‘Jongeren: zeg wat dit land beter kan maken’

Zeven studenten van de faculteit Sociale Wetenschappen aan de KU Leuven hebben het ‘YOU-nite’-platform gelanceerd, waarop ze filmpjes van vijftien seconden verzamelen waarin jongeren - vooral zij die zich minder kansrijk voelen - hun toekomstdromen of wensen kunnen uiten. Doel is de filmpjes binnen twee weken voor te stellen tijdens een ontmoeting met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en premier Charles Michel.

‘Het idee erachter is dat sociale cohesie, het gevoel te hebben dat iedereen evenveel kansen krijgt, de voedingsbodem van extremistisch gedachtegoed tegengaat’, zegt Thomas Frissen, die aan de KU Leuven onderzoek doet rond het thema, en de studenten coacht. ‘In de video van vijftien seconden is het de bedoeling dat jongeren zeggen wat er kan veranderen in België, wat dit land nóg beter kan maken.’

Het team van Leuvense studenten trekt de komende weken de straat op om filmpjes te verzamelen. Intussen zijn er al een zestigtal opgenomen. Jongeren kunnen ook zelf een filmpje maken en doorsturen via e-mail of via de Facebookpagina van het project.

Bedoeling is om de ‘digitale petitie’ op 5 december voor te stellen aan minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en/of premier Charles Michel. Het Leuvense project is onderdeel van een internationaal project rond dezelfde thema’s, dat uitgaat van Facebook en de Amerikaanse overheid, en waar in totaal 125 teams aan deelnemen. De drie beste teams zouden hun project in het Witte Huis mogen voorstellen, met het oog op het wereldwijd uitrollen van een gelijkaardig platform.

http://www.standaard.be/cnt/dmf20161124_02589276

Mening: Ik vind dit een goed idee omdat de politiek vaak geen voeling heeft met de realiteit. Zo worden er soms maatregelen genomen die achterhaald zijn of niet ingaan op de noden van de bevolking. Daarnaast vind ik het raar dat dit iets internationaal is want de visie van jongeren is verschillend naar gelang het land waar ze leven. Zo zullen westerse jongeren andere behoeften hebben dan jongeren in 3e wereldlanden.