actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Human Interest
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 26th March 2011, 15:41
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Wink “Blijft mijn abonnement geldig?”

‘Vlaanderen is het beste wat Wallonië ooit is overkomen'


Hij is een vleesgeworden koppelteken. Of in zijn moedertaal: een levende ‘trait d'union'. RTBF-journalist Christophe Deborsu is onze laatste verbindingsofficier in steeds onbekender gebied: Wallonië. Hij schreef er een boek over in het Nederlands. 'Als kind had ik geen posters van popsterren op mijn kamer. Ik had er van politici.'



De Eiffeltoren. Opmerkelijk genoeg hangt net die naast het tafeltje waar ik met Christophe Deborsu een koffie zit te drinken. Een pseudo-kunstzinnige zwartwitfoto van de Eiffeltoren… in een venusheuvel geschoren. Le Café de Flore heet het hier. Precies zoals het beroemde schrijverscafé in Saint-Germain-des-Prés. Aan de muur hangen alle Franse monstres sacrés. Piaff. Brassens. Gréco. Alleen: dit is Parijs niet, dit is Namen. Niet de hoofdstad van Frankrijk, maar die van Wallonië. En toch hangt hier meer Frans chauvinisme dan in het chauvinistische Frankrijk zelf.

‘Typisch', glimlacht Christophe Deborsu. ‘Wist je dat we hier ook een Elysette hebben – een klein Elysée? De ambtswoning van de Waalse minister-president, aan de oever van de Maas, heet zo in de volksmond. Prachtig toch? In 1992 kwam Guy Spitaels hier wonen. Dieu. Hij mat zich presidentiële allures aan, zoals zijn grote voorbeeld François Mitterrand. Vandaar: het Elyseetje. C'est beau, non?'

Namen: de eerste stad van Wallonië. Het leek de ideale plek om Christophe Deborsu te interviewen over zijn pas verschenen boek Dag Vlaanderen. Deborsu zag hier 46 jaar geleden het licht, verhuisde naar het grote Brussel, maar keerde terug.‘Un Namoureux', noemt hij zichzelf: de optelsom van Namur en amoureux. Zijn vrienden verklaarden er hem al gek voor. Wie Wallonië verlaat, hoort niet meer om te kijken.


De provincie in het kwadraat

‘Die Eiffeltoren hier vertelt alles', zegt hij. ‘Voor veel Walen is Wallonië de provincie in het kwadraat. De ultieme ambitie is om het in Parijs te maken. Of toch Brussel, op zijn minst. Alle grote Walen zijn hier vertrokken. Simenon, Magritte… noem maar op. Benoît Poelvoorde, de steracteur, is de grote uitzondering. Hij is gebleven. Hij woont hier vlakbij. “Ik wil niet tussen de winnaars wonen”, zegt hij altijd. Ik begrijp dat. Ik heb een enorme sympathie voor verliezers. Mooi meegenomen voor een Waal. (grijns) Ik werd geboren om te verliezen, zeg ik altijd. Ik ben van het jaar 1965. Het laatste jaar dat Vlaanderen en Wallonië even welvarend waren. Vanaf dan begon het hier pijlsnel bergaf te gaan.'

‘Bijna niemand houdt van Wallonië. Zelfs de meeste Walen niet. Er is zeer weinig chauvinisme, of zelfs maar simpele liefde of genegenheid. Neem de Maas – de prachtige Maas. Daar is geen enkel memorabel gedicht geschreven. Niet één. Vlaanderen is prachtig bezongen, onder meer door Hugo Claus. Wallonië door… niemand. Brel, ja. Die schreef Il neige sur Liège – zijn minst geïnspireerde chanson. Net die ene keer geraakte hij niet verder dan een kinderrijmpje. Dat zegt alles. Wallonië heeft nochtans veel om van te houden. Niet in het minst haar gebreken. Er is hier nog veel om naar te verlangen. Veel om van te dromen. Het is een prachtig nukkig lief.'

Over dat nukkige lief heeft Christophe Deborsu een boek geschreven: Dag Vlaanderen. Hoe Walen écht leven en werken. Hij begon eraan op 14 juni, de dag na de jongste verkiezingen. Drie uitgevers hadden hem gebeld. Of hij, als bekende Waal, geen zin had om Wallonië aan Vlaanderen uit te leggen? Twee jaar lang presenteerde hij samen met zijn broer in De Zevende Dag een rubriekje over het leven in Wallonië. In deze krant schrijft hij er om de drie weken een column over: La Wallonie Profonde. Het was, kortom, tijd voor het échte werk.

De Gentse uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts deed het hoogste bod: 225 pagina's. Het werden er uiteindelijk 400. Een mengeling van een autobiografie, een (recente) geschiedenis van Wallonië, en – vooral – een eindeloze reeks fijne faits divers. Wist u bijvoorbeeld dat Waal van het Germaanse woord ‘Walha' komt, letterlijk: De Anderen? En wist u dat datzelfde Walha volgens sommigen aan de basis zou liggen van Wall Street, gesticht door Waalse kolonisatoren? ‘Zo'n weetjes brengen niets op, maar ze doen wel deugd', schrijft Deborsu, met veel zelfspot. ‘In de zin van: ‘Waalse roots en geld, het kán samengaan'.'

Ook vermeldenswaardig: Christophe Deborsu schreef Dag Vlaanderen in het Nederlands. Rechtstreeks. Een unicum, volgens specialisten ter zake. Niemand zou het hem ooit hebben voorgedaan.

‘Mijn ouders – allebei classici – stimuleerden me enorm om tweetalig te worden', vertelt hij. ‘Ze stuurden me naar Lier op taalvakantie, en ze verplichtten me om Nederlands te volgen op school. Op mijn 18de besloot ik rechten te studeren. Aan de KULeuven. Het was een gigantisch risico. De zaak van mijn vader zat in grote moeilijkheden, ik had een studiebeurs. Het was erop of eronder. Een tweede kans zou ik niet krijgen. Ik had zoveel stress, dat ik elke ochtend overgaf. Maar: dat stimuleerde me. Ik heb dat zelf ook aan mijn kinderen doorgegeven. Mijn oudste zoon heeft in Mechelen op internaat gezeten. Mijn jongste zit er nog steeds.'


Merci, Vlaanderen

‘Ik was een gigantisch blokbeest. Ik werkte niet zoals een Vlaming – ik werkte méér. In heel het eerste semester ging ik één keer naar de film. Ik weet nog altijd welke: American Gigolo. Vier uur voelde ik me ontzaglijk schuldig. Mocht ik me wel ontspannen? Het was hard, maar het lukte. Ik slaagde. Ik haalde niet gewoon mijn diploma, ik werd een ander mens. Een streber. Ik heb dat nog altijd. Zeker tegenover Vlamingen. Ik kom sowieso al zelden te laat, maar nóóit bij Vlamingen. Alles om tegen het cliché van de luie, nonchalante Waal in te gaan.'

‘Ik heb Vlamingen dat vooroordeel nooit kwalijk genomen, nee. Integendeel. Ik heb het altijd als een extra stimulans ervaren. Vlaanderen legt de lat hoog. Ontzettend hoog. Veel hoger dan Wallonië. En dat verplicht ons al jaren om harder ons best te doen. Walen hebben van nature de neiging om achterover te leunen en te zeggen: ça va s'arranger. Dat is ons zuiderse temperament. Ik hou daar enorm van, het zit ook in mij. Maar de voorbije vijftig jaar heeft dat te vaak tegen ons gewerkt. Het is goed dat Vlaanderen ons verplicht heeft om daartegen in te gaan. Je kunt het bijna niet hardop zeggen dezer dagen, maar Vlaanderen is het beste wat Wallonië ooit is overkomen. De laatste zin van mijn boek is: “Dank u, Vlaanderen.”'

Christophe Deborsu neemt me mee naar buiten, naar de beroemde Citadel van Namen, om zijn punt hard te maken. La Citadelle, vertelt hij tijdens de beklimming, is een van de grootste en best bewaarde middeleeuwse burchten ter wereld. Tachtig hectaren muren van meer dan duizend jaar oud, op een heuvel van honderd meter. Het vergezicht is prachtig, het nabijzicht een pak minder. Muren zijn ingestort en omgeven door dranghekken, deuren zijn beklad met graffiti. Overal slingeren halveliterblikjes bier.

‘Vroeger,' vertelt Deborsu, ‘was hier een téléphérique. Als kind nam ik die vaak. We woonden vlakbij. Hierboven lagen een speeltuin en een voetbalveld. Halfweg de jaren '90 werd de kabellift afgebroken. Er zou er een andere komen – niét dus. Geen geld. Geen toekomstplan. Geen visie, dat vooral. Zie je dat pleintje daar beneden, voor het Waals parlement?' Hij wijst in de diepte. ‘De Maas en de Samber vloeien daar samen. Een van de mooiste punten van de stad. Daar is jaren niets geweest. Een woestenij. Nu is het vol beton gegoten, en staat er een bankje. Hoe weinig fantasie kun je hebben?'


