actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 25th February 2023, 19:04
bijlinda's Avatar
bijlinda bijlinda is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Nov 2004
Locatie: Hasselt
Posts: 1,815
Post ‘Het moet nog veel erger worden voor het beter wordt’

‘Het moet nog veel erger worden voor het beter wordt’


In Wat we toen al wisten dompelt Geert Buelens ons onder in het jaar 1972. We wisten toen al dat het niet goed gaat met de planeet. Toch deden we al die tijd weinig om haar te redden. ‘Elke week vinden we nog nieuwe bewijzen van de ongelofelijke schaal van misleiding door grote fossiele bedrijven.’



In de eerste zomer van de pandemie beseft Geert Buelens dat de opwarming van de aarde voorgoed zijn achtertuin heeft bereikt. Onder zijn voeten kraken de bladeren als twijgen. De paden van het bos liggen er vol mee. Het is augustus, maar het lijkt wel herfst. Sommige bladeren kleuren ‘akelig groen’. Het is zo droog dat de bomen massaal hun loof afwerpen om niet te sterven. Het bos achter zijn huis in het Nederlandse Bilthoven is niet meer hetzelfde. ‘Zo hoort een bos niet te klinken’, schrijft hij in Wat we toen al wisten - de vergeten groene geschiedenis van 1972. ‘Vandaag wandelen we niet door het bos, we lopen over de klimaatcrisis.’

Wat we toen al wisten dompelt je onder in het klimaat- en milieubewustzijn van vijftig jaar geleden. Via een duizelingwekkend rijtje bronnen schept Buelens een zorgelijk beeld. De kaarten lagen best goed voor de groene beweging, maar de strijd tegen de vervuiling van de planeet maakte geen kwantumsprong. 1972 was het jaar waarin de Club van Rome zijn legendarisch rapport Grenzen aan de groei publiceerde. Het mondiale kapitalisme lag onder vuur. De Blue Marble-foto van de aarde vanuit de ruimte, als blauwe knikker in het eindeloze niets, prikkelde een collectief gevoel van kwetsbaarheid.

En ook in Vlaanderen was het een periode van groot milieubewustzijn. De jeugdserie De Kat ging over de strijd tegen bodemvervuiling en plastic. De gevaren van milieuvervuiling kwamen op televisie. Liberalen waarschuwden voor de nevenschade van de uitbouw van de haven van Antwerpen. Tegelijk was de lobby van oliebedrijven als Shell, waarbij wetenschappers en politici werden omgekocht om desinformatie te verspreiden, nog nauwelijks op gang getrokken. De Volkswagen-stichting financierde zelfs de kapitalismekritiek van de Club van Rome. Milieubewust zijn was hip, en toch lukte het de wereld niet om de klimaatgeschiedenis in een andere plooi te leggen. Dat maakt van Wat we toen al wisten ook een pijnlijk boek.

Buelens schrijft het boek onder andere voor jonge klimaatactivisten vandaag, ‘om te tonen dat ze niet de eersten zijn om zich het lot van de planeet aan te trekken’. Maar eigenlijk is zijn openingsscène al een impliciete uithaal naar de menselijke aard. Hoe komt het dat – met alles wat we toen al wisten – de bladeren vijftig jaar later in augustus van de bomen vallen?


Magisch bos

Tweeënhalf jaar na die herfst in de zomer trek ik met Buelens naar het bos achter zijn huis. Het is 1 februari en op de kale takken zitten alweer knoppen. In zijn voortuintje bloeit al een voorbarig bosje paarse krokussen. Bilthoven is bezaaid met boomrijke parken, bossen en zorgvilla’s voor steenrijke ouderen. De gemeente ligt op een tiental minuten treinen van Utrecht, waar Buelens werkt als hoogleraar Nederlandse Letterkunde. Eerder schreef hij daar het cultuurhistorische standaardwerk over de jaren 60.

Dit jaar werd Wat we toen al wisten genomineerd voor de shortlist van Vlaamse literatuurprijs de Boon die bij monde van de juryvoorzitter Joke van Leeuwen ‘opvallend veel aandacht besteedt’ aan prangende maatschappelijke kwesties. Buelens schrijft in het boek zoals hij praat: associatief en met een grote kennisrijkdom. Hij beschouwt optimisme als een morele plicht, maar aan zijn hoop zit een schaduwkant. ‘Hier vielen de bladeren in de zomer’, zegt hij. ‘Maar laten we eerst naar mijn lievelingsplek gaan. Er was één stukje bos dat het allermooiste was, maar ze kapten het weg.’

Onderweg is het stil. De bomen zijn hoog en niet allemaal van dezelfde soort. Er zijn sparren, veel berken, lijsterbessen, een paar eiken en beuken. ‘Vroeger was er in het midden van het bos een magische plek, waar de bomen dicht bij elkaar groeiden en het mos ertussen aanvoelde als een trampoline. Daarin verscholen lag een heel klein meertje.’

Na een kwartier wandelen komen we bij een open plek in het bos waar overal afgekapte sparren uit de grond steken. ‘Hier heeft de letterzetter huisgehouden, een verwoestende schorskever. Die kon door de droogte oprukken. In veel Duitse bossen met meer monocultuur zorgde hij voor een ware kaalslag. Hier is het bij deze plek gebleven. Dat is niets in vergelijking met wat mensen meemaken in het Globale Zuiden, waar nu al honderdduizenden doden vallen. Je moet de klimaatcrisis niet rond jezelf doen draaien.’

Zou het niet helpen als meer mensen persoonlijk geraakt werden door de klimaatcrisis?

‘Toen die bladeren vielen in augustus, raakte mij dat niet echt persoonlijk. Maar toen dit bosje verdween, ervoer ik een gevoel van verlies, ik had een band met die plek. Het deed pijn toen hier werd gekapt.’

Moet iedereen zo’n verlies meemaken om de urgentie te beseffen?

‘Misschien wel, maar zo dicht bij een bos wonen is al een enorm privilege. Over het sociale aspect van de klimaatcrisis wordt nog altijd te weinig gesproken, terwijl de spanning tussen armoede en klimaatbeleid door de energiecrisis opnieuw op scherp wordt gezet.’

Vijftig jaar geleden was klimaatactivisme ook al iets van voornamelijk witte middenklassers.

‘Zeker. Dat waren dan zogenaamd mensen die zich verveelden en dachten: wat zal ik nu eens gaan doen? Hun toewijding was oprecht, maar het klopt dat mensen die tijd hebben om zich zorgen te maken over de verdere toekomst, vaak rijker zijn. Het is geen toeval dat de adel zo geobsedeerd is met conservatie. King Charles heeft het er voortdurend over in het Verenigd Koninkrijk. Prins Laurent ook.’

Persbureau Associated Press knipte drie jaar geleden Vanessa Nakate uit de persfoto’s met Greta Thunberg en andere witte activisten

‘Dat was ontzettend pijnlijk en helaas veelzeggend. Nakate krijgt niet de aandacht die Thunberg krijgt, terwijl haar verhaal dichterbij komt. Mensen in het Globale Zuiden worden harder getroffen dan wij. In het boek Slow violence van Rob Nixon wordt dat goed aangetoond: de sociaal zwakkeren hebben de meeste last van milieuproblemen omdat ze op de ongezondste of meest kwetsbare plekken wonen.’

‘Het is trouwens niet nieuw dat de zwarte stem wordt genegeerd. Tijdens Earth Day in 1970 protesteerde het grootste aantal Amerikanen ooit. Overal in kranten en televisiejournaals zag je beelden van witte Amerikanen. Maar tijdens mijn onderzoek heb ik een reportage gevonden vanuit een “getto”. Wat blijkt? Daar werd ook betoogd. Die mensen leefden zonder riolering en vlak naast een slecht werkende afvalverwerkingsfabriek. Als we daar meer aandacht voor zouden hebben, kunnen we momenten als de energiecrisis aangrijpen om die structurele ongelijkheid weg te werken.’

Hoe dan?

‘Vandaag wordt meer geld dan ooit in de economie gepompt, eerst om de gevolgen van de pandemie aan te pakken en nu om de inflatie en de energiearmoede te corrigeren. Zo’n moment zou je kunnen aangrijpen om een kwantumsprong te maken. Stel je voor dat je dat geld gebruikt om huizen te isoleren, zonnepanelen te plaatsen en warmtepompen te installeren. Vooral bij minder bedeelde burgers. Daarmee zou de overheid kunnen zeggen: we pakken de slow violence aan én we willen de klimaatcrisis beheersen. Crisissen bieden altijd de kans om grote verandering te organiseren, maar het lijkt weer uit te draaien op een gemiste kans, net als tijdens de pandemie.’

