actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 30th November 2007, 17:06
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Meten is niet altijd weten

Meten is niet altijd weten


Zijn jonge moslims religieuzer dan ouderen? Ja, was de conclusie van een Humo-enquête. Maar daar gaan onderzoekers van de Universiteit Hasselt niet mee akkoord.



Verschillende media ontdekten de voorbije dagen de religieuze beleving van jonge moslims. Het centrale aandachtspunt was het feit dat jonge moslims (15-29 jaar) religieuzer zouden zijn dan oudere (30-44). Sommigen interpreteren dit verschil als een bewijs van de zoektocht naar een eigen identiteit. 'Pas als je zelf goed weet wie je bent, kan je met anderen aan de tafel zitten' is de onderliggende gedachte. Voor anderen zullen die bevindingen haarfijn aansluiten bij een bepaald discours over vermeend groeiend integrisme onder jonge moslims na 9/11.

Wij pleiten voor enige omzichtigheid bij het interpreteren van de cijfers. Het is risicovol om steunend op enkele vragen definitieve uitspraken te formuleren over variaties naar leeftijd inzake de religieuze beleving van mensen. Temeer omdat we bij recente contacten met allochtonen van Turkse afkomst uit Antwerpen en Beringen andere signalen kregen: ook bij moslims zou de intensiteit van de godsdienstbeleving afnemen met de generaties.

De tegenstrijdige informatie zette ons ertoe aan om een aantal thema's uit ons onlangs voorgestelde boek Voorbij wij en zij? De sociaal-culturele afstand tussen autochtonen en allochtonen tegen de meetlat nog eens onder de loep te nemen. We streefden ernaar de gegevens - 740 enquêtes bij Marokkaanse allochtonen, Turkse allochtonen en autochtonen uit minder bemiddelde wijken - op wetenschappelijk verantwoorde wijze te verzamelen in de voormalige mijngemeenten Genk en Houthalen-Helchteren.

Wat de sterkte van de moslimidentiteit betreft, bevestigen onze cijfers geenszins de trends aangegeven door Humo ('jongeren' voelen zich meer moslim dan 'ouderen'). In de leeftijdscategorie 15-30 jaar identificeert 88 procent zich sterk tot heel sterk met de islamitische geloofsgemeenschap. In de leeftijdsgroep 30-45 gaat het om 85 procent. Geen noemenswaardige verschillen dus en zeker geen verschillen die in de lijn lopen van de Humo-cijfers. Maar er is meer: om uitspraken over de relatie tussen geloofsidentificatie en leeftijd te kunnen formuleren, moet het volledige plaatje ingevuld worden, wat betekent dat ook aandacht moet geschonken worden aan de 'oudste' leeftijdsgroepen (wat Humo niet deed). In ons onderzoek voelt bijna 98 procent van de Marokkaanse en Turkse allochtone 45-plussers zich sterk tot heel sterk moslim, wat significant meer is dan bij de jongere leeftijdsgroepen.

Ook onze cijfers over het moskeebezoek stroken niet met de gegevens van Humo. In ons onderzoek stijgt de participatie aan gebedsdiensten in de moskee met de leeftijd. Nagenoeg 31 procent van de jongste leeftijdsgroep bidt minstens eenmaal per week in de moskee, tegenover 44 procent van de leeftijdsgroep 30-45 en 68 procent van de 45-plussers.

Vanwaar die frappante verschillen tussen de berichtgeving in het vermelde weekblad en ons onderzoek? In de eerste plaats springt de wijze waarop de respondenten in de betrokken rapportage zijn geselecteerd in het oog: respondenten 'die allemaal van Noord-Afrikaanse of Turkse origine waren en/of de islam als religie opgaven'. Daarenboven werd een deel van de respondenten gecontacteerd via het internet en organisaties gericht op allochtonen. Het is niet onwaarschijnlijk dat we hier stuiten op de effecten van zelfselectiemechanismen, met als mogelijk gevolg dat vooral die respondenten met een uitgesproken (religieuze) mening aan bod kwamen.

In de tweede plaats moet, zeker bij de interpretatie van de gegevens over het moskeebezoek, gewezen worden op de bijzondere functie die deze instellingen voor de allochtone gemeenschappen vervullen. Zo leerde het kwalitatief onderzoek dat de moskee - vooral in de Turkse gemeenschap - voor heel wat jongeren een sociale betekenis heeft. Het is een plaats waar lokalen en begeleiders beschikbaar zijn voor jongeren die er willen samenkomen om hun vrije tijd op een zinvolle manier door te brengen. Daarnaast bieden moskeeën verschillende vormingsprogramma's aan die de religieuze sfeer overschrijden. De bevinding in de Humo-enquête dat jongeren vaker een moskee bezoeken dan hun ouders hoeft dus niet per se te betekenen dat ze religieuzer zijn. Het is mogelijk dat die nuance de Humo-vraagstellers ontging: zij hielden het immers bij een algemene vraag 'Hoe vaak bezoekt u een moskee?', zonder een opsplitsing te maken tussen religieuze activiteiten en niet-religieuze activiteiten. Dit gebeurde wel in ons project. We gaven al aan dat we inzake de strikte religieuze belevingen in de moskee duidelijk andere gedragspatronen vonden bij oudere moslims dan bij jongere (ouderen gaan vaker bidden in de moskee). Hoewel de richting van het verband hetzelfde blijft, is dit verschil aanzienlijk kleiner voor sociale en culturele activiteiten die los staan van het gebed.

Een debat over variaties in de beleving van de islam mag zich in de derde plaats niet enkel beperken tot de algemene identificatie met een geloof en de strikte religieuze praktijk, maar moet ook stilstaan bij de vertaling naar dagelijks handelen (moraal). Vanuit een maatschappelijk oogpunt is dit wellicht relevanter. We stellen vast dat jonge moslims in het dagelijkse leven de religieuze regels niet strikter volgen dan de middelste leeftijdsgroep (respectievelijk 74 en 76 procent) en dit overigens beduidend minder doen dat de oudste leeftijdscategorie (92 procent).

Kortom, het komt ons voor dat de gepercipieerde hogere religiositeit bij jonge moslims veeleer samenhangt met de aard van de gebruikte selectie- en meettechnieken dan met kennis over vermeende ontwikkelingen in de moslimgemeenschap zelf.

Johan Ackaert, Maarten Van Craen en Kris Vancluysen zijn verbonden aan de Universiteit Hasselt


DS, 30-11-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:47.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.