#1
|
||||
|
||||
Slimmer studeren
Slimmer studeren
Hoe kunnen ouders hun kinderen helpen om efficiënter te studeren? In hun boek S.O.S. Brein (Standaard Uitgeverij, 18,95 euro) gingen Inge Provost en Bernard Lernout op zoek naar een antwoord. In zes stappen geven ze ouders praktische tips om de leerstof te verwerken. Daarbij putten de auteurs vooral uit hun ervaring in het bedrijfsleven. Sinds enkele jaren geven zij trainingen aan managers en andere werknemers. Die lessen vertalen zij naar het onderwijs. 'Het is niet de bedoeling om harder te werken. De doelstelling is slimmer te werken.' 1. Niet zeuren 'Zit je nog steeds niet aan je bureau? Moet je niet studeren?' Het klinkt jongeren ongetwijfeld bekend in de oren. Maar met die dreigementen schiet je als ouder niet veel op. Kinderen stimuleer je niet door te 'zeuren', zeggen Inge Provost en Bernard Lernout. 'In plaats van te zeuren, kun je beter naast je kind zitten en samenwerken. Interesse tonen en positief staan hebben een groter effect op de motivatie.' Een val waarin veel ouders trappen, is de leerstof opvragen: 'Ik zal je eens ondervragen.' Het is vaak goed bedoeld, maar kan een averechts effect hebben, waarschuwen de auteurs. Want als het niet goed gaat, wordt de motivatie compleet de grond in geboord. Een cruciaal moment in de motivatie is het einde van de lagere school. 'Op dat moment zijn de kinderen nog leergierig. Het komt er als ouder op aan ze net dan te stimuleren en op het goede spoor te zetten. Eenmaal ze veertien zijn, is de leergierigheid veel verminderd.' Een hulpmiddel om de juiste richting van de kinderen te kiezen, kan de 'intelligentieradar' zijn. Die gaat uit van acht vormen van intelligentie: taalkundig, wiskundig, ruimtelijk, fysiek, muzikaal, interpersoonlijk, intrapersoonlijk en natuur. In S.O.S. Brein staat een vragenlijst per intelligentie. De acht scores die daaruit komen, kun je uitzetten op een achthoek. De bekomen vorm van de figuur toont het zwaartepunt van de talenten. In de gesprekken met de school en het CLB over studiekeuze kan dat een handig hulpmiddel zijn. 2. 50/10 regel Als regel voor een studieplanning hanteren Inge Provost en Bernard Lernout de 50/10 regel: vijftig minuten studeren en tien minuten ontspannen. Maar geen paniek als het niet lukt om de concentratie vijftig minuten scherp te houden. 'Je kunt beginnen met drie keer twintig minuten. Een blok van twintig minuten is verteerbaarder dan vijftig minuten. Eventueel kun je die onderverdeling in kortere periodes geleidelijk afbouwen, om de 50/10 regel geleidelijk in te voeren.' Minstens even belangrijk als het studeren, is een goede ontspanning. 'Het is geen goede zaak je hobby's tijdens de studieperiodes opzij te schuiven. Als ontspanning moet je de dingen doen die je graag doet, waarbij je je zinnen kan verzetten. Het belangrijkste is iets te doen. Niets doen is geen ontspanning. Beter twee uur sporten dan twee uur in de sofa hangen.' Het is volgens de auteurs een misvatting dat jongeren met een drukke sociale agenda een groter risico op slechte schoolresultaten hebben. 'Hun resultaten zullen daar alleen onder lijden wanneer er een slechte planning is. Met een goede planning is er geen enkel probleem.' Een tip om de dagplanning op te stellen: begin met het zwaarste stuk. Wanneer bijvoorbeeld de Nederlandse herhalingstoets de prioriteit is, zet die dan vooraan. 'Net als volwassenen hebben ook jongeren de neiging de moeilijkste opdrachten uit te stellen, en eerst de kleinere taken te doen. Maar hoe langer je de zware taken laat liggen, hoe groter de proporties die ze in je gedachten aannemen. En op het einde van de avond verlies je dan de moed.' 3. Mind mapping Breinwebben, of mind mapping, is de nieuwste trend in het onderwijs. Ook Inge Provost en Bernard Lernout zijn overtuigd van de meerwaarde ervan als studiemethode. Het uitgangspunt van mind mapping is dat ons brein in associaties werkt. Om kennis te verwerken leggen we in onze hersenen verbanden tussen begrippen. Als we onze leerstof op papier op die manier voorstellen, kan ons brein die vlotter verwerken. Een gps voor het brein, noemen de auteurs mind mapping. Om de leerstof in mind maps om te zetten, moet je eerst de belangrijkste begrippen in de tekst aan te duiden. Dat kunnen de tussentitels zijn, maar de begrippen kunnen zich evengoed in de doorlopende tekst bevinden. 'Belangrijk daarbij is de tekst goed te begrijpen. Als je niet de juiste begrippen aanduidt, zit je al onmiddellijk op het verkeerde spoor.' Om de mind map te tekenen, begin je in het midden van een horizontaal blad papier. Centraal schrijf je het overkoepelende thema. Van daaruit vertrekken maximaal zeven 'armen'. Dat zijn bijvoorbeeld de thema's van een hoofdstuk. Die hoofdarmen vertakken verder in kleinere armen, die op hun beurt nog eens kunnen vertakken. Om de associaties goed te onthouden, kun je best verschillende kleuren gebruiken, en bijvoorbeeld met fotootjes en tekeningen werken. 'Een mind map is als een landkaart. Centraal staat de hoofdstad, van waaruit de snelwegen vertrekken. Daarna komen de secundaire wegen, die verbonden zijn met de kleinere wegen.' 4. Herhaling loont Om leerstof uit het hoofd te leren, is herhaling het beste medicijn. 'Daarbij is het belangrijk niet te veel tijd tussen de herhalingen te laten', zeggen Inge Provost en Bernard Lernout. 'Er wordt van uitgegaan dat je de geleerde kennis het best tussen de twee en vijf keer per week herhaalt.' Enkele korte herhalingen na elkaar zijn efficiënter dan uitgebreide herhalingen met veel tijd tussen. 'Zo hoef je niet harder te werken, maar wel slimmer. Een regel is bijvoorbeeld een herhaling na één uur, na één dag en na één week. Het is zoals moppen. Die onthoud je ook beter als je ze snel hebt doorverteld.' Het is normaal dat je dingen vergeet, zeggen de auteurs. Daarom geloven zij ook sterk in ezelsbruggetjes, zoals bijvoorbeeld 'roggbiv' om de kleuren van de regenboog in de juiste volgorde te onthouden (rood , oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet). 'Op het internet zijn veel ezelsbruggetjes te vinden.' En het internet biedt nog veel meer mogelijkheden om te memoriseren. Zo is er de Nederlandse website supermemo.nl. 'Daarop staat een overhoorprogramma. Om bijvoorbeeld de woordenschat van een taal te leren, geef je daarin de woorden die je in de klas hebt gezien. 's Avonds geeft het programma bij wijze van overhoring een selectie woorden uit de lijst. De woorden waarvan je niet de juiste vertaling kent, komen bij de volgende overhoring terug. De woorden die je op één letter na hebt gemist, komen pas daarna terug. En de woorden die je correct hebt beantwoord, zie je pas een hele tijd later terug.' 5. Muziek verzacht de zeden 'Ouders vragen weleens waar hun kind het best kan studeren. Alleen in zijn kamer of aan tafel in de leefruimte. Maar daarvoor zijn geen vaste regels.' Het belangrijkste voor de leeromgeving is volgens Inge Provost en Bernard Lernout dat een jongere er zich goed voelt, en dat er orde en structuur is. 'Dat kan in de slaapkamer zijn, maar ook een ruimte waar anderen zijn, is niet uitgesloten. Een koele, afstandelijke ruimte is af te raden.' Opvallend in de praktische tips is dat ze aanraden muziek op te zetten tijdens het studeren. 'Daar word je rustig van. Vooral dan van instrumentale muziek, bijvoorbeeld klassiek, op een laag volume.' Een schrijfbord is misschien een element dat stimulerend kan werken. Sommige jongeren hebben er voordeel bij om de leerstof zelf op een bord uit te schrijven, en als een leraar uit te leggen. Een belangrijk aandachtspunt in de leeromgeving is de zuurstof. 'Je hersenen werken letterlijk beter als ze af en toe wat frisse lucht krijgen. In combinatie met beweging is dat uiteraard het beste. Want iemand die altijd stil zit, die leert niet goed.' Ook de temperatuur in de studeerkamer is niet onbelangrijk. 'Beter iets te koud en eventueel een dikke trui aandoen dan een kamer waar het te warm is.' Voor eten en drinken geldt wat altijd geldt. Het is belangrijk om veel water te drinken. Frisdrank kan, maar dan het liefst na het studeren. In de keuken is afwisseling een stimulerende factor, het liefst in combinatie met veel vers fruit. Elke dag hetzelfde eten is niet gezond. 6. Interessant rapport 'Wanneer je als leerling op vrijdag met een slecht rapport thuiskomt, wacht dan niet tot zondag, met schrik om het hart, om het aan je ouders te laten zien. Beter is om de vrijdagavond thuis te komen met de boodschap: interessant rapport!' Inge Provost en Bernard Lernout gebruiken het als boutade om aan te geven dat repressie niet de beste oplossing is. Fouten zijn om eruit te leren. 'Slechte cijfers zijn een aanleiding om aan een vak harder te werken. Het heeft geen zin om te straffen of streng te reageren.' Fouten zijn leerstappen, ze zijn nuttig om uit te leren. 'Daarom is het jammer dat veel schoolrapporten wel punten geven, maar geen enkele aanzet tot remediëring geven', zeggen de auteurs. En er is ook een boodschap voor de ouders: kijk niet eerst naar de rode cijfers. 'Het is een algemene mentaliteit om eerst naar het negatieve te kijken. Maar je kunt beter eerst de goede cijfers bespreken.' Provost en Lernout vergelijken het met jongleren. 'Je kunt maar leren jongleren door fouten te maken, en daaruit telkens te leren. We raden iedereen aan om ook effectief te leren jongleren.' Want jongleren is voor de auteurs veel meer dan een manier om uit je fouten te leren. Het is voor leerlingen een ideale ontspanning tijdens het studeren. 'Wanneer je een motorische handeling aanleert, zoals jongleren, moet je je daar helemaal op focussen. Het vraagt je hele aandacht, en dus kun je niet anders dan de leerstof even te vergeten. Het maakt je hersenen eventjes helemaal vrij.' DS, 28-04-2008 (Pieter Lesaffer)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |