|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
Wil ons schoolsysteem wel hoogbegaafde kinderen?
5 misvattingen over hoogbegaafdheid en 1 noodkreet
Misvatting 1: Een hoogbegaafd kind maakt nooit fouten Een hoogbegaafd kind is toch super slim? Als je een schooljaar overslaat, moet je bij elke toets en rapport jezelf weer bewijzen. Anders sluipt de twijfel in de hoofden van leerkrachten en vooral van het kind zelf. Perfectionisme, faalangst en een laag zelfbeeld zijn typische eigenschappen voor heel wat hoogbegaafde kinderen. Wat doe je met een kleuter die pertinent weigert te tekenen (omdat zijn tekening nooit op een écht paard zal lijken)? Wat doe je met een kind dat weigert 1 Frans woord uit te spreken (omdat zijn uitspraak niet perfect is)? Misvatting 2: Een hoogbegaafd kind heeft super punten Beeld je eens in. Je kent al enkele maaltafels. Maar je klasgenootjes doen er 3 weken over om de maaltafel van 2 te leren. Dan verveel je je te pletter. (Bij volwassenen heet dat een bore-out.) Dan begin je te droedelen en vliegen op het plafond te tellen. Gevolg: je geraakt op de duur écht achterop met de leerstof of vertoont gedragsproblemen. Is jullie kind echt zo slim als jullie beweren? Was een jaartje overslaan wel een goed idee? Een hoogbegaafd kind dat een schooljaar overslaat, staat in theorie tegen kerstmis op hetzelfde niveau als zijn klasgenoten. Vanaf dan heeft zijn motor wéér extra uitdaging nodig. Anders vallen zijn hersenen in slaap van verveling. Herhaling – dé manier om kennis te verwerven op school - is de doodsteek van hoogbegaafde kinderen. Misvatting 3: Een hoogbegaafd kind heeft geen hulp nodig in de klas Met wat geluk mag je in een hoekje extra (moeilijke) taken in stilte afwerken. Of hulpje van de juf of meester spelen en de leerstof uitleggen aan klasgenootjes. Maar wil je wel anders zijn dan de andere kinderen? Mogelijk gevolg: je gaat bewust minder je best doen om niet op te vallen en niks extra te moeten doen. Onopvallend onderpresteren is een groot talent van heel wat hoogbegaafde kinderen. Misvatting 4: Een hoogbegaafd kind moet niet studeren Eén blik op die nieuwe Franse woordjes is genoeg om een goede toets te doen. De regel van drie ken je niet omdat je al lang je eigen trucjes en regeltjes hebt ontwikkeld om moeilijke berekeningen te maken. En tegen dat je 100 Latijnse woordjes moet blokken, haak je af. Want je hebt nooit leren leren. Simpele trucjes zoals de vertaling met een kaartje bedekken en oefenen ken je niet. Moeite doen en eens tegen de muur botsen ook niet. Misvatting 5: Hoogbegaafd zijn is fijn Jij bent slim, leuk! Je zou eens moeten weten hoe het elke dag stormt in het hoofd van een hoogbegaafd kind. Als je als kleuter op Karrewiet nieuws ziet over een gekapseisd schip, flitsen er zoveel vragen door je hoofd. Hoe lang kan je onder water blijven voor je sterft? Hoe ziet een dood iemand er uit? Hoe geraken die dode lichamen uit de zee op het kerkhof? En dan kijkt je mama raar dat je paniekerig bent bij een toeristisch boottochtje drie jaar later. En waarom blijft een hoogbegaafd kind op de speelplaats rustig in een hoekje een boek lezen? Als bij trefbal de minst sportieve kinderen nooit koning mogen zijn, word je boos omdat dat zo onrechtvaardig is. Andere kinderen begrijpen niet waarom je plots begint te huilen en niet meer wil meespelen. Hoogbegaafd zijn is meer dan boven gemiddeld slim zijn. Een hoogbegaafd kind is niet alleen een IQ-cijfer, maar ook een mix van typische eigenschappen zoals een groot onrechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme en faalangst. En typische extra labeltjes zoals hoogsensitief of autistische trekjes krijg je er vaak gratis bij. 1 noodkreet: geef hoogbegaafde kinderen ook een plek in het schoolsysteem • Maak een jaar overslaan voor alle of bepaalde vakken evengoed een optie als een jaar blijven zitten of leerstof bijwerken. • Gebruik socio-emotionele ontwikkeling niet als argument om niet te versnellen. Een leerling die blijft