Gebeurde er dan niets de voorbije vijftig jaar?

‘Toch wel. Ik heb herinneringen aan de rivier in mijn dorp in de jaren 70. Die was quasi dood en is vandaag weer veel gezonder. Op het vlak van milieubeleid – bijvoorbeeld waterzuivering – zijn er enorme stappen gezet. De focus op de directe omgeving zag je bij de eerste milieupartijen die werden opgericht, zoals in Oceanië. Die focusten op de komst van een dam, de vervuiling van een belangrijk meer of andere hyperlokale zaken. Als je daar vandaag op terugblikt, kun je zeggen: dat was het makkelijke deel, want men begon in 1972 wel al te beseffen dat de strijd mondiaal was.’

Hoe kwam dat besef tot stand?

‘Met zure regen. De Zweden hadden daar enorm last van, maar konden er zelf niets aan doen. Hij kwam van Groot-Brittannië en West-Europa overgewaaid. Dus zeiden de Zweden: dit is een internationaal probleem dat wemondiaal moeten aanpakken. Met die correcte analyse is de eerste milieuconferentie van de Verenigde Naties in 1972 tot stand gekomen. Er werden later wat successen geboekt, zoals in de strijd tegen het gat in de ozonlaag, maar het is niet zo moeilijk om spuitbussen te reguleren of andere koelelementen te gebruiken.’

Waarom lukt dat niet voor de klimaatopwarming?

‘Omdat ons hele systeem op fossiele brandstoffen is gebouwd. Dat demonteren vereist een andere manier van leven, een andere kijk op vooruitgang en beschaving. Dat is alsof we een nieuwe vloer moeten leggen terwijl we de oude nog aan het wegnemen zijn, en we tegelijk niet met onze voeten in de chape terecht *willen komen. Dat is moeilijk, om niet te zeggen vrijwel onmogelijk.’

‘En dat stuit op tegenkrachten. Als je de nieuwe gasterminals ziet die worden gebouwd om van de Russische pijpleidingen af te geraken, weet je dat die investeerders dat willen terugverdienen. Dan ben je meteen weer locked in voor nog eens 25 jaar fossiele brandstof. Terwijl we in 1972 al een breed besef zagen dat alles met elkaar verbonden is, en dat de gevolgen van onze daden nog generaties zullen doorwerken.’

Was er toen ruimte om de omslag te maken?

‘Misschien wel, maar het was moeilijk. In Vlaanderen ontstond op dat moment de Vlaamse middenklasse. Mijn vader was de voorlaatste van twaalf kinderen in een gezin in de Rupelstreek. Dat gezin woonde na de oorlog in een oud krot, waar niet eens een toilet was. Maar in de jaren 60 begonnen al die kinderen welvaart te accumuleren. Die krijgen dan allemaal een auto, een koelkast en kunnen naar Tirol op reis. Het was haast ondenkbaar om aan die mensen te vertellen: en nu moeten jullie weer een stap terug doen.’

Hoe zagen de tegenkrachten er toen uit?

‘Dat debat is expliciet gevoerd in het parlement. De liberaal Karel Poma van de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (de voorloper van Open VLD, red.) schreef een streng pamflet over de milieukosten van de ongereguleerde groei. In de Kamer kwam dat tot een woordenwisseling met premier Gaston Eyskens (CVP). Die zei dat we, als we welstand willen in België, de neveneffecten er maar moeten bijnemen. Er was voor hem geen alternatief denkbaar voor de ongeremde uitbreiding van de haven en de petrochemische bedrijven.’

Welke rol speelden de christendemocraten in België?

‘Binnen de zuil waren er verschillende, tegenstrijdige stromingen. De groene beweging is bijvoorbeeld uit de koepel van christelijke werknemersorganisaties gegroeid. Maar als je inzoomt op de hedendaagse problemen zie je altijd de vingerafdrukken van de landbouw- en industriepartij CVP – de stikstofcrisis, de mismeestering van ruimtelijke ordening, de blinde verharding en de verwelkoming van vervuilende bedrijven die elders werden geweerd. De christendemocraten stuurden keer op keer de rekening naar de volgende generatie. De milieukost daarvan werd nooit berekend.’