Koude burgeroorlog

‘Ik wil hier geen gebroeders-Dardenne-achtig beeld van Wallonië ophangen. Ik ben een fan, daar niet van. Maar al hun films bevestigen het cliché van de Waalse uitkeringstrekker die op een industriële ruïne leeft. Zo erg is het nu ook niet. Dankzij het Marshallplan gaat het weer de goede kant uit. Vorig jaar steeg ons bbp per capita in vergelijking met Vlaanderen. Met amper een procentje – maar toch. Het was een historische ommekeer. Volgens een studie van KBC zullen we de kloof met Vlaanderen tussen 2040 en 2050 dichten. Da's een mooi vooruitzicht, toch? Merci les Flamands, denk ik dan. Door de lat voor jezelf zo hoog te leggen, verhoogden jullie ook die van ons.'


En omgekeerd? Wat heeft Vlaanderen aan Wallonië te danken?

‘Question délicate. Ik denk soms dat we wat scherpe kantjes van jullie hebben afgevijld. Dat we de hoeken wat hebben afgerond. Ik veralgemeen niet graag, maar Walen zijn doorgaans socialer dan Vlamingen. Opener. Hartelijker. Warmer. Zachter. Luc Courtois van Louvain-La-Neuve, een van de grootste Wallonië-kenners, heeft daar een theorie over. Vlaanderen heeft veel zandgronden, met water net onder de oppervlakte. Daardoor konden boeren zich al heel snel individueel vestigen. Ver van elkaar. Zonder gemeenschappelijke waterput. In Wallonië, waar men veel dieper moest boren voor water, woonden boeren veel langer rond een gemeenschappelijke put. Dat leidde evolutionair tot een zachtere omgang met anderen. Klopt die theorie? Je n'en sais rien. Maar het is wel een mooie gedachte.'

Hoe beleeft Christophe Deborsu als vleesgeworden koppelteken tussen Wallonië en Vlaanderen de ‘koude burgeroorlog' tussen beide? ‘Met bloedend hart, vanzelfsprekend. Ik ga wel niet mee in het hele “we kennen elkaar niet meer”-discours. We hebben elkaar nooit gekend. Mijn vrouw, een Waalse, praat elk jaar tien seconden met een Vlaming. Als ze een ijsje koopt aan zee. Voor de rest: stilte. En dat geldt voor de overgrote meerderheid van de 11 miljoen Belgen. We zwijgen elkaar dood. We worden ook doodgezwegen voor elkaar. Mijn boek kun je in geen enkele Waalse boekhandel bestellen. Impossible. Vlaamse uitgevers leveren hier niet. Of kijk gewoon naar onze televisie. In alle federale landen op deze planeet zijn de openbare omroepen bij wet verplicht om de nationale cohesie te bevorderen. In België niet.'

‘Het is ook moeilijk, natuurlijk. Ik ben een tijdje in de running geweest om Phara De Aguirre te vervangen tijdens haar sabattical. Ik zou een van de presentatoren van Reyers Laat worden. We maakten twee proefopnames, maar dat draaide op niets uit. Mijn Nederlands was niet goed genoeg, kreeg ik te horen. Alle begrip. Maar l'argument suprême was niettemin communautair: in dit politieke klimaat kon de VRT het niet maken om een Waal in te schakelen, zo kreeg ik te horen.'

In zijn boek beschrijft Christophe Deborsu een paar gewelddadige communautaire opstootjes uit een recent verleden. Houdt hij zijn hart vast? ‘Ik ben er altijd van uit gegaan dat we het Belgische probleem gaan oplossen zonder doden of zwaargewonden. Gewoon. Omdat dat in onze aard ligt. Toen we (de fakedocumentaire, red.)Bye Bye Belgium draaiden, lieten we trampassagiers aan de taalgrens afstappen. Zogezegd had Vlaanderen de onafhankelijkheid uitgeroepen. De eerste reactie toen was: “Blijft mijn abonnement geldig?” Ons pragmatisme zal ons redden, denk ik dan. Hoop ik toch.'


Jezus De Wever

Een dag later, 64 kilometer verder. Brussel. Een andere stad, een andere wereld, een ander universum. Christophe Deborsu overhandigt Yves Leterme in zijn ambstwoning het eerste exemplaar van Dag Vlaanderen. ‘Ce livre, c'est grâce à vous', heeft hij er bij wijze van opdracht in ingeschreven. De allusie is duidelijk. Op 21 juli 2007 vroeg Deborsu de premier op de trappen van de Brusselse Sint-Michielskathedraal of hij de eerste strofen van de het volkslied wilde zingen, ter ere van de Nationale Feestdag. ‘Aux enfants de la patrie-ie-he', zong de premier. Niet de Brabançonne maar La Marseillaise – het Franse volkslied. Christophe Deborsu werd beroemd met het filmpje, voor Yves Leterme begon een neerwaartse spiraal.

Blijkbaar kan hij er intussen alweer mee lachen? ‘Mij heeft Yves Leterme nooit iets kwalijk genomen', zegt Christophe Deborsu. ‘Ik weet dat hij de reputatie heeft rancuneus te zijn. Maar ik heb hem nooit zo ervaren. Integendeel. In 2008 viel ik van een ladder bij het schilderen. Hersenschudding. Een paar dagen later kreeg ik een briefje van Leterme. Handgeschreven. Hij wenste me beterschap. Hij schreef ook dat zijn vader schilder was, en dat hij dus wist wat ik had meegemaakt. “Ik probeer zelf een val (van de regering) te vermijden”, besloot hij. Die brief hangt nu ingekaderd in mijn living. Een prachtig einde van een absurd, surrealistisch, typisch Belgisch incident. Een premier die het verkeerde volkslied aanheft, dat kan in geen enkel ander land. Zie je Angela Merkel al Fratelli d'Italia aanheffen?'

‘En toch. Ik heb een groot zwak voor Yves Leterme. Voor de meeste politici, trouwens. Al van toen ik kind was. Op mijn kamer hingen geen posters van popsterren, maar van politici. De toutes les couleurs, dat wil ik er wel bij zeggen. Charles-Ferdinand Nothomb (MR) hing naast Guy Spitaels (PS) Heel veel politici zijn ontzettend gedreven, intelligente mensen. Om die reden ben ik er zelf nooit aan begonnen. Ik vond mezelf veel te middelmatig. Te gevoelig, ook. Yves Leterme die onderuit ging voor mijn camera: ik was daar plaatsvervangend een beetje kapot van. Ik ben oprecht blij dat hij intussen gerehabiliteerd is. De déconfiture van 2007 was niet zijn fout. Dat heeft de geschiedenis intussen bewezen. Niemand krijgt het in een-twee-drie opgelost.'

In de nasleep naar de verkiezingen maakte Christophe Deborsu nog een veelbesproken reportage. Op 1 september 2010 portretteerde hij de hoofdrolspelers van de regeringsformatie: Elio Di Rupo en Bart De Wever. Bij gebrek aan een foto van vader Rik De Wever, liet hij diens grafsteen zien, op het kerkhof van Berchem. Even later marcheerden geüniformeerde collaborateurs door beeld. ‘Een slecht idee', geeft Deborsu in Dag Vlaanderen voor het eerst toe. En, opmerkelijk: hij noemt de N-VA voorzitter zijn ‘ster'. Samen met Jezus. Ironie?

‘Nee', zegt Deborsu ferm. ‘In mijn boek beschrijf ik een familiefeest dat ontaardde in een halve oorlog. Een familielid zei dat De Wever een fascist was, ik nam zijn verdediging op mij. Waarop een knallende ruzie ontstond. Dat is 100% waar gebeurd. Ik vind Bart De Wever een uitzonderlijk man. Un politicien hors catégorie. Een groot redenaar, een uitzonderlijk strateeg, een verlichte geest. Ik hoorde na die reportage dat het beeld van zijn vaders graf hem en zijn moeder ontzettend gekwetst had. Iets wat ik mezelf ontzettend kwalijk neem. Ik had het compleet verkeerd ingeschat. Via een collega bood ik hem mijn excuses aan. Ik durfde zelf niet meteen te bellen, en toen ik er klaar voor was, was het te laat. Ik heb hem sindsdien ook niet meer gezien. Hoe excuseer je je ook voor zoiets?'


DS, 26-03-2011 (Wouter Van Driessche)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 04:58.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.