|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
De dag waarop de dictator opstaat
De dag waarop de dictator opstaat
BAGDAD - Toen Nouri al-Maliki drie jaar geleden, in mei 2006, premier werd in Irak, zag men hem als een zwakke figuur. Vandaag regeert hij met ijzeren hand over het land. 'Ja, ja, voor Maliki, de leider!' In Bagdad gonst het altijd van de surreële conversaties, maar er kunnen er weinig tippen aan die tussen mij en drie Irakezen van de inlichtingendienst een paar weken geleden in de tuin van een pas geopend restaurant. De drie waren voormalige leden van Saddams beruchte Mukhabarat. Na een zogezegde hervorming kwamen ze in dienst van de nieuwe Nationale Iraakse Inlichtingendienst (INSI), een strikt onafhankelijk veiligheidsagentschap dat er door sommigen in de regering van beschuldigd wordt te nauwe banden te onderhouden met de VS. Nadat het ijs gebroken was, waarbij ze mijn hemd fouilleerden op afluisterapparatuur, namen we plaats aan een plastic tafel. De hogere officier vertelde me dat zijn mannen militaire activiteiten en informatiestromen screenen binnen de regering van premier Nouri al-Maliki. Terwijl hun collega sprak, keken de andere twee officiers een andere richting uit. 'Met onze eigen ogen volgen we wat zij daar uitspoken', zei de hoge officier. 'Maliki runt een dictatuur - alles wordt vanuit zijn departement en door zijn adviseurs gestuurd, hij wordt geflankeerd door zijn partij en zijn clan. Samen vormen ze een hechte knoop aan het hoofd van Irak. Hij bouwt geen land, maar een staat voor zijn mensen.' Er kwam een ober aan in een wit hemd en een zwarte broek. De hoge officier hield zich in, zijn collega bestelde thee. Pas wanneer de ober weg was, ging hij verder: 'We verzamelen rapporten over hun activiteiten, over bewegingen van legereenheden en generaals, over de posities die ze bezetten in de regering en de contracten die ze binnenrijven. Maar we weten niet wat we moeten aanvangen met die rapporten, want we vertrouwen de regering niet.' De beschuldigingen van de INSI-officiers gaan dezer dagen in gedempte toon Bagdad rond. Critici zeggen dat Maliki de macht concentreert binnen zijn departement (dat van de eerste minister) en dat zijn adviseurs 'een regering binnen de regering' runnen, over de koppen van ministers en het parlement heen. Als opperbevelhebber benoemt hij generaals zonder de goedkeuring van het parlement. De officieren zijn volgens de critici allemaal loyaal tegenover hem. Hij heeft op z'n minst één inlichtingendienst gecreëerd, gedomineerd door zijn clan en leden van zijn partij, en twee legereenheden - de antiterrorisme-eenheid en de brigade van Bagdad - onder zijn rechtstreeks bevel geplaatst. Tegelijkertijd heeft hij het ministerie van Nationale Veiligheid, in handen van een bondgenoot, gevoelig uitgebreid. Maliki, van wie velen beweren dat hij net gekozen was omdat men hem als een zwakke figuur zag zonder noemenswaardige machtsbasis, is erin geslaagd om iedereen te slim af te zijn: zijn sjiitische bondgenoten en zijn tegenstanders, de Amerikanen die hem op een bepaald moment wilden afzetten, zelfs de Iraniërs. Monopolie In Beiroet ontmoette ik een sjiitische geestelijke die zich in de jaren tachtig in Syrië gevestigd had om te ontsnappen aan een vervolging onder Saddam. Maliki was in die tijd het hoofd van de Dawa-partij daar en de twee zagen mekaar regelmatig. 'In tegenstelling tot andere oppositiefiguren was Maliki niet bezig met rijkdom vergaren - hij is heel eerlijk en heel georganiseerd', vertelde hij me. De sjeik, die meer dan 25 jaar betrokken was bij de oppositie tegen Saddam, belichtte de samenzweerdersmentaliteit onder zijn collega's. 'In haar methodes en werkwijze lijkt de Dawa-partij sterk op de Communistische partij. Ze vertrouwen niemand. Ze omringen zich met mensen die ze kennen. Zoals wij allemaal is Maliki een product van de ballingschap. Ze hebben zolang geleden in afzondering, dat ze niemand meer vertrouwen.' Een hoge functionaris in de ministerraad schetst een minder sympathiek beeld van Maliki's toenemende machtsmonopolie. 'Irak wordt bestuurd door instituten die niet door de wetgeving of door de grondwet worden gedekt; ze hebben hun eigen gevangenissen en netwerken die ten dienste staan van de regering en niet van de staat.' Heen en weer schuivend in zijn stoel somde hij de elementen op van Maliki's veiligheidsapparaat. 'In de grondwet zijn er inlichtingeneenheden voorzien in het ministerie van Defensie en dat van Informatie, maar daarnaast hebben we het staatsministerie van Nationale Veiligheid dat geleid wordt door Sherwan al-Wa'ili, een medestander van Maliki. Volgens de grondwet mag hun staf niet meer dan 26 koppen tellen; het zijn er meer dan 1.000. Maliki heeft zijn eigen geheime dienst en legereenheden die rechtstreeks onder zijn opperbevel vallen. De eerste minister dirigeert alles via zijn adviseurs en er gebeurt niets zonder zijn goedkeuring of dat van zijn departement.' De functionaris trok zijn vest voor de zoveelste keer recht. Na een lange stilte ging hij verder: 'Ze hebben hun retoriek aangepast. Tegenwoordig praten ze over wetgeving en nationaliteit, maar de realiteit is niet veranderd; ze zijn nog altijd dezelfde sektariërs.' Pauze. En dan: 'Nee, het draait zelfs niet meer om sekten, maar om de partij en haar belangen.' Waarnemers die niet ondergedompeld geweest zijn in de geschiedenis van Irak, zullen er zich wellicht over verbazen: zes jaar na de omverwerping van een dictator, de dood van honderdduizenden Irakezen, een brutale opstand, de verkwanseling van miljarden dollars en meer dan 4.000 dode Amerikaanse militairen, volgt de heropbouw van het land dezelfde familiaire lijnen: machtsconcentratie, schimmige inlichtingendiensten en corruptie. 'Politieke beeldvorming in Irak hangt nog altijd samen met de afgelopen dertig jaar', vertelde een Irak-kenner in Beiroet me. 'De geloofwaardigheid van de leider is gelinkt aan de oude orde.' Met de tijd in het achterhoofd die ze voor de oorlog in Irak heeft doorgebracht, voegde ze daaraan toe: 'Saddam Hoessein is niet dood.' Sterke man Op een ochtend kon ik het bezoek volgen van de Iraakse premier aan het zopas geopende archeologisch museum van Bagdad. Honderden gewapende mannen hielden de wacht rondom de betonnen gebouwen, terwijl gepantserde voertuigen kilometers ver de wegen blokkeerden. In de stoffige lucht erboven een zoemende helikopter. Buiten de poorten stonden tientallen zwarte SUV's als trouwe honden te wachten. Vrouwen drukten hun zwart omzwachtelde lichamen tegen de metalen afspanning om een glimp op te vangen van de leider. In het midden van deze bubbel van mannen, geweren en staal stapte Maliki, omgeven door drie ringen van lijfwachten, respectievelijk gekleed in donkergrijze kostuums, kaki outdoorpakken en commando-uitrusting. Hij bewoog zich tussen glazen uitstalramen, keurde Sumerische emblemen en islamitische schalen, en luisterde naar de uitweiding van de museumdirecteur over een Assyrisch motief in steen. Nadat hij elke kast bekeken had, keek hij van het artefact recht in de lens van een Iraakse tv-camera, zijn beeld vol zelfvertrouwen live over de hele natie uitstralend. Waarop de toer voortging en de kring van bodyguards, journalisten en buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders zich met hem in beweging zette. Een vertