|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Deze hervorming is geen vooruitgang
Deze hervorming is geen vooruitgang
Er dreigen – misschien nog méér dan nu – veel leerlingen verkeerd georiënteerd te worden door de onderwijshervorming die de Vlaamse regering zaterdagochtend aankondigde, vreest onderwijsdeskundige Ides Nicaise. Wat velen met hun ellebogen aanvoelden, wordt bevestigd: de hervorming van het secundair onderwijs die uit de politieke pijplijn komt, is erg verschillend van wat onderwijskundigen acht jaar geleden hebben bepleit. Een vooruitgang kan je het niet echt noemen. De belangrijkste aanleiding voor de hervorming van het secundair was de pijnlijke vaststelling dat het Vlaamse onderwijs tot de meer inegalitaire systemen in het rijke Westen behoort. Wetenschappers zijn het roerend eens dat dit ligt aan het watervalsysteem (met ongelijke niveaus tussen ASO, TSO en BSO) en aan een te vroege oriëntering van leerlingen. In de meeste ontwikkelde landen gebeurt de oriëntering pas op 16 jaar; bij ons is dat de facto al op 12 jaar (de instap in het secundair onderwijs). Met de hervorming wordt dat in principe 13 jaar (het tweede jaar). Het lijkt een (kleine) stap in de goede richting, maar je moet ook rekening houden met de andere aspecten van de hervorming. In het huidige systeem zijn er nog heel wat studierichtingen met een ‘dubbele finaliteit’: aan het einde van het secundair onderwijs kan je dan nog kiezen: ofwel voor een vervolgopleiding in het hoger onderwijs, ofwel voor een overstap naar de arbeidsmarkt. Studierichtingen met een dubbele finaliteit zijn essentieel om nog zoveel mogelijk deuren open te houden na het secundair onderwijs. Met de hervorming wordt er een sterkere scheiding aangekondigd tussen studierichtingen die gericht zijn op doorstroming naar het hoger onderwijs enerzijds, en richtingen die uitmonden in de arbeidsmarkt anderzijds. Dat onderscheid naar finaliteit zou al duidelijk ingebouwd worden in de tweede graad (3e leerjaar), met andere woorden: in volle puberteit zouden al doorslaggevende keuzen moeten gemaakt worden over de verdere toekomst van jongeren, terwijl ze op die leeftijd zelf nauwelijks iets van de volwassen wereld hebben gezien en zelfs hun eigen talenten nog niet hebben kunnen ontdekken. Er zullen dus – misschien nog méér dan nu – veel leerlingen verkeerd georiënteerd worden. Het gevolg is frustratie, demotivatie, onderpresteren, vroegtijdig afhaken en een afkeer van onderwijs. Recent onderzoek toont zelfs aan dat die vroegtijdige stratificatie in het onderwijs leidt tot minder democratische attitudes bij jongeren. Inderdaad: je vormt jongeren niet tot democratisch burgerschap in een ondemocratisch onderwijssysteem. Waarom heeft de Vlaamse regering dan deze averechtse keuze gemaakt? Vooral om efficiëntieredenen: in de voorbije jaren stelde het ministerie vast dat de ‘dubbele finaliteit’ van heel wat huidige studierichtingen geen succes was: noch de slaagcijfers in het hoger onderwijs, noch de aansluitingen op werk bleken bevredigend. Die diagnose willen we niet betwisten, maar wel de conclusie die de regering daaruit trok: wat niet goed werkt wordt weggesnoeid, zonder dat de oorzaak van het probleem wordt weggewerkt. En die oorzaak is… de afwezigheid van een brede en sterke eerste graad, die aan elke jongere alle nodige basiscompetenties moet verzekeren om later nog alle richtingen uit te kunnen. De curriculumhervorming dreigt dus – alweer – een gemakkelijkheidsoplossing te worden. De echte oplossing was een investering in de diepte. Halfslachtig Ten slotte is het behoud van het oude en het hervormde stelsel naast elkaar een slecht compromis. Velen zullen zich herinneren dat de vorige hervorming (in de jaren ’70) onder andere op diezelfde halfslachtigheid is vastgelopen. Conservatieve scholen zullen zich blijven profileren, ofwel met een (pseudo-)elitair aanbod van sterke ASO- en/of TSO-richtingen, gericht op de kinderen uit sociaal sterkere milieus, ofwel als TSO-BSO-scholen voor de (sociaal) zwakkere leerlingen. Zij zullen de sociale segregatie in stand houden, met negatieve neveneffecten op de omringende domeinscholen die de hervorming wél ten gronde willen doorvoeren met een breed palet aan studierichtingen. Tegelijk zullen die conservatieve scholen de studieoriëntering van leerlingen de facto op 12 jaar behouden, omdat hun eerste graad enkel zal afgestemd blijven op wat zij zelf als vervolgtraject aanbieden. Geen enkele school zal immers haar leerlingen voorbereiden op een uitstroom na één of twee leerjaren. Het beleid heeft dus niet de eensgezindheid en de moed gevonden om een secundair onderwijs voor de 21ste eeuw op de rails te zetten. Het zal waarschijnlijk niet sterker presteren en niet rechtvaardiger worden dan in het verleden. Tenzij het beleid ingehaald wordt door het middenveld. Heel wat insiders hopen nu inderdaad dat de onderwijskoepels een stap verder zullen durven gaan. Er zijn ook op het terrein al heel wat scholen en inrichtende machten die niet op de regering hebben gewacht om zich op een meer doortastende wijze te herstructureren. Het jammere is dat er een aantal neuzen in de andere richting zullen blijven staan. DS, 30-05-2016 (Ides Nicaise, Hoofddocent onderwijs en samenleving KU Leuven)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |