Het filteren op het internet van illegale en schadelijke informatie voor kinderen, is moeilijker geworden met de komst van Web 2.0 toepassingen.

Dat bleek woensdag bij de voorstelling van de resultaten van een Europese studie over oplossingen om dergelijke informatie voor kinderen te filteren.

Tientallen van de meest verspreide filtering tools werden getest door meer dan honderd ouders en leerkrachten in tien Europese landen en door gespecialiseerde testers. Vervolgens werden de resultaten van 2007 vergeleken met die van 2006.

Uit die vergelijking blijkt dat de helft van de 23 filters die zowel in 2006 als in 2007 getest werden, betere filtercapaciteiten hebben ontwikkeld met betrekking tot niet-seksuele inhoud. Daartegenover staat dat er acht leveranciers zijn die slechtere resultaten behaalden dan het jaar voordien met betrekking tot seksuele inhoud. Dit slechtere resultaat is gedeeltelijk te wijten aan het feit dat de testgevallen sinds 2007 ook Web 2.0-inhoud bevatten en die is een stuk moeilijker te filteren, aldus de onderzoekers.

"In de wereld van Web 2.0, waar de gebruikers zelf materiaal maken en op websites beelden of video's uitwisselen, wijzigt de inhoud elke seconde. De klassieke systemen met 'zwarte lijsten' en 'witte lijsten' zijn bijgevolg geen afdoende techniek om accuraat te filteren. Om dergelijk door de gebruiker gemaakt materiaal de baas te kunnen, zal de internetgemeenschap niet langer alleen mogen rekenen op de leveranciers, maar ook zelf de touwtjes in handen moeten nemen en aangeven of de site in kwestie bepaald materiaal bevat", legt Carlo Schüpp uit.

Vorig jaar werd aan de industrie gevraagd om bij het filteren niet enkel oog te hebben voor de expliciete schadelijke content - lees: porno- maar ook andere zaken op te nemen die op tegenkanting stuiten bij ouders en leerkrachten. Voor kinderen jonger dan 10 wordt algemeen aanvaard dat een filter mogelijk te veel mag blokkeren als dat ervoor zorgt dat vrijwel alle schadelijke informatie gefilterd wordt. Voor kinderen ouder dan 10 geven de mensen de voorkeur aan een meer voorzichtige filtering om geen interessante informatie te blokkeren.

Uit het onderzoek blijkt nu dat voor kinderen in de leeftijdsgroep 6 tot 10 jaar één leverancier "zeer goed" scoort en zes andere filters "goed" presteren. Voor jongeren in de leeftijdsgroep 11 tot 16 jaar kreeg geen enkele filter de score "zeer goed" of zelfs maar "goed". Maar als de testgevallen beperkt worden tot pornografische inhoud, dan scoren drie leveranciers "zeer goed" en acht leveranciers "goed".

"De studie toont aan dat de filtertechnologie volwassen en dermate doeltreffend wordt dat zij beantwoordt aan de verwachtingen van opvoed(st)ers doorheen de Europese Unie. Toch is er nog verdere verbetering nodig om de indruk weg te werken dat "filteren niet helpt", merkt Schüpp tot slot op.

http://www.gva.be/nieuws/media_cultuur/default.asp?art={7CCD68B6-3FC6-4012-AD72-B1AEA0C05533}


Is het niet meer dan normaal dat die filters ook mee evolueren?!
Al is de beste filter misschien gewoon je kinderen er attent op te maken en verantwoord leren te surfen...

20/03 'Internet is even onveilig als de goorste stadssteeg'
Veertig procent van de kinderen uit het vierde en het vijfde leerjaar raakte ooit geschokt door een beeld op internet. Dat blijkt uit cijfers van Action Innocence, een organisatie die opkomt voor veilig surfen voor jongeren.
Onschuldige trefwoorden als ’poesje’ en ’paardje’ leiden al gauw naar weinig katholieke websites.

Brutale onthoofdingen op YouTube, pedofielen die via chatboxen op zoek zijn naar afspraakjes en choquerende beelden op pornosites. Als we alle berichten over de kwalijke invloed van het internet op jongeren mogen geloven, zetten ouders de pc’s maar beter bij het grof huisvuil. Hoewel deze problematiek niet overdreven mag worden, zijn de internetgevaren voor kinderen volgens Action Innocence zeer reëel. De organisatie die opkomt voor een kindvriendelijk internet sprak hierover al met 27.000 kinderen en 7.000 ouders. Daaruit bleek dat veertig procent van de kinderen van het vierde en vijfde leerjaar al eens in contact kwam met een schokkend beeld op internet.

”Opvallend is dat dit gebeurde zonder dat ze er doelbewust naar op zoek gingen”, zegt Marjan Gerarts, nationaal preventieverantwoordelijke van Action Innocence. ”Als je op de zoekmachine Google het trefwoord ’poesjes’ intypt, gaat pas de vijfde website daadwerkelijk over katten.” Waarover de eerste vier websites gaan, laat zich al raden.

”Ook het trefwoord ’paardje’ is minder onschuldig dan het op het eerste gezicht lijkt. Wij spraken ooit met een jongen die dit intypte omdat hij bezig was aan een spreekbeurt over paarden. Maar hij kwam pardoes terecht op een website met bestialiteiten (geslachtsomgang tussen mens en dier, red.).”

Volgens Action Innocence durft een derde van de kinderen niet praten met hun ouders over deze vaak schokkende ervaringen. ”Ze zijn beschaamd en vrezen een negatieve reactie, zoals een verbod om nog op internet te surfen.”

De organisatie vindt dat de ouders hierin een belangrijke verantwoordelijkheid dragen. ”Zij moeten hun kinderen beschermen. Hen onbegeleid en onbeveiligd laten surfen op het internet is net zo gevaarlijk als ze ’s nachts alleen los te laten in de achterbuurten van een grootstad.”

Ouders die op veilig willen spelen, kunnen beroep doen op de zogenaamde ’oudertoezichtsoftware’. Deze kan bepaalde programma’s en websites blokkeren. Daarnaast kan de software bijhouden welke websites worden bezocht en de ouders waarschuwen wanneer het kind ’in gevaar’ is.

”Wij zijn hier zeker voorstander van”, zegt Marjan Gerarts. ”Maar deze software mag niet worden geïnstalleerd zonder medeweten van het kind of als strafmaatregel. Het is ook belangrijk dat de ouders beseffen dat geen enkel technologisch hulpmiddel een goede internetbegeleiding kan vervangen. Zelf attent zijn blijft dus de boodschap."

Hoe voorkomen?
Voorkomen is beter dan genezen. Marjan Gerart van Action Innocence geeft drie tips voor ouders om hun kinderen te beschermen tegen de gevaren van het internet.

1. Zet de computer op een zichtbare plaats in de woonkamer. ”Zo kunt u vrijwel ongemerkt een oogje in het zeil houden.”

2. Vraag met wie uw kinderen chatten. ”Op die manier kunt u nagaan of malafide figuren het vertrouwen van uw kind misbruiken.”

3. Aarzel niet om erover te praten. ”Door de dialoog open te trekken, krijgen uw kinderen de kans om te vertellen hoe ze zich voelen bij hun leuke en minder leuke ervaringen met het internet.”