Twee jaar na treinramp Buizingen rijden treinen nog even vaak door het rood

HLN Twee jaar na het treinongeval in Buizingen rijden nog steeds evenveel treinen door het rood. Het automatische stopsysteem TBL1+ is nochtans al op 73 procent van het spoornet beschikbaar. Vorig jaar reed op het Belgische spoornet 129 keer een trein door het rood, één keer minder dan in 2010. Dat blijkt uit cijfers van spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel. Het gerechtelijk onderzoek is nog steeds aan de gang. Onderzoeksrechter Jeroen Burm wacht nog altijd op het verslag van de vijf experts die kort na de ramp werden aangesteld.
Op de hoofdsporen van het netwerk reden 91 treinen door het rood, in vergelijking met 104 in 2010. Het aantal overtredingen dat een potentieel gevaarlijk punt bereikt, verminderde van 51 in 2010 naar 43 vorig jaar. Dat is volgens Infrabel te danken aan verschillende actieplannen, zoals een sensibiliseringscampagne bij de treinbestuurders.

Op nevensporen reden 38 treinen voorbij een rood sein, tegenover 26 van 2010. Op die nevensporen rijden echter geen treinen met reizigers aan boord en ligt de snelheid zeer laag, waardoor het risico kleiner is.

73 procent net beveiligd
Na het ongeval in Buizingen werd besloten om de invoering van TBL1+ te versnellen. Het systeem brengt een trein automatisch tot stilstand als hij 300 meter voor een rood licht nog meer dan 40 km/u rijdt. Ten tijde van het ongeval was het systeem slechts geïnstalleerd op 24 procent van het Belgische spoornet. "Op dit moment is 73 procent van het net beveiligd", zegt Frédéric Petit van Infrabel. "Tegen eind 2012 moet dat 87 procent zijn, dan zijn alle belangrijke knooppunten verzekerd." Ook de NMBS moet nog een inspanning doen. Pas in 2013 zullen alle treinen beschikken over TBL1+, nu is dat nog maar een kleine 70 procent.

Vanaf 2015 begint Infrabel dan met de installatie van het European Train Control System (ETCS), een geavanceerdere technologie die in heel Europa wordt uitgerold. In 2025 worden op ons spoornet enkel nog treinen toegelaten die met ETCS zijn uitgerust.

Het treinongeval kostte op 15 februari 2010 het leven aan 19 passagiers. Er vielen ook 170. Een trein uit Leuven negeerde een rood licht en reed om 8.28 uur lateraal op een andere trein in. De twee treinen reden respectievelijk van Leuven naar 's Gravenbrakel en van Quiévrain naar Luik. Verschillende wagons van de trein uit Quiévrain kwamen bij het ongeval op hun flank terecht.

Nog geen resultaten onderzoek
Na het ongeval werd een speciale parlementaire commissie voor de spoorveiligheid opgestart, evenals een gerechtelijk onderzoek bij het parket van Brussel, om de verantwoordelijken aan te duiden. Op 2 februari 2011 besloot de commissie-Buizingen dat de verantwoordelijkheid gedeeld wordt door de overheden en de NMBS, gezien aan de spoorveiligheid in de periode 1982-2010 geen significante verbeteringen werden aangebracht.

Het gerechtelijk onderzoek nog steeds aan de gang. Onderzoeksrechter Jeroen Burm wacht op het verslag van de vijf experts die kort na de ramp zijn aangesteld. Volgens de laatste berichten zou een eerste deel van dat verslag, gewijd aan de technische vaststellingen over het ongeval zelf, eind maart neergelegd worden. Een tweede deel, over de technische vaststellingen van de staat van het spoorwegnet op het ogenblik van het ongeval, volgt later.

Rood seinlicht
Burm en een college van vijf experts gingen onmiddellijk aan de slag. Cruciaal in het onderzoek is de seingeving op de sporen in de omgeving van Buizingen. Onmiddellijk na de ramp werd gemeld dat de bestuurder van een van de betrokken treinen een rood seinlicht had genegeerd, maar de man zelf ontkende. Ongeveer een maand na de ramp reed een andere trein op dezelfde plaats wel door een rood sein. Het sein stond eerst op groen, maar sprong vlak daarna op rood, mogelijk door een technische storing. De gerechtelijke experts hebben het licht grondig bekeken en ook de remsystemen onderzocht. Vermoedelijk maakt ook de afwezigheid van een automatisch noodstopsysteem in beide treinen voorwerp uit van het onderzoek.

De slachtoffers van de ramp en hun families werden midden januari ontvangen op het Brusselse parket, waar ze uitleg kregen over het verloop van het onderzoek en de verdere procedure. Eenmaal het expertenverslag is afgewerkt komen er immers nog onderzoeksdaden, mogelijk zelfs een reconstructie van het ongeval. In ieder geval zou het proces voor 2020 plaatsvinden, zo kregen de slachtoffers te horen. (belga/vsv)

Bron: http://www.hln.be/hln/nl/957/Belgie...-het-rood.dhtml

Mijn mening:
Ik ben zeer verbaasd dat er nog evenveel treinen door het rood rijden als vorig jaar, zeker omdat het automatische remsysteem (TBL1+) inmiddels geïnstalleerd is op 73% van de sporen, tegenover 24% twee jaar geleden. Op de hoofdsporen, waar de snelheid hoger ligt dan op de nevensporen is het aantal treinen, die door het rood rijden het laatste jaar toch gedaald (van 104 tot 91), daarom denk ik wel dat het automatische remsysteem zijn werk doet. Toch vraag ik me af of er geen bijkomende maatregelen genomen moeten worden, zodat er minder treinen door het rood rijden. Voornamelijk op de nevensporen moet er volgens mij iets gebeuren, want het aantal treinen dat er het laatste jaar door het rood gereden is, is toegenomen met 46% (van 26 naar 38). Ik vermoed dat het automatische remsysteem (TBL1+) weinig bijdraagt op nevensporen, omdat de treinen daar toch al aan lage snelheid rijden. Hoewel de treinen op nevensporen zonder passagiers en met lage snelheid rijden en het risico dus kleiner is op hoofdsporen, denk ik toch dat we deze enorme stijging niet mogen negeren.

In het artikel staat ook vermeld dat er tussen 1982 en 2010 geen significante verbeteringen aangebracht werden op het spoornetwerk. Ik vind het zeer betreurenswaardig dat er pas verbeteringen aangebracht werden nadat er een zwaar treinongeval in Buizingen was.
Ik hoop in ieder geval voor de slachtoffers van de treinramp in Buizingen dat het proces niet al te lang op zich laat wachten.