zitten is omgekeerd toch ook socio-emotioneel een jaartje ouder dan zijn klasgenoten? • Geef hoogbegaafde kinderen ook extra zorg in de vorm van zorguren, leerlingenbegeleiding, plus- of kangoeroeklas. • Zet het CLB ook in op hoogbegaafde kinderen en niet alleen voor kinderen die moeilijker mee kunnen. Overbevraagd is geen argument om zo weinig voor hoogbegaafde kinderen te doen. • Gooi de grenzen open tussen lager, secundair en hoger onderwijs. Want wat met een kind in het 6de leerjaar of 6de middelbaar dat al uitdaging van het 1e middelbaar of hoger onderwijs nodig heeft? Bron: Frederix, S. (sd). (06/11/2016) Opinie: "Wil ons schoolsysteem wel hoogbegaafde kinderen?". Opgehaald van De Morgen: http://http://www.demorgen.be/opini...deren-bed135f4/ Mening: Ik ben het eens dat er een paar misvattingen zijn over hoogbegaafde kinderen. Zij kunnen dan wel zonder al te veel moeite leerstofonderdelen verwerken, m.a.w. op cognitief vlak zijn zij sterk. Niettemin zien wij andere problemen waarmee ze te kampen hebben (té) vaak over het hoofd. Ten eerste dreigt het gevaar dat een hoogbegaafde leerling de lat voor zichzelf (té) hoog gaat leggen waardoor er m.a.w. prestatiedruk ontstaat wat uiteindelijk kan uitmonden in faalangst. Ten tweede is het mogelijk dat hij/zij, naargelang zijn/haar schoolloopbaan vordert, te kampen krijgt met studieproblemen, omdat hij/zij voordien nauwelijks heeft geleerd om te leren leren. Nochtans is dit van primordiaal belang in het secundair en hoger onderwijs) waar men in staat moet zijn om grotere, complexere leerstofinhouden te verwerken. Ten slotte kunnen er ook sociaal-emotionele problemen ontstaan, omdat men als "anders" wordt beschouwd door klasgenoten waardoor men buiten de groep dreigt te vallen. De drang om "erbij te horen" is als jongere nochtans zéér belangrijk. Dit is helemaal niet de schuld van de hoogbegaafde leerling. Vele mensen denken nog altijd dat hoogbegaafdheid alleen maar voordelen met zich meebrengt. Bovenstaande voorbeelden tonen wel degelijk het tegendeel aan. Het is volgens mij zelfs mogelijk dat een hoogbegaafde leerling na een tijdje zijn/haar 'voorsprong' op de andere leerlingen als een 'blok aan zijn/haar been gaat beschouwen', want hij/zij wil misschien niet anders zijn dan de anderen. Hiermee wil ik niet zeggen dat men alle hoogbegaafden 'over één kam mag scheren'. Ook onder hoogbegaafde leerlingen zijn er immers tal van verschillen: verschillende profielen, verschillende denkstijlen, verschillende gevoeligheden, enz. Bijgevolg bestaat er volgens mij niet een soort van 'algemene handleiding' om er mee om te gaan. Ik vraag me dan ook soms wel eens af of het huidige schoolsysteem voldoende is afgestemd op hoogbegaafde leerlingen. Vaak denk ik namelijk dat er nog steeds eerst naar de leerlingen wordt gekeken die 'een achterstand' hebben op andere leerlingen (vb. bijlessen inlassen onder de middagpauze), om pas daarna aandacht te schenken aan leerlingen met 'een voorsprong'. Naar mijn mening mag de groep hoogbegaafden zeker en vast niet aan het oog van de leerkracht ontsnappen, want zij hebben evenveel nood extra begeleiding. Kortom, differentiëren is m.a.w. de boodschap, proberen om zo goed mogelijk in te spelen op de verschillen tussen leerlingen onderling. Leerlingen die hoogbegaafd zijn, hebben nood aan extra uitdaging, zodat zij zich ook in hun zone van de naaste ontwikkeling (Vygotski) bevinden. De zone van de naaste ontwikkeling is namelijk van primordiaal belang om een leerling te stuwen naar zijn/haar beste niveau, om het maximale uit zijn/haar capaciteiten te halen. Differentiatie houdt m.a.w. onderwijs op maat in. Spijtig genoeg blijkt dit tijdens bepaalde lessen nog een utopie te zijn in grote klasgroepen. Niettemin moeten alle leerkrachten naar mijn mening tenminste ernaar streven om zo goed mogelijk in te spelen op de verschillen tussen leerlingen onderling, te differentiëren, zodat zoveel mogelijk leerlingen, liefst allemaal, hun noden worden vervuld. |