Wat gebeurt er als we de milieukosten wel in rekening brengen?

‘De Nederlandsche Nationale Bank publiceerde vorig jaar een ontstellend document. Als de maatschappelijke kosten van ecologische schade in rekening zouden worden gebracht, wordt onze manier van leven onbetaalbaar. Die publicatie maakte amper iets los en eigenlijk is dat hallucinant. De Belgische en de Vlaamse regering zijn nog altijd niet afgeweken van het idee van economische groei boven alles. We hebben nooit een debat gezien over wat onze huidige welvaart de komende generaties en de planeet mag kosten. We wuiven dat weg met de belofte van technologische wonderoplossingen.’


Antropoceen

Na een rondje wandelen belanden we weer bij het sparrenkerkhof. Boven ons vliegt een zwarte specht. Buelens had zijn boek evengoed kunnen beginnen in Titusville in Pennsylvania, waar in 1859 de eerste commerciële olieboring plaatsvond. Hij wil de periode van menselijke dominantie over de elementen – het antropoceen – herdefiniëren. Die begint met de stoommachine en het moderne kapitalisme. ‘Op school wordt de industriële revolutie nog steeds onderwezen als een eenzijdig positief verhaal. De komst van het moderne kapitalisme tilde ons uiteindelijk allemaal uit de feodale armoede, maar de keerzijde ervan wordt nauwelijks belicht. Daarom ben ik nu bezig met een boek dat de geschiedenis van het industriële tijdperk anders probeert te ijken.’

Aanvankelijk had Wat we toen al wisten een grimmig einde. Buelens schetste een beeld van gemiste kansen en een wereld die in brand zou staan. Oprukkende woestijnen, zondvloeden en bosbranden zouden apocalyptische proporties aannemen – het doemscenario dat door wetenschappers beschreven wordt in alle IPCC-rapporten. ‘Maar op vraag van de uitgever ging ik op zoek naar een ander einde. De focus op de naderende apocalyps zet niet aan tot actie. Daarom eindig ik met Ministry for the future van Kim Stanley Robinson.’

Die roman begint ook met een klimaatcatastrofe

‘Robinson schetst een wereld waarin Los Angeles verdwijnt, ongeziene hittegolven kosten in India miljoenen mensen het leven. Maar daarna volgt een paradigmashift. In deze wereld wordt wél massaal geïnvesteerd in groene steden en dorpen waar niet alleen in rijke wijken bomenrijen staan. Stel je een wereld voor waar stadskankers zijn vervangen door tiny forests vol bijen en vlinders. Waar landbouw ook landschapsbeheer betekent. Het is speculatieve fictie, maar het is ook hoe het altijd gaat. De Tweede Wereldoorlog leidde tot de Europese Unie en vrede. Na de Watersnoodramp lanceerde Nederland de Deltawerken die het land drooghouden.’

Dat insinueert dat het nog veel erger moet worden voor het beter kan worden.

‘Ik vrees dat dat klopt.’

En toch zette u zelf net nog een kind op de wereld.

‘Het laatste wat ik wil, is mijn baby van zes maanden oud instrumentaliseren, maar de komst van dit kind is ook een vorm van perspectief. Als ik zou zeggen dat ik geen kinderen meer wil – een beslissing die ik bij anderen respecteer – zou dat voor mij impliceren dat ik het al heb opgegeven. Bovendien vind ik het een zorgelijk idee dat iedereen die zich zorgen maakt over de planeet stopt met kinderen te maken. Ik las ergens dat alleen VVD’ers (de Nederlandse liberale partij van premier Mark Rutte, red.) zich dan nog kunnen voortplanten. Ik zou niet in een land willen leven waarin alleen klimaatsceptici nog kinderen maken (lacht).’

U wilde dit boek ook voor jonge activisten schrijven.

‘De strijd begint niet vandaag, ze was vijftig jaar geleden al begonnen. Maar voor mij was de vraag van het boek ook persoonlijk: waar was de generatie van mijn ouders zich al van bewust? En over mijn eigen generatie daarna, in de jaren 80 en 90. Wat wisten wij en welk handelen werd daaraan gekoppeld?’

Een alternatieve titel voor het boek was geweest: waarom het ons toen niet gelukt is?

