|
Bekijk Resultaten Peiling: Moet zedenleer/godsdienst in niet-katholieke scholen afgeschaft worden? | |||
Ja | 1 | 50.00% | |
Nee | 1 | 50.00% | |
Stemmers: 2. U mag niet stemmen in deze peiling |
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
|||
|
|||
"Laten we godsdienst en zedenleer afschaffen"
Tot begin deze week hadden ouders de kans om de school te laten weten of hun kind zedenleer of godsdienst - en zo ja, welke godsdienst - moet volgen. Voor schooldirecteurs is het gepuzzel met lesroosters en leerkrachten bijna ten einde.
In tegenstelling tot het katholiek onderwijs dat alleen katholieke godsdienst aanbiedt, moeten het gemeenschapsonderwijs, het gemeentelijk en stedelijk onderwijs en het provinciaal onderwijs alle levensbeschouwelijke vakken (LBV) aanbieden. Leerlingen hebben in Vlaanderen de keuze tussen nietconfessionele zedenleer of één van de zes godsdiensten: anglicaanse, islamitische, israëlitische, orthodoxe, protestants- evangelische en roomskatholieke godsdienst. Ouders die zich hierin niet kunnen vinden, zoals boeddhisten en Jehova’s getuigen, kunnen voor hun kind een vrijstelling vragen voor het levensbeschouwelijk vak. Het in elkaar puzzelen van de lesroosters voor het kleine godsdienstvak van gemiddeld 2 uur in de week is voor schooldirecties elk jaar opnieuw een zware klus. Want de wet zegt dat je de verschillende levensbeschouwingen moet verspreiden over de klassen. Dat betekent dat de directeur niet alleen voor elke levensbeschouwing binnen één klas een leerkracht moet zien te vinden. Maar dat die leerkrachten ook nog allemaal op dezelfde uren moeten kunnen lesgeven. En als er die eerste week van september nog veel ouders de godsdienstkeuze wijzigen, dan kunnen de directeurs opnieuw beginnen. Communiefeest Directeur Wim Verloo van De Apenstaartjes, een gemeentelijke basisschool op Antwerpen- Linkeroever, weet er alles van. “Ik had vorig schooljaar 97 leerlingen die zedenleer wilden volgen, 66 katholieke godsdienst en 13 protestantse godsdienst”, legt hij uit. “Het meest gekozen LBV bepaalt hoeveel lesuren er naar levensbeschouwing gaan. Tussen 90 en 114 leerlingen heb je recht op 12 lesuren. Dat betekent dat ook de leerlingen die voor een andere levensbeschouwing hebben gekozen, recht hebben op die 12 lesuren. Op voorwaarde dat er minstens één leerling in elk leerjaar zit. Anders vallen er uren weg.” En hier wringt het schoentje. Volgens de directeur durven ouders wel eens van godsdienst te veranderen. “Dat kan gebeuren wegens een akkefietje met de leerkracht, omdat ze niet tevreden zijn met de inhoud van het vak of bijvoorbeeld onder druk van de familie die droomt van een groot communiefeest. Maar zo’n wijziging kan tot verschuivingen binnen het lerarenkorps leiden. Als een vastbenoemde leerkracht uren verliest, dan wordt hij/zij elders ingeschakeld, wat daar dan weer ten koste kan gaan van een jonge niet-vastbenoemde leerkracht.” Dure zaak “Het is een heel gepuzzel. Traditiegetrouw komen wij eind augustus met zestig schooldirecteurs van het stedelijk basisonderwijs een dag bijeen om te roosteren voor levensbeschouwelijke vakken. En we gaan niet naar huis voor we eruit zijn geraakt.” Verloo geeft toe dat het een dure zaak is voor de gemeenschap. “We zouden dat geld beter gebruiken om kleinere klassen te maken. Van mij mogen ze die LBV afschaffen. Eigenlijk is dat iets voor in je vrije tijd. Ook in Franse scholen vind je geen godsdienst of zedenleer.” BRON: GVA 12/09 |