheid is gevaarlijk in buitenlands beleid. Als je de andere niet kent, worden er sneller verkeerde conclusies getrokken.’ Ook al omdat Trump de misverstanden wel eens in de hand werkt. Hij liet voor Nieuwjaar weten dat alle ambassadeurs uit het Obama-tijdperk hun post op 20 januari, de dag van zijn eedaflegging, moesten verlaten. Toen een aantal onder hen naar een korte verlenging polste, bijvoorbeeld om de kinderen het schooljaar te kunnen laten afmaken, kwam er een negatief antwoord. Dat maakt dat veel Amerikaanse ambassades in Europa momenteel onbemand zijn. Misschien verklaart het mee waarom Trump in zijn interview met The Times en Bild, twee weken geleden, vertelde dat hij een goed gesprek had gehad met Jean-Claude Juncker, ‘het hoofd van de Europese Unie, a very fine gentleman’. Achteraf bleek dat Trump tien minuten met Donald Tusk aan de lijn had gehangen. Een oude slogan Er mag dan heel wat diplomatieke mist over de Atlantische Oceaan hangen, helemáál blind vaart men niet in de Europese hoofdsteden. Omdat Trump, zeker op zijn Twitter-account, zo veel kanten opschiet, verdwijnt wel eens uit beeld dat zijn kijk op internationale politiek eigenlijk al dertig jaar bijzonder stabiel is. In 1987 publiceerde hij een open brief in The New York Times waarin hij zei dat andere landen ‘geprofiteerd’ hadden van de VS. ‘Ze overtuigen ons om hun verdediging te betalen, terwijl ze op *briljante wijze hun munt zwak houden tegenover de dollar’, klonk het toen. De titel boven dat schrijven luidde: ‘There’s nothing wrong with America’s Foreign Defence Policy that a little backbone can’t cure’. Dat ging toen allicht niet in de eerste plaats over Europa, maar in 2000 – in zijn boek The America We Deserve – had hij het wél over ons. ‘Ons terugtrekken uit Europa zou dit land miljoenen dollars per jaar opleveren’, heette het toen. In een interview met Playboy formuleerde hij het in 1990 nog iets plastischer: ‘Onze “bondgenoten” verdienen miljarden door ons te naaien.’ Dat Playboy-exemplaar gaat nu naar verluidt druk rond op het kabinet van Merkel. We leven echt in andere tijden. Een jaar geleden ontwaarde de Amerikaanse politicoloog Thomas Wright al een heldere lijn in Trumps geopolitiek denken: de nieuwe president verwerpt de liberale wereldorde die zijn land sinds de Tweede Wereldoorlog heeft opgebouwd. Wright zag een drietal constantes. Ten eerste gelooft Trump niet dat Amerika zijn bondgenoten militair moet bijstaan, hij verwerpt de stelling dat ook de VS beter worden van florerende allies. Ten tweede beschouwt hij zijn land als een slachtoffer van de globalisering. Van wereldhandel wordt niet iedereen beter. Het is in zijn denken een zero-sum game: als de ene het goed doet, moet dat wel ten koste van de andere gaan. En, tot slot, heeft hij iets met autoritaire leiders. Trump lijkt niet overtuigd dat de democratie uiteindelijk altijd het beste resultaat oplevert. Daarmee zet hij de botte bijl in de drie pilaren onder het internationale VS-beleid van de afgelopen zeventig jaar. Pilaren die zowel voor liberals als neocons onwankelbaar waren. Dat wil niet zeggen dat Trump zich volledig buiten de Amerikaanse geschiedenis plaatst. Hij knoopt eerder aan bij een koers die vóór de Tweede Wereldoorlog op enige populariteit kon rekenen. Toen voerde Charles Lindbergh, vliegenier en isolationist uit de jaren 30, campagne tegen een oorlog met Adolf Hitler. Zijn slogan was... America First. Hij eiste er, zeventig jaar later, de hoofdrol mee op in Philip Roth’s roman The Plot Against America. Amerikaanse paraplu ‘De verkiezing van Trump is een game changer’, zegt de Franse intellectueel Dominique Moïsi onomwonden aan de telefoon. ‘Zeventig jaar lang waren de Verenigde Staten de belangrijkste garantie voor veiligheid in Europa. Nu dreigt dat land een vijand te worden. Die evolutie kan je niet overschatten. We dreigen in een gevaarlijke situatie te belanden.’ In het verhaal dat op dit continent graag verteld wordt over de oprichting en groei van de Europese Unie, is de Amerikaanse invloed grotendeels uitgevlakt. Geleerd uit de gruwel van de Tweede Wereldoorlog besloten de Europese natiestaten de handen in elkaar te slaan. Daardoor leeft dit continent al decennia in vrede. Dat is de mythe. Maar dat was nooit gelukt zonder de druk en de steun vanuit de VS. In een invloedrijk essay wees Josef Joffe, uitgever van Die Zeit, er in 1984 op dat ‘Amerika, door West-Europa tegen andere te beschermen, de helft van het continent ook tegen zichzelf had beschermd’. Kort gezegd: doordat de Amerikanen hun militaire paraplu opentrokken, konden de West-Europese natiestaten de handen in elkaar slaan en economisch beginnen te bloeien. Landen als Frankrijk of West-Duitsland moesten, dankzij de Navo en dus dankzij de VS, minder in hun eigen veiligheid investeren dan anders nodig was geweest. En terwijl het Amerikaanse militaire apparaat de afgelopen decennia een almaar grotere hap uit de begroting nam (ondertussen ongeveer 3,5 procent), beknibbelden de Europese lidstaten sinds het einde van de Koude Oorlog steeds meer op hun defensie-uitgaven. In België zitten we rond de 1 procent. Dat kon allemaal, omdat de uitbouw van het Europese project ook in Washington prioritair was. Cognitieve dissonantie Maar die tijd is helemaal voorbij. In zijn Times/Bild-interview zei Donald Trump dat het hem niet uitmaakt of Europa nu al dan niet ophoudt te bestaan. Hij merkte fijntjes op dat de Britten het goed doen na het Brexit-referendum. Hij voegde eraan toe dat er wellicht nog andere landen naar de uitgang zullen wandelen. Het spoort allemaal perfect met de afkeer voor multinationale instellingen die je ook bij Trumps strategisch adviseur Steve Bannon terugvindt. Dat soort vehikels past niet in de culturele revolutie die de alt-right-beweging op het oog heeft. Ze zijn een rem op de ‘internationale van nationalisten’. Vandaar dat er deze week ook geruchten opdoken, als zou de Trump-regering de steun aan de VN willen intrekken. Vandaar dat er gefoeterd wordt op de Wereldhandelsorganisatie. En vandaar dat de president zelf de Navo, in dat voorlopig enige Europese interview, een ‘achterhaalde’ instelling noemde. Europese diplomaten proberen zich de jongste dagen vast te klampen aan de uitspraken van Trumps Defensieminister. James Mattis zei, tijdens zijn hoorzittingen in het Congres, dat hij zich wél achter het Noord-Atlantische bondgenootschap schaart. Ze wijzen er ook op dat Barack Obama en andere presidenten voor hem eveneens aandrongen op hoge defensiebijdragen van de Europese Navo-lidstaten. Trump formuleert alleen iets ‘bruusker’. Ze hopen ook dat het Republikeins establishment uiteindelijk de rug zal rechten. Maar daarmee lijken de diplomaten, net als hun politieke leiders, vooral zichzelf te willen overtuigen. De les van de eerste Trump-week lijkt toch vooral dat hij van plan is te doen wat hij beloofd heeft. Het verschil tussen ‘strategisch geduld’ en cognitieve dissonantie kan soms klein zijn. Vijfentwintig jaar te laat ‘Zonder de toewijding van de Amerikanen zou de Europese Unie nooit geworden zijn wat ze nu is’, zegt Mathieu Segers, hoogleraar Europese integratie aan de Universiteit van Maastricht. ‘Dat maakt de vraag onvermijdelijk of het project overeind blijft als de VS een isolationistischere koers gaan varen. Trump heeft gezegd dat hij artikel 5 van het Navo-verdrag niet automatisch zal respecteren. Als één lidstaat wordt aangevallen, wil hij niet zomaar bijspringen. Dan hangt het ervan af of die lidstaat ook voldoende bijdraagt. De impact van zo’n uitspraak mag je niet onderschatten.’ ‘Eigenlijk berusten internationale afspraken, zoals de hele Navo-constructie, op een afspraak. Als die afspraak niet meer geloofwaardig is, kan het snel bergaf gaan. Weet je, eigenlijk hadden we ons dit soort vragen als Europeanen reeds 25 jaar geleden moeten stellen, na de val van de Berlijnse Muur. Wat als de Amerikanen er niet meer zijn? We hebben die kwestie altijd voor ons uitgeschoven. Nu belandt ze alsnog op ons bord. En niemand kent het antwoord.’ We weten wel wat het uitgangspunt is: Trump komt aan de macht op een moment waarop de wereld om ons heen compleet uit balans lijkt. Aan de zuidkant van het continent woedt er al jaren een oorlog in Syrië en trekt president Erdogan in Turkije steeds meer macht naar zich toe. Aan de oostgrens van Europa begint de Russische beer almaar vervaarlijker te grommen. Twee jaar geleden al zei Europees commissaris Frans Timmermans, in een lezing in Nederland, dat dit een wereld is ‘die vraagt om realpolitiek’. En daar gaat Donald Trump, gekend om zijn rustige vastheid, nu een belangrijke rol in spelen. Belgisch leger van 1940 Daar is Europa totaal niet klaar voor. Sven Biscop, defensiespecialist van de UGent, vergelijkt de Europese Unie op militair gebied met het Belgisch leger in 1940, ten tijde van de Duitse inval. Dat is niet bedoeld als compliment. Er zijn veel manschappen – ongeveer anderhalf miljoen geüniformeerden – maar er heerst ook een groot gebrek aan vuurkracht en leiderschap. ‘We moeten ontwaken’, zegt Biscop. ‘Eigenlijk hadden we dat al ten laatste in 2008 moeten doen, toen Poetin in Georgië binnenviel. Twee jaar geleden kwam er met de Oekraïne-crisis een nieuwe wake-upcall. Europa moet op defensievlak veel meer samenwerken. Het denken begint de laatste tijd een beetje te evolueren, maar het blijft traag gaan. Of het na Trump wel zal lukken? Ik ben sceptisch.’ Volgens Biscop zijn er niet in de eerste plaats extra middelen nodig. De Europese lidstaten geven bijna 200 miljard euro uit aan defensie. Dat is meer dan de Russen of de Chinezen. Biscop noemt de vraag van Amerika om twee procent van onze uitgaven aan het leger te spenderen daarom ‘een fetisj’. ‘Allicht zullen de uitgaven een beetje omhoog moeten, maar ik denk dat we vooral minder geld moeten verspillen’, zegt hij. ‘Het is doordat alle lidstaten naast elkaar blijven werken, dat we zo afhankelijk blijven van de VS. We hebben een tekort aan transport*schepen en -vliegtuigen. We kunnen nauwelijks bijtanken in de lucht. We zijn afhankelijk van hun satellieten en hun drones.’ Cruciale Navo-top Het is ook niet zo dat er niets gebeurt. Er zijn lidstaten die reeds afspraken maken over hun legeraankopen. En zeker nu de Britten op weg zijn naar de uitgang, lijkt iets meer ambitie mogelijk. Het is niet langer alleen Guy Verhofstadt die voor een Europees leger pleit. In een strategische nota van halfweg vorig jaar pleitte Federica Mogherini, Hoog Vertegenwoordiger voor het Buitenlands Beleid, voor een veel ‘realistischere’ militaire koers. Ook Ursula von der Leyen, de Duitse minister van Defensie, verklaarde zich voorstander van meer samenwerking, net als de Franse presidentskandidaten Emmanuel Macron en François Fillon. Maar het blijft hoogst twijfelachtig of de kwantumsprong die nodig is, nu gezet zal worden. Vooral omdat het erg snel moet gaan. In juni staat er in Brussel al een Navo-top op het programma: de eerste van Donald Trump, de tweede van Theresa May. Als de Europese regeringsleiders daar – oog in oog met twee power players die hun project niet genegen zijn – niet uit één mond spreken, zou dat een afgang zijn. Maar het is niet onmogelijk. Het veto van Boris Zeker omdat de geschiedenis niet geruststellend is. Er zijn de afgelopen zestig jaar vaak plannen gemaakt om de Europese, militaire krachten te bundelen. Ze liepen altijd spaak op nationale belangen. Toen er in 1954 alles rond leek te zijn voor een Europese Defensiegemeenschap, torpedeerde het Frans parlement de plannen in allerlaatste instantie. Toen Verhofstadt ruim tien jaar geleden een Europees militair hoofdkwartier wilde uitbouwen, riep hij de toorn van de Britten en de Amerikanen over zich af. Ook nu liggen er wolfsijzers en schietklemmen op de weg. Het staat in de sterren geschreven dat Poetin en wellicht ook Trump de Europeanen uit elkaar zullen proberen te spelen. Zal de Hongaarse premier Viktor Orban, die na de Amerikaanse verkiezingen meteen een vreugdetweet verstuurde, zich achter een Europese defensiepolitiek blijven scharen? Wat doen de Polen? En welke rol gaan de Britten spelen? Het helpt niet dat de regering van Theresa May voorlopig nog altijd mee aan tafel zit. Om slechts één voorbeeld te geven: toen de Europese ministers van Buitenlandse Zaken twee weken geleden een tekst wilden goedkeuren waarin ze hun steun uitdrukten voor een Frans overleg over het Midden-Oosten, botste dat op een veto van Boris Johnson. De Brit wilde Trump niet op de zenuwen werken. De Deutsche Frage Er is nog iets wat zorgen baart, volgens Mathieu Segers. ‘De urgentie is nu heel groot’, zegt de Nederlander. ‘En snel beslissen staat haaks op de traditie van de instellingen. Tijd was altijd de grootste vriend van Europa. Als men er niet uitraakte, loste men het de volgende keer op. Helaas is de status-quo nu geen optie meer. Kijk naar de migratiecrisis. De terrorismedreiging. Trump en Poetin. De onvrede in onze eigen democratieën. Ik denk dat de stichtende landen van de EU nu voluit aan de kar moeten trekken. Desnoods moeten ze met een beperkte groep een nieuw startmoment creëren. De nieuwe lidstaten moeten dan maar uitmaken of ze nog mee willen doen. Anders vrees ik dat het voorbij is. Maar hebben ze die kracht nog? De verkiezingen in Frankrijk en Duitsland worden erg belangrijk.’ Segers betwijfelt ook of de Duitsers klaar zijn om de leiding te nemen, zeker op defensievlak. Hij noemt het ‘ironisch’ dat er nu naar hen gekeken wordt. ‘De hele EU is opgezet met de bedoeling de Duitsers er militair onder te houden’, zegt de professor. ‘En nu zouden ze op dat vlak de leiding moeten nemen? Ik betwijfel of het zal gebeuren. Ze blijven daar terughoudend als het over oorlog gaat. Het zou wel eens kunnen dat er, voor er een sprong voorwaarts gemaakt kan worden, eerst doden moeten vallen. Tot op dat moment heeft Europa maar één kaart om mee te spelen: die van de soft power, van de diplomatie.’ Wat met onze F-35’s? Volstaat dat? Of moeten we ons zorgen over maken? Het is niet moeilijk om doemscenario’s te verzinnen. Wat als Poetin opnieuw in het Oekraïens potje begint te rommelen? Wat als hij ook de Baltische grens oversteekt? Dominique Moïsi richt al zijn hoop op zijn landgenoten. Onze zuiderburen kiezen in mei wie hun nieuwe president wordt. ‘Er rust een grote verantwoordelijkheid op de schouders van het Franse volk’, zegt de Franse denker. ‘Wij kunnen tonen dat de overwinning van de populisten niet onvermijdelijk is. Ik hoop dat we een president verkiezen die begrijpt dat de as tussen Berlijn en Parijs nu écht cruciaal wordt. Maar zelfs dan wordt het aartsmoeilijk. Op een aantal essentiële vlakken lopen de emoties op dit continent compleet uit elkaar. In Zuid-Europa leeft de angst voor de Russen niet, terwijl de Balten het doodsbenauwd hebben. En die Balten beleven de migratiecrisis dan weer compleet anders dan de Grieken of de Italianen. Wel, als je geen gemeenschappelijke emoties hebt, kan je ook geen gemeenschappelijk beleid voeren.’ Niet alleen de Franse kiezer, maar ook de Belgische regering staat voor een cruciale beslissing. Tegen het einde van de legislatuur wil de ploeg van Charles Michel (MR) de knoop doorhakken over de aankoop van 34 nieuwe straaljagers. Er zijn vijf kandidaten voor dit ‘contract van de eeuw’. Daarvan komen er drie uit Europa: de Franse Rafale van Dassault, de Gripen E van het Zweedse Saab en de Britse Eurofighter. En daarnaast leken er ook twee Amerikaanse opties te zijn: de F-18 van Boeing-McDonnell en de F-35 van Lockheed Martin. Dat laatste toestel lijkt de beste kansen te hebben. Boeing-McDonnell trok zijn F-18 onlangs zelfs terug om het zijn Amerikaanse concurrent niet te moeilijk te maken. De Belgische legertop kan zijn enthousiasme voor de F-35 dan weer moeilijk verbergen. Het heeft minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) er al eens toe gedwongen te ontkennen dat er al iets beslist was. Defensiespecialist Sven Biscop wil zijn voorkeur niet uitspreken, al geeft hij wel mee dat ‘de kaarten van de F-35 niet beter geworden zijn de afgelopen maanden’. Dat heeft alles met de Amerikaanse presidentsverkiezingen te maken. Die hebben een dossier dat sowieso al erg geladen was, nu onder hoogspanning gezet. Buy American, het is in Trump-tijden niet makkelijk uit te leggen voor een Europese regering. DS, 28-01-2017 (Ruud Goossens)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB Laatst aangepast door Barst : 14th February 2017 om 20:58. |