‘Dat vind ik te hard, want wie is die “we” dan? We mogen niet vergeten dat de industrie het debat heeft vergiftigd met desinformatie en vertragingsmanoeuvres. We vinden nog elke week nieuwe bewijsstukken van de ongelofelijke schaal van deceptie die door grote fossiele bedrijven werd georkestreerd.’

Dat gebeurde pas in de jaren 90.

‘Dat klopt, maar volgens de nieuwste studie wist Exxon al vanaf 1977 wat er op het spel stond. En er waren ook al tegenkrachten zoals de CVP van Eyskens in Vlaanderen. In de Verenigde Staten zei John Ehrlichman, een dichte medewerker van Nixon: “Conservation is not the Republican ethic”.’

‘En toch had het anders kunnen lopen. Overheden hadden enorme investeringen kunnen doen. De klimaatpolitiek van Joe Biden had toen ook al gekund. In de plaats daarvan koos men voor de leugen van goedkope olie uit voormalige koloniën. En nadat de oliecrisis die leugen had ontmaskerd, kwam het neoliberalisme van Thatcher en Reagan.’

Reagan haalde de zonnepanelen weer weg die Jimmy Carter op het dak van het Witte Huis had gelegd.

‘Symbolischer kan niet, toch? De schade die het neoliberale verhaal aan de strijd tegen klimaatverandering heeft aangebracht, valt niet eens te berekenen. De regelgeving werd vakkundig ontmanteld, spilzucht werd de norm. Vandaag halen de VS nauwelijks 12 procent van hun energie uit hernieuwbare bronnen, net iets meer dan uit steenkool.’

Is dat niet gewoon de overwinning van het egoïsme? Met het Westen ging het goed.

‘Dat is inderdaad pijnlijk. Zelfs de kleine bedragen die op de geflopte klimaattop in Kopenhagen in 2009 werden afgesproken, zijn nooit uitbetaald aan het Globale Zuiden. Nu zijn er weer nieuwe afspraken gemaakt, maar die zijn opnieuw niet bindend. Je zag dat al in 1974, met de verschijning van het tweede rapport van de Club van Rome. Dat legde meer nadruk op de gevolgen voor het Globale Zuiden, eerder dan het Westen. De urgentie in de media nam zichtbaar af. Dat komt nu spoken, want de crisis maakt ook bij ons al slachtoffers.’

Weten politici intussen wat er op het spel staat?

‘Ik sprak mensen uit de klimaatbeweging die met Mark Rutte en andere regeringsleiders aan tafel zaten. Die politici weten genoeg om op televisie te kunnen debatteren, maar de gevolgen van klimaatverandering dringen niet ten gronde door. Dat kan ook niet anders, als je je echt verdiept in de wetenschap, beland je in een alarmfase. Dat zie je ook bij de betogers van Extinction Rebellion. Een van hen, een collega-professor uit Twente, werd gevolgd door de Volkskrant. Hij getuigde dat hij, met wat hij wist, niet anders kon dan de straat op gaan.’

En dus rest jonge activisten niets anders dan zich aan een schilderij vast te kleven?

‘Media focussen zich te veel op de toon van het debat, terwijl de boodschap van deze jonge activisten gefundeerd is. Ze spreken over gevaarlijke tipping points die andere fenomenen in gang zetten en de nood om te stoppen met fossiele economie, maar ook over energiearmoede en rechtvaardigheid van maatregelen. Dat bleef onderbelicht in alle heisa.’

Dreigen ze nog verder te radicaliseren?

‘Gezien de urgentie van het probleem zal het activisme nog escaleren, denk ik. Het zal wellicht gewelddadiger worden. Juich ik dat toe? Nee, en als er geweld gebruikt wordt al zeker niet. Maar het is onderdeel van elke emancipatiebeweging. In How to blow up a pipeline wijst Andreas Malm op de geschiedenis daarvan. De suffragettes die opkwamen voor het vrouwenstemrecht, gooiden zich bijvoorbeeld niet alleen voor de paarden tijdens een race in Engeland, ze deden ook een lange gestructureerde bommencampagne waarbij mensen zijn omgekomen. Ik hoop dat we het niet zover laten komen.’


DSL, 25-02-2023 (Kasper Goethals)

Laatst aangepast door bijlinda : 25th February 2023 om 19:09.
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:35.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.