![]() |
|
![]() |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
![]() Mechelen, waar is dat ook alweer?
De gemiddelde Vlaamse journalist in spe weet Iran en Nigeria niet liggen op de kaart. Het is een van de opvallende conclusies uit het eerste onderzoek naar het algemene kennisniveau van masterstudenten journalistiek. De hoofdstad van de provincie Waals-Brabant kiezen uit een lijstje, Vlaams minister-president Geert Bourgeois herkennen op een foto, of de huidige minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten aanduiden. Een beetje journalist draait er zijn hand niet voor om. Toch? Meer dan een kwart van de Vlaamse studenten die een masteropleiding journalistiek volgen, faalt nochtans in die opdrachten. Dat blijkt uit de masterproef van Eline Vangramberen, zelf studente journalistiek aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Alle studenten van de drie masteropleidingen journalistiek die Vlaanderen rijk is, werd een test van bijna tachtig vragen voorgelegd, gaande van aardrijkskunde, politiek en geschiedenis, over een fotoronde met wereld- en geestelijke leiders, tot algemene vragen over wetenschap, economie, wiskunde en recht. Van de 155 voltijdse studenten aan de VUB en KU Leuven (die de opleiding zowel in Brussel als in Antwerpen aanbiedt) vulde meer dan twee derde de enquête in. De gemiddelde journalist beantwoordt 49 van de 79 vragen juist. Aardrijkskundige kennis (53 %) haalt het gemiddelde van 62 % naar beneden, terwijl beter gescoord wordt op de vragen over geschiedenis (69 %). De foto’s van wereld- en geestelijke leiders (67 %) kunnen ook op meer succes rekenen dan de algemene vragen (61 %). Uit de enquête blijkt dat minder dan vier op de tien politieke berichten in de krant lezen, al ligt het gemiddelde bij de politieke vragen met 63 % niet ver van het gemiddelde. Het verschil tussen de studenten is opmerkelijk: de zwakste behaalde 28 %, de primus van de journalistenklas 99 %. Inspiratie voor het onderzoek werd gehaald bij een studie onder aspirant-leerkrachten lager onderwijs uit 2012. Hoewel de vragen nu moeilijker gemaakt zijn en de journalisten door de bank genomen beter scoren dan hun onderwijzende medestudenten, zijn sommige conclusies op zijn minst opvallend te noemen. Minder dan de helft van de toekomstige journalisten kan Iran (45,2 %) of Nigeria (38,5 %), twee landen die recent veel in de actualiteit kwamen, herkennen wanneer het land werd aangeduid op een kaart van de regio. De stad Mechelen herkennen op een kaart van België (45,2 %) blijkt ook geen evidentie te zijn. Slechts een kwart van de respondenten weet dat het Vlaams Parlement om de vijf jaar verkozen wordt, en meer dan een kwart van de respondenten legt de uitvoerende macht bij het parlement. Zes op de tien herkennen Japans premier Shinzo Abe niet op foto, meer dan een derde herkent de Syrische president Bashar Al-Assad of Benjamin Netanyahu, eerste minister van Israël, niet. Minder dan de helft haalt de juiste begin- en einddatum van de Spaanse Burgeroorlog uit een reeks van vier. Vier op de tien studenten weten niet dat Obama de Nobelprijs voor de vrede kreeg, en net de helft kan de juiste definitie voor bruto nationaal product en de BEL-20 aanduiden, wat niet lukt voor het Hof van Cassatie. ‘Dit is wel cynisch’, reageert Pol Deltour, nationaal secretaris van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ). ‘Na het onderzoek over de mindere kennisresultaten van aanstaande leraren, werd er onder meer met de vinger gewezen naar de media. En nu blijken die journalisten zelf, of toch de aankomende lichting, het te laten afweten.’ Serieuze bagage De resultaten zijn des te markanter omdat de eenjarige masters journalistiek zich richten op studenten die al een academische universitaire graad op zak hebben. ‘De meerderheid van de studenten die de master journalistiek aanvangen, heeft normaal gezien toch al een serieuze bagage’, vertelt Hedwig de Smaele, opleidingscoördinator van de master journalistiek aan de KU Leuven, campus Brussel (de vroegere HUB). ‘Zij het elk op een ander terrein, waaronder geschiedenis, literatuur, politieke wetenschappen en rechten.’ Toch is De Smaele niet verrast door de resultaten. ‘Ze verontrusten me ook niet. Ik zie geen reden waarom de studenten allemaal dezelfde kennis zouden moeten hebben. Wij stimuleren onze studenten net om niches op te zoeken en een eigen profiel uit te bouwen.’ Bij de VUB is men kritischer. ‘Een aantal vragen vind ik best moeilijk en zou ik niet bij de basiskennis rekenen’, zegt Martina Temmerman, opleidingshoofd van de master journalistiek bij de Brusselse universiteit. ‘Maar ik zou het wel heel erg vinden als onze studenten Mechelen niet zouden kunnen aanwijzen op een kaart, of als ze niet weten wat de BEL-20 of het Hof van Cas-satie is. Algemene kennis voor journalisten blijft heel belangrijk: je moet over een goed en groot referentiekader beschikken om nieuwe feiten te kunnen plaatsen.’ Temmerman benadrukt dat bij de verschillende redacties waar haar studenten stage lopen, geen roep om meer algemene kennis weerklinkt. Maar het is niet de eerste keer dat er kritiek op de opleidingen geuit wordt. In de mediawereld genieten de Vlaamse journalistenopleidingen niet altijd de beste reputatie. ‘Ik ben geen voorstander van journalistiekopleidingen’, zei Björn Soenens, hoofdredacteur van Het Journaal (VRT) onlangs in dit blad. ‘Wat leer je daar uiteindelijk? Veel belangrijker is hoeveel je leest en reist, hoe nieuwsgierig je bent ook.’ Bacheloropleidingen De bedenkingen vanuit de professionele journalistiek zijn voornamelijk gericht op de driejarige professionele bacheloropleidingen journalistiek, waaraan studenten na hun middelbare school beginnen. In Vlaanderen wordt zo’n opleiding door zes hogescholen aangeboden. Zij leveren veel te veel matige studenten af, voor veel te weinig vacatures, zo luidt het. De bacheloropleidingen werden door de onderzoekster uitgenodigd om deel te nemen, maar wezen het verzoek collectief vriendelijk af. ‘Er is geen ijkingspunt om de resultaten van een enquête als deze mee te vergelijken’, legt Patrick Pelgrims uit, opleidingshoofd van de bacheloropleiding journalistiek aan de Erasmushogeschool Brussel. Bovendien, aldus Pelgrims, was het niet duidelijk hoe het verschil in onderzoeksresultaten tussen de bachelor- en masteropleidingen geduid zou worden. ‘Ze wilden niet deelnemen wegens de aanhoudend negatieve berichtgeving over de vormingen journalistiek, waarbij vooral de professionele bacheloropleidingen het moeten ontgelden’, zo formuleert het opleidingshoofd van een van de masteropleidingen het. Vorig jaar werden de bacheloropleidingen nog door een visitatiecommissie doorgelicht. Twee scoorden ‘goed’ (AP Hogeschool Antwerpen en Thomas More Mechelen), twee ‘voldoende’ (Erasmushogeschool Brussel en Hogeschool West-Vlaanderen) en twee kregen een ‘voldoende’ met beperkte geldigheidsduur (Arteveldehogeschool Gent en Hogeschool PXL Limburg). In 2012 werden de universitaire masteropleidingen doorgelicht, en daaruit bleek dat ze voldoen aan alle eisen. Hun opleidingen aanpassen om de algemene kennis van hun studenten bij te spijkeren, zien de universiteiten bijgevolg niet zitten. ‘In een opleiding van een jaar is er gewoon geen ruimte om nog vakken als geschiedenis of internationale politiek te geven’, aldus Martina Temmerman (VUB). ‘We zijn geenszins van plan om een vak aardrijkskunde of algemene politieke vorming in te richten voor twintigers die vaak al een masterdiploma op zak hebben’, klinkt het ook bij de KU Leuven. Volgens Pol Deltour ligt de oplossing niet enkel bij de vorming van de journalisten. ‘Ik heb te vaak de indruk dat redactieverantwoordelijken alle schuld voor zogenaamde ‘slechte’ journalisten vandaag in de schoenen van onderwijs en journalistenopleidingen schuiven, en zo hun eigen verantwoordelijkheid ontlopen’, aldus Deltour. ‘De vooropleiding is belangrijk, maar nog belangrijker zijn begeleiding, evaluatie en navorming. Goede journalistiek is een work-in-progress.’ Knack, 30-06-2015 (Matthias Verbergt)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |