#1
|
||||
|
||||
Cremerie De La Poste
CREMERIE DE LA POSTE
Rik Torfs In mijn jeugd keek ik tegen het begin van het schooljaar aan als tegen een muur. De gruwelijkste pijnen leed ik tijdens mijn puberteit, toen ik, tenzij mijn geheugen mij in de steek laat, op de middelbare school zat. Het lijden werd vergroot door het feit dat ik de laatste veertien dagen van augustus doorgaans aan zee doorbracht, wat de nakende vrijheidsberoving nog schrijnender maakte. Wilde golven, vrije meeuwen. Er waren momenten dat ik probeerde mij te vervelen om de tijd te stoppen. Maar de laatste dagen van augustus gleden elk jaar weer als los zand tussen mijn vingers. Wanhopig fietste ik langs de paden van Het Zoute. Een reis in lussen. Helaas belandde ik altijd weer op het rechte pad, ergens in de buurt van het wafelhuis Marie Siska. Ter vertroosting bezocht ik dagelijks de vermaarde Crèmerie de la Poste, waar heerlijke ijsjes werden verkocht, banane et chocolat, bedrieglijk eenvoudig in horentjes, en waar Vlamingen over faciliteiten beschikten. Mooi gebronsde pubermeisjes leunden er tegen de muur van het etablissement, half hangend op hun fiets, een cornet tussen hun ranke vingers, hun tongetjes nu en dan profijtig likkend. Ze keken alsof ze niet keken. Kortom, ze oefenden hun zintuigen. Natuurlijk trad ik hen niet met open vizier tegemoet. Maar, dacht ik, terwijl ik hen tersluiks gadesloeg, ook voor hen is de vrijheid van korte duur. Zij die nu nog vol ontluikende onkuisheid met een lichte hoofdknik hun haren opzij schudden, lopen straks netjes in de rij, gekneld in een strak kostschooluniform. Van de Dames de l'instruction chrétienne bijvoorbeeld, zoals de naam feilloos suggereert een school gelegen in Antwerpen, in de Longue Rue Neuve. Op 31 augustus in de namiddag wandelde ik over de zeedijk. Er was vrijwel niemand meer, de laatste honden straalden wanhoop uit. De rolluiken van de appartementen gingen een voor een naar beneden, met een kort en definitief geluid dat aan een schavot deed denken. De gebouwen verloren hun ogen, werden omgetoverd tot sterfhuizen. Nog altijd vind ik weinig dingen troostelozer dan een kustappartement met neergelaten rolluiken. Geef mij dan maar de oorlogsbunkers in de weiden tussen Knokke en RetranchementRRetrancheReReReetranchement. Daartussen grazen koeien met een bevrijdende ideologische onverschilligheid. Vrijheid is: rustig herkauwen tussen de bunkers. Ach, ik was natuurlijk te gevoelig in die tijd. Ik overdreef. Te veel puistjes, te weinig nuchterheid. De school is leuk. Daar zie je al je vriendjes terug. Je vriendjes, dat waren je klasgenoten. Ze waren altijd je vrienden, ook als ze je vijanden waren. Als iedereen je vriend is, heb je het gevoel dat vriendschap niet bestaat. Het wij-gevoel als moordwapen. Maar wees gerust. Met het groeien van de jaren namen de angsten die ik voelde bij het begin van het school- of werkjaar zienderogen af. Er waren zelfs momenten waarop ik nauwelijks nog een onderscheid maakte tussen vrije tijd en arbeid, het leven was immers één eeuwigdurende vakantie. Dat had een pater mij geleerd, en in zijn geval klopte het. Vreemd. Sinds enige tijd kijk ik een nieuw werkjaar weer met angst tegemoet. Waarom? Wat kan deze inzinking verklaren? Hoge leeftijd, afnemende energie, geestelijke stagnatie, het is beter dat ik deze nare verschijnselen meteen ter sprake breng vooraleer u er zelf over begint. Toch is er meer aan de hand. Tijdens de vakantie ligt de wereld schijnbaar stil. Gelukkig vergeet Gilbert Bodart nu en dan een raam te sluiten, anders gebeurde er niets. Pauze. Rust. Stilte. Echt waar? Klopt dat wel? Want tijdens de vakantie denk je vaak dieper na dan anders, lees je dikkere boeken, schrijf je langere artikelen. Misschien worden in de luwte de subtielste films gedraaid en de mooiste ideeën ontwikkeld. Het nieuwe werkjaar luidt de terugkeer van het kortetermijndenken in. Briefings en vergaderingen. Eindtermen en pedagogische projecten. Terugkoppelingsmomenten. En ook de politici melden zich weer. Ik had ze nog niet echt gemist. Ze zien er net zo uit als een maand geleden, ofschoon het veel heeft geregend. Op de IJzerbedevaart klinkt een warm pleidooi voor de fusie van het Vlaams en het Brussels gewest. Een briljant idee, waarover wellicht bijzonder intens is nagedacht, en tegelijk een door alle Brusselaars innig gekoesterde droom. Ook goed nieuws voor de inwoners van de faciliteitengemeenten, die niet langer van Brussel gescheiden zullen zijn. En zo waan ik me toch weer op de zeedijk in Knokke, eind augustus ergens in de jaren zeventig. Dat gevoel van begrensdheid. Die neergelaten rolluiken. De zee verdwijnt uit het blikveld. De wereld wordt kleiner. Ideeën maken plaats voor ideetjes. Dromen krimpen, ego's groeien. Meisjes van de Crèmerie de la Poste, is het met jullie een beetje goed gegaan? Zijn jullie gelukkig? Schrijf me gauw. Rik Torfs is hoogleraar kerkelijk recht DS, 04-09-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |