Tessenderlo en Picanol worden één industriële groep

Chemiegroep Tessenderlo en weefgetouwenbouwer Picanol gaan hun activiteiten bundelen in één Belgische industriële groep. Dat hebben beide bedrijven woensdag bekendgemaakt.

De nieuwe groep, Picanol Tessenderlo Group, zal uit vier segmenten bestaan: de Tessenderlo-segmenten Agro, Bio-valorization, Industrial Solutions en het segment Machines & Technologies van Picanol. De nieuwe industriële groep zal actief zijn in meer dan honderd landen. Ook zal het bedrijf een omzet van ongeveer 2 miljard euro realiseren en zo’n 7.000 medewerkers tellen. De fusieplannen zullen geen impact hebben op de huidige tewerkstelling, aldus beide bedrijven.

De fusie is geen verrassing. Manager van Picanol Luck Tack Tack bezat al voor 30 procent aandelen bij Tessenderlo. Picanol NV blijft ook beursgenoteerd en zal na de transactie een beursgenoteerde holding ('Picanobel NV') worden, met een sterk verankerde basis van familiale aandeelhouders. Door samen te gaan willen beide bedrijven hun expertise delen, een gemeenschappelijke sourcingpolitiek opzetten en ook de onderzoeks, ontwikkelings- en innovatiecultuur beter ondersteunen. Zo kan de groep een duurzame industriële langetermijnstrategie uitvoeren.
Tot slot worden ook de kasstromen samengevoegd. Dit zou de financiële onafhankelijkheid van het bedrijf ten goede komen, maar het ook mogelijk maken om in moeilijkere marktomstandigheden te blijven investeren in talent, groei en innovatie. Daarenboven zal dit de mogelijkheid bieden een dividendpolitiek voor te stellen aan de aandeelhouders, aldus Picanol Tessenderlo Group.

Goedkeuring aandeelhouders nodig

De raad van bestuur van Tessenderlo zal tijdens een buitengewone algemene vergadering zijn aandeelhouders verzoeken om over te gaan tot de uitgifte van 25.765.286 nieuwe aandelen Tessenderlo aan 31,5 euro. Op die manier kunnen ze de voorgenomen transactie vergoeden aan Picanol NV, op basis van een waardering van de Picanolactiviteiten aan 811,6 miljoen euro.

'Weinig logica'

Experts merken echter op dat deze fusie vrij opportunistisch oogt en er weinig logica achter zit. Een chemiebedrijf en een industrieel weefgetouwenbedrijf voeren immers twee totaal verschillende activititeiten uit. De reden waarom manager Luc Tack de weefgetouwenactiviteit onderbrengt bij Tessenderlo NV, is omdat hij zo de meerderheid van Tessenderlo's aandelen kan verwerven zonder zelf geld op tafel te moeten liggen.

Bron:
Belga. (2015, 12 16). Tessenderlo en Picanol worden één industriële groep. De Standaard.

Eigen mening:
Ik vind het goed dat twee bedrijven hun krachten kunnen bundelen om tot een sterker geheel te komen. Op die manier kunnen zij hun kennis en middelen met elkaar delen en op hun beurt hier sterker uitkomen. Ze zullen kapitaalkrachtiger zijn en de knowhow zal vergroten.
Ik vind dat het samenvoegen van twee bedrijven vast en zeker moet gestimuleerd worden. Op die manier kunnen misschien faillissementen vermeden worden en kunnen bedrijven krachtiger worden.

Net zoals L*en vind ik het positief dat twee bedrijven hun krachten gaan bundelen. Hierdoor gaan zij sterker worden en dit is alleen maar positief. Zij gaan hun kennis met elkaar kunnen delen, maar gaan zij ook de middelen die zij hebben kunnen delen met elkaar.

Ik ben er van overtuigd dat als bedrijven samen gaan beter is voor de economie dan dat ze failliet zouden gaan. Daarom vind ik dat meer bedrijven moeten samen gaan in plaats van te stoppen met het bedrijf. Dit is niet alleen beter voor de werknemers maar ook voor onze samenleving.

Aan de ene kant vind ik het een heel positieve zaak. Zoals ze al reeds vermeld hebben, zal hierdoor de knowhow ongelooflijk verhogen. Daarnaast zullen er waarschijnlijk geen mensen op straat belanden terwijl dit bij een faillissement wel het geval is.
Toch stel ik mij ook enkele serieuze vragen. Het zijn twee totaal verschillende bedrijven dus hoe gaan ze een combinatie kunnen maken van beide specialiteiten? Kan men dan wel de verschillende knowhow delen? Daarnaast moet de regering er ook op letten dat dit bedrijf geen monopolie wordt, want dat zou de economie helemaal niet ten goede komen.