De Nijlganzen in het provinciedomein Kessel-Lo in Leuven worden binnenkort afgemaakt. De dieren veroorzaken allerlei overlast.

Het lijkt een overtrokken maatregel, maar dat is het niet. Nijlganzen kunnen, zeker met het broedseizoen in aantocht, bijzonder territoriaal zijn. In Kessel-Lo delen de acht paartjes het domein met onder meer waterhoentjes, meerkoeten en krakeenden. De nijlganzen trekken naar de nesten van andere vogels en grijpen de kuikentjes vast om ze uiteindelijk te verdrinken.

"Zij hebben een negatieve invloed op de populatie inheemse vogels", zegt domeinbeheerder Oswald Debelder. "Het gaat hier om de moordenaars onder de watervogels." Maar daar blijft het niet bij. De Leuvense nijlganzen hebben hun pijlen ook al gericht op nietsvermoedende passanten. Joggers of wandelaars schrokken zich een ongeluk toen de vogel hen aanviel. Zij kwamen er vanaf zonder ernstige verwondingen, maar kwamen soms wel pijnlijk ten val. Ook produceren ze relatief veel ontlasting - meer dan een halve kilo per dag - wat het bodemoppervlak en het water kan verontreinigen.

Vogelbescherming Vlaanderen begrijpt dat de provincie ingrijpt. "We zijn in het verleden simpelweg te laks geweest met de invoer van zulke soorten", zegt Jan Rodts, directeur van Vogelbescherming Vlaanderen.

Bron: De morgen
http://www.demorgen.be/binnenland/l...lvrij-b7fa79e7/

Mening:
Persoonlijk vind ik dat dit artikel nogmaals aantoont hoe wij als mensen op "overlast" reageren. Wij nemen het gebied van dieren over door er gebouwen te plaatsen, maar wanneer we dan geteisterd worden door de dieren die plaats zoeken, dan schieten we ze maar af. De nijlgans is inderdaad niet van deze contreien, maar nog wel altijd een dier dat zijn instincten volgt. Deze zouden we dan gewoon afschieten in plaats van op te vangen en terug te plaatsen waar deze soort thuis hoort?
Als we dit met mensen zouden doen, zouden we heel wat te horen krijgen over "niet ethisch verantwoord". Maar wanneer het gaat over wezens wiens territorium we zelf dagelijks afnemen, dan komt er maar weinig response.