#1
|
||||
|
||||
Hoe ouder, hoe slimmer
Hoe ouder, hoe slimmer
Ouder worden betekent vergeetachtig worden. Het is het eerste opstapje naar dementie, het hellend vlak waarop we allemaal terecht zullen komen. Denken we. Ten onrechte. We worden steeds ouder. Onze steeds betere gezondheid doet de levensverwachting stijgen. Maar de veroudering hou je niet tegen. De psychologische literatuur en de hersenwetenschappen vertellen al jaren hetzelfde verhaal: zodra je volwassen bent, nemen je mentale en cognitieve capaciteiten gestaag af. Het geheugen hapert, gedachten gaan trager, het probleemoplossend vermogen gaat achteruit. Hier en daar wordt beweerd dat die afgang begint zodra je de twintig gepasseerd bent. De biologische afdaling naar de uitgang is onvermijdelijk. We kennen allemaal het fenomeen van de naam waar we niet kunnen op komen. Dat wordt alleen maar erger met het ouder worden. Woorden schieten ons niet meer direct te binnen. Het ligt op de punt van onze tong, maar het komt er niet uit. We lachen er eens mee, alzheimer light, maar diep in ons binnenste knaagt de twijfel en de angst voor het grote vergeten. Taalwetenschappers uit het Duitse Tübingen trekken heel andere conclusies uit hun onderzoek. Volgens Michael Ramscar en Harald Baayen kunnen we het beangstigende verhaal van cognitieve achteruitgang op latere leeftijd in de prullenbak mikken. Zij doen onderzoek naar leerprocessen, en in het bijzonder naar die waarmee we taal beheersen. Ze kennen dus de psychometrische tests waarmee taalvaardigheid gemeten wordt maar al te goed. Die tests dateren voor het overgrote deel uit het begin van de vorige eeuw en ze doen niet wat ze verondersteld worden te doen. Ze meten namelijk niet onze cognitieve vermogens, maar de manier waarop we informatie verwerken. Baby schreit Een van die tests is de PAL-test of ‘paar associatief leren’. Daarin memoriseren mensen woordparen. Sommige zijn gemakkelijk te onthouden, zoals ‘baby-schreien’. Andere zijn moeilijker, zoals ‘gehoorzamen-arend’. Mensen scoren stelselmatig slechter op deze test naarmate ze ouder worden. De onderzoekers in Tübingen gebruikten gigantische woord-databanken om te meten hoe frequent woorden samen voorkomen. ‘Boven’ en ‘onder’ komen in teksten veel vaker in elkaars buurt voor dan bijvoorbeeld ‘vuurpijl’ en ‘stropdas’. Terwijl oudere mensen in de test begrijpen dat sommige woordparen gewoonlijk niet samengaan, wordt dat door jongeren minder opgemerkt. De scores van ouderen sporen veel beter met de mate waarin woorden vaker of minder vaak samen voorkomen dan de scores van jongeren. Maar omdat ouderen meer woorden kennen en dus een veel grotere databank moeten doorzoeken, hebben ze meer moeite met de ongewone woordparen. Ze hebben veel meer informatie te doorzoeken en dat gaat trager. Computersimulaties die rekening houden met de gigantische hoeveelheid woorden die mensen leren in de loop van hun leven laten hetzelfde fenomeen zien. Een kwestie van leren Ramscar vat het samen: ‘Het menselijk brein werkt trager op latere leeftijd. Maar dat ligt alleen maar aan het feit dat het meer informatie heeft opgeslagen.’ Zijn collega Baayen voegt daaraan toe: ‘Het is misschien contra-intuïtief, maar de lagere scores van oudere mensen op deze taaltests lieten juist zien dat zij cognitief sterker stonden.’ De verschillen tussen jongeren en ouderen in de vele psychometrische tests zijn dus te verklaren doordat die tests dezelfde cognitieve mechanismen meten zonder er rekening mee te houden dat jonge en oudere breinen sterk verschillende hoeveelheden informatie moeten verwerken. Ramscar en Baayen laten ook een fris licht schijnen op de manier waarop we leren. Hoe ouder we worden, hoe minder contextuele informatie we opslaan. In het begin is alles potentieel relevant, maar in de loop van de jaren leren we dat bijvoorbeeld de kleur van onze trui niet belangrijk is tijdens het leren van iets nieuws. Hoe meer levenservaring we hebben, hoe minder gevoelig we zijn voor details in de achtergrond. Onze hersenen maken voortdurend voorspellingen over de wereld. Verbanden die er geen blijken te zijn, gaan we verwaarlozen. Leren is in feite voor een groot deel precies niet onthouden van wat irrelevant is. Dat mechanisme leidt ertoe dat ouderen zich dingen zoals de ongewone woordparen moeilijker kunnen herinneren. Geheugen met pensioen Dat betekent niet dat we met het ouder worden geen geheugenproblemen kunnen krijgen. Alleen zijn die niet het gevolg van afnemende hersenactiviteit. Volgens de onderzoekers uit Tübingen zijn ze te wijten aan omgevingsfactoren. Zo hebben ze een plausibele verklaring voor de toenemende moeite om namen te onthouden. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de variëteit en de complexiteit van namen sinds 1880 exponentieel zijn toegenomen. Terwijl we steeds meer namen van steeds meer mensen moeten onthouden naarmate we ouder worden, is ook het hele bestand van mogelijke namen gigantisch uitgebreid, met namen uit niet-westerse culturen, maar ook met niet-namen zoals Happy of Nemo. Er moet veel meer informatie verwerkt worden dan in de tijd dat iedereen nog Jan of Jef heette en je maar af en toe eens een Korneel ontmoette. Veel fundamenteler dan dat is het feit dat veel ouderen op het moment dat ze met pensioen gaan of in een verzorgingshuis terechtkomen in een onveranderlijke omgeving belanden. Zo wordt het moeilijker om de context op te slaan die het onderscheid helpt te maken tussen de ene herinnering en de andere. De hoeveelheid contextuele informatie die het onthouden ondersteunt, neemt dus verder af. Net op het moment dat een rijkere achtergrond zou kunnen helpen om meer en beter te onthouden. Ouder en beter Behalve als het gaat om aantoonbare neurologische aandoeningen is er geen reden om te geloven in de mythe van de aftakeling van de cognitieve capaciteiten van oudere mensen. Wel is het zo dat eenzaamheid en isolement, eentonige leefomgevingen en inactiviteit de processen van leren en onthouden ondermijnen. Dat wordt nog versterkt door het gebruik van verdovende medicijnen. De boodschap uit Tübingen is duidelijk: Veel van wat ‘cognitieve achteruitgang’ genoemd wordt, is het gevolg van normale leerprocessen en toenemende kennis. Dat is een cruciaal inzicht dat een opsteker kan zijn voor iedereen die ouder wordt. En dat doen we allemaal. DS, 07-04-2014 (Geerdt Magiels)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |