|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
Relatie tussen China en Zweden bereikt dieptepunt
De diplomatie van het gebroken porselein
Dat Zweden hevig blijft protesteren tegen de kidnapping van een van zijn burgers door China, accepteert Peking niet zomaar. Het dreigt, briest en intimideert, maar Volvo, die grote Zweedse multinational in Chinese handen, blijft voorlopig buiten schot. ‘Hun grote bek is pure bluf.’ Bijna 1.600 dagen is het geleden dat China Gui Minhai (56) kidnapte. De schrijver, al 23 jaar in het bezit van de Zweedse nationaliteit, is een ‘overlever’ van de studenterevolte van Tiananmen. Hij verliet in 2015 zijn Thaise vakantieverblijf begeleid door een man die Chinees sprak (zie inzet) en kwam nadien niet meer op vrije voeten. Zweden kon de kidnapping van een onderdaan onmogelijk verteren, zeker vanwege het gebrek aan bewijs voor de zaken waarvan hij werd beschuldigd. Al vijf jaar hoopt het Gui vrij te krijgen, tot nu toe zonder succes. Ondertussen ontspoorden de diplomatieke relaties tussen de twee landen. Afgelopen week werd een dieptepunt bereikt: na maandenlange systematische intimidatie door de Chinese ambassade, eisten meer dan dertig mensen uit de Zweedse culturele sector in een open brief de vrijlating van Gui. Ook willen sommige partijen een ‘Gui Minhai onderzoekscommissie’ oprichten, om uit te zoeken waarom de diplomatieke druk geen resultaat had. Zweden zal ook op Europees vlak actie eisen tegen Chinese autoriteiten die zich te cru uitlaten. Zoals tegen Gui Congyou, de ambassadeur van Peking in Stockholm, die de gewone Zweed eind januari openlijk – en niet voor het eerst – ‘waarschuwde’. ‘Jullie zijn een lichtgewichtbokser van 48 kilo die ruzie zoekt met een zwaargewicht van 86 kilo’, klonk het op het televisiekanaal SVT. De Zweden keken er niet van op, voor hen is het intussen normale kost. Maar wat zegt dit over China, Europa en hun toekoms*tige relatie? Ban op Zweedse films ‘In essentie kan China niet aanvaarden dat wij persvrijheid hebben’, zegt voormalig diplomaat en China-antropoloog Magnus Fiskesjö – ook een kennis van Gui Minhai – aan De Standaard. ‘Dat betekent dat wij ook afwijkende meningen kunnen uiten over de acties van de Communistische Partij. Ze willen dat wij zwijgen en hun woorden herhalen. Zo werkt het niet hier niet.’ In november 2019 zou de Zweedse tak van de schrijvers*vereniging PEN de gekidnapte Gui een prijs toekennen. De minister van Cultuur moest speechen. Ambassadeur Gui Congyou trok preventief de bokshandschoenen aan. ‘We behandelen vrienden met goede wijn, maar voor vijanden hebben we geweren klaarstaan’, zei hij op de radio. ‘Jullie weten zelf ook wel dat er gevolgen zullen zijn.’ De ambassade eiste dat de prijs werd ingetrokken en de Zweedse minister van Cultuur thuisbleef. De Zweden bogen niet. Minister Amanda Lind speechte en premier Stefan Löfven wees China publiekelijk terecht. Ook alle partijen in het Zweedse parlement veroordeelden de intimidatiecampagne, maar China gaf niet op. Er kwam een inreisverbod voor Lind en Löfven, Zweedse films werden gebannen in China. Vervolgens begon de Chinese ambassade in Stockholm Zweedse zakenmannen te benaderen. ‘De tolerantie in de zakenwereld voor China’s dictatoriale model was jarenlang opmerkelijk groot’, zegt Fiskesjö. ‘Toch uitte een van de grootste bedrijfsleiders onlangs ook zijn bezorgdheid over de zaak-Gui. Achter de schermen zijn er zeker nog anderen.’ Begin 2020 probeerde Peking dan ook een Zweedse ‘vijfde colonne’ te activeren: Zweden mobiliseren die Gui Minhai bekritiseerden en China gelijk gaven. Geheime meeting De zaak escaleerde helemaal toen Zweden een strafonderzoek begon tegen zijn eigen, teruggeroepen ambassadrice in China: Anna Lindstedt. Zij was al sinds 2016 op post in Peking en had een geheime meeting georganiseerd tussen twee Chinese zakenlui en de dochter van Gui, Angela. De afspraak ging frontaal in tegen de Zweedse diplomatieke lijn – de *zakenmannen hadden alleen de bedoeling om Gui’s dochter te intimideren. Lindtstedt – door collega’s omschreven als een carrièregerichte narcist – botste volgens The Diplomat ook met de Zweedse geheime dienst, omdat ze te loslippig was tegenover Chinezen. Volgens Fiskesjö toont het geval-Lindtstedt hoe goed Peking mensen kan beïnvloeden. ‘Wie naïef is, kan gemakkelijk verleid worden om China’s werk op te knappen in plaats van de belangen van het eigen land te dienen.’ De Chinese ambassadeur Gui is ondertussen al veertig keer op het matje geroepen voor systematische intimidatie van de Zweedse pers. De strijd verloopt verder op meerdere vlakken. Zo konden Chinese toeristen rond kerstmis lezen hoe verschrikkelijk onveilig de Zweedse straten zijn. Ook zijn twee handelsmissies afgelast. Daardoor gaat er ongetwijfeld wat kwartaalwinst verloren, en misschien vertraagt het nieuwe Chinese investeringen in Zweden. Maar riskeert het land echt zware economische averij? Volgens Fiskesjö zal snel blijken van niet. ‘Neem Noorwegen, dat in 2010 de Nobelprijs aan dissident Liu Xiaobo gaf. De mythe dat China het land strafte met een ban op zalm blijft circuleren. Maar in feite bleven de handelsrelaties bestaan. Handelaars kregen wel een bevel van bovenaf, maar haalden de vis uiteindelijk via Vietnam naar China. Het was allemaal bluf.’ Volgens een economische paper van Chen Xianwen en Roberto Garcia ondermijnde de Chinese privésector inderdaad de ‘zalmban’ van de overheid. Importeurs gingen ‘massaal smokkelen, het land van origine vervalsen en de handelsstromen via andere wegen sturen’. Zweden valt dus niet voor argument van veel Europese leiders, dat China ‘economisch te belangrijk is om voor het hoofd te stoten’. Drama Om dat te begrijpen, is inzicht in de Chinese tactiek nodig. China-kenner David Bandurksi (China Media Project) spreekt over de diplomatie van het gebroken porselein: een volgehouden politiek van ‘afleiding en overdrijving’. De Chinese term daarvoor is pingci. ‘Pingci verwijst naar fraudeurs die opzettelijk met duur porselein op drukke markten gaan staan, zodat kopers iets brekenen gedwongen worden de schade te vergoeden’, schrijft Bandurski in The Guardian. ‘Zo maakt China veel drama om het gewenste resultaat te bereiken.’ Spreken over ‘zware mensenrechtenschendingen’ omdat Chinese toeristen niet mogen inchecken in een Zweeds hotel, of over het ‘doorbreken van alle morele en menselijke waarden’ omdat daar een satirische sketch over komt op tv: het is allemaal pingci. En het kan alleen werken als het slachtoffer lichtgelovig of angstig is. Door al dat ‘drama’ is er volgens het peilingbureau Pew geen enkel Europees land dat negatiever denkt over China dan Zweden. Maar liefst 70 procent ziet China als een negatieve factor – zelfs in de VS is het aantal niet zo hoog. ‘Dit is voor China uitgedraaid op een nachtmerrie in public relations’, zegt Fiskesjö verwijzend naar de Pew-cijfers. Ook het mobiliseren van de vijfde colonne was volgens hem een flop. ‘China moest zich bedienen van extreemlinkse of extreemrechtse figuren van tweede garnituur. Die begonnen Gui Minhai plots een crimineel te noemen en China te verdedigen. De ambassadeur organiseerde een Belt and Road-evenement met extreemrechtse groepjes die een paar honderd man aantrekken. Niemand nam het serieus.’ Waar blijft Europa? Maar als China echt wil, houdt het nog een troefkaart tegen de borst: de Chinese autogroep Geely, eigenaar van Volvo. Zullen de Zweden ook zo flegmatiek blijven wanneer Geely wordt meegesleurd in de wraakacties? Veel China-analisten geloven dat als een zakenopportuniteit echt interessant is, de Chinezen toch komen, politieke ruzie of niet. Geely wil marktleider in elektrische wagens worden en kan een premium merk als Volvo daarbij gebruiken. ‘De les voor de EU is dat de Communistische Partij niet toleranter wordt’, zegt Fiskesjö. ‘Het is aan ons om op te treden, voor ze ons verandert. Want wie zwijgt tot het te laat is, heeft geen onderhandelingsmarge meer.’ Fiskesjö is ontgoocheld dat de EU Zweden niet harder heeft gesteund. Volgens hem moest de EU vrijheid eisen voor Gui, desnoods met de vuisten op tafel. Na bijna 1.600 dagen en een serie gedwongen bekentenissen is het te laat. ‘Het is pas wanneer je opstaat en zegt “dit accepteren we niet”, dat de Chinezen vaak niet doorzetten.’ Aanvulling: op 25 februari werd Gui Minhai veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf. Hij is schuldig aan het ‘onwettig doorspelen van informatie aan het buitenland’, heeft een rechtbank in de Oost-Chinese stad Ningbo bekendgemaakt. DS, 25-02-2020 (Giselle Nath) |