De freinet- en steinerscholen zien het aantal leerlingen toenemen. ‘Ouders zijn het traditionele onderwijs kotsbeu.’

Met 27.387 waren ze vorig schooljaar, het aantal leerlingen dat les volgt in het methodeonderwijs. Dat is liefst 17 procent meer dan in het schooljaar 2011-2012, toen ging het om 23.341 leerlingen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Vera Celis (N-VA) opvroeg bij Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V).
Het gaat om scholen die zich baseren op de pedagogische ideeën van mensen als Rudolf Steiner, Célestin Freinet, Helen Parkhurst (daltononderwijs), Maria Montessori... Elk heeft eigen accenten, maar bijna allemaal onderwijzen ze kinderen door hen te stimuleren vanuit de eigen interesses. De leerlingen krijgen een grote zelfstandigheid en bepalen mee aan welke projecten ze zullen werken. Vaak zitten ze niet in typische jaarklassen, maar door elkaar, in graadklassen of leefgroepen.

Creativiteit
Het is een aanpak die volgens Kris Denys van de Federatie van Onafhankelijke Methodescholen (Fopem) steeds meer ouders bekoort. ‘Wij krijgen geregeld leraren en ouders over de vloer die een nieuwe methodeschool willen oprichten’, zegt hij. ‘De ontevredenheid over het traditionele onderwijs is groot door de betutteling en disciplinering, de anonimiteit en grootschaligheid. De kinderen mogen er niet buiten de lijntjes kleuren en er is weinig plaats voor creativiteit.’
Nochtans krijgt het methodeonderwijs geregeld kritiek. Uit een onderzoek van de KU Leuven enkele jaren geleden bleek nog dat kinderen er slechter scoren voor wiskunde. ‘Maar of dat nu lag aan de kenmerken van onze leerlingen of aan onze methodes, was onduidelijk’, zegt Denys.

Middelbare scholen
De freinetscholen blijven wel de grootste, met ruim 12.413 leerlingen in het basisonderwijs. Op de tweede en de derde plaats staan de leef- en steinerscholen. Maar de grootste groeier is het zogenaamde ‘ervaringsgericht onderwijs’ (EGO). Die scholen noteren een stijging van 29 procent, van 2.334 leerlingen naar 3.182. Het betreft geen strikte methodescholen, maar onderwijs waarbij de betrokkenheid en het welbevinden van leerlingen centraal staan.
In het middelbaar komt het methodeonderwijs minder vaak voor, maar ook daar steeg het aantal leerlingen met 11 procent.

Bron: De Standaard: http://www.standaard.be/cnt/dmf20161225_02644925
Datum: 26 december 2016

Mijn mening: Ik vind het opmerkelijk dat er steeds meer leerlingen overstappen naar het niet-traditionele onderwijs. We zouden ons daarom vragen moeten stellen bij het traditionele onderwijs. Wat zou de reden zijn dat leerlingen overstappen, wat zouden we hier kunnen uit meenemen naar het gewone onderwijs? Ik denk dat er in het traditionele onderwijs een verandering zou moeten zijn wat betreft differentiatie en opvolging van de leerlingen. De leerlingen moeten soms eens los gelaten worden en zelf dingen ontdekken, maar ik vind dat het traditionele onderwijs ook voordelen biedt. Volgens een onderzoek van KULeuven is er wel degelijk een verschil in resultaten bij de leerlingen in traditioneel en niet-traditioneel onderwijs. Dit onderzoek zouden ze moeten uitbreiden en nagaan of dit aan het onderwijs ligt of aan de leerlingen die voor dat bepaald onderwijs kiezen. Sommige leerlingen gaan misschien naar het niet-traditionele onderwijs omdat ze daar beter begeleid worden. Het traditionele onderwijs zou hier dan beter op kunnen inspelen. Langs de andere kant kunnen steinerscholen en freinetscholen misschien ook beter opgevolgd worden zodat ze leerplandoelen bereikt worden en leerlingen geen achterstand opbouwen t.o.v. leerlingen in andere scholen.