Bolt verbaast nu ook zichzelf


Het rumoer over zijn grensverleggende sprint was nog niet verstomd of Usain Bolt sloeg weer toe. Dit keer zelfs met maximale inspanning.


Arme Churandy Martina... Met zilver op de 200 meter dacht de Antilliaan geschiedenis te hebben geschreven, maar niemand die het zag. Meer dan een halve seconde vóór hem werd Usain Bolt de sprinter die boven elk tijdsgewricht in de atletiek is komen te staan.

Zeldzaam is de dubbele winst op de 100 en 200 meter niet. Liefst acht atleten gingen de Jamaicaan op de Spelen voor. Modelsprinter Carl Lewis was de laatste in 1984. Maar niemand deed dat door twee wereldrecords te breken. Bolt lukte dat wel, in een periode dat het verleggen van grenzen steeds moeilijker wordt.

Zaterdag tilde hij onder windstille omstandigheden het record op de 100 meter naar 9,69 zonder voluit te zijn gegaan. Gisteren spande Bolt zich op de dubbele afstand wel maximaal in, weerstond hij de tegenwind (0.9 m/s) en verbaasde hij met 19,30 nog meer.

Dat gold niet in de laatste plaats voor hem zelf. „Ik ben geshockeerd”, zei hij na zijn race. „Ik verlang al zo lang naar dit wereldrecord. Ik wist dat de baan snel is, maar ik dacht dat dit onmogelijk zou zijn.”

Tot afgelopen weekeinde had niemand er rekening mee gehouden dat het wereldrecord van Michael Johnson binnen iemands bereik zou zijn. Johnson liep zijn 19,32 in 1996 in de olympische finale van Atlanta en had een voorsprong van 0,36 seconde op de nummer twee Frankie Frederick. Bolt blies de uiteindelijk gediskwalificeerde Martina met 0,52 weg, de grootste voorsprong op een olympische 200 meter ooit.

De 100 meter is voor Bolt een nieuw terrein, de 200 zijn specialiteit. Een dag voor zijn 22ste verjaardag besloot hij daarop „de longen uit het lijf” te lopen om zijn werkelijke mogelijkheden in topvorm te verkennen. Welke dat zijn durft niemand te voorspellen, maar op de 100 meter worden al tijden onder de 9,60 genoemd. Met volledige inspanning en een flinke meewind was dat zaterdag inderdaad mogelijk geweest.

Velen plaatsen in dit tijdperk van wantrouwen vraagtekens bij zijn ongewoon hoge snelheden, anderen hebben logische verklaringen. Bolt komt niet vanuit het niets. Op zijn zeventiende nam hij al deel aan de Spelen van Athene. Twee jaar eerder werd hij op de 200 meter de jongste wereldrecordhouder ooit bij de junioren.

Vorig jaar finishte Bolt op de 200 meter als tweede tijdens de WK in Osaka en hij nam op die afstand een persoonlijk record van 19,67 mee naar Peking. Ter vergelijking: Johnson had 19,66 als wereldrecord achter zijn naam staan toen hij in Atlanta de toeschouwers sprakeloos liet.

De 1.96 grote pupil van trainer Glen Mills beschikt over een machtig wapen dat hem tot de ideale loper maakt voor de 400 meter, dat andere oude domein van Michael Johnson. Wat Bolt onderscheidt van andere sprinters, is dat hij met die lange stelten ongewoon snel kan accelereren.

En dan is de paslengte op de korte sprintafstanden een onmiskenbaar voordeel. Bolt heeft voor een sprinter een ongewoon hoge knieheffing die zijn lange passen krachtig aansturen. Hij heeft domweg minder passen nodig dan een ander.

Ato Boldon is viervoudig olympische medaillewinnaar voor Trinidad. Hij liep de 100 meter vier maal in 9.86. Boldon was als televisiecommentator na de 100 meter verbaasd, maar heeft nu de logische verklaring: „Een groot wiel doet er langer over om rond te gaan dan een klein wiel. Op de sprint werd dat altijd als nadeel beschouwd, tot we deze jongen zien met de frequentie van iemand van 1.80 meter. Daarbij overbrugt hij per pas een centimeter of tien meer, waardoor hij slechts 40 of 41 passen nodig heeft van start tot finish. Ik was zelf 1.75 meter en had 45 of 46 passen nodig. Over wiskunde valt niet te redetwisten.”


Trouw, 21-08-2008 (Rob Velthuis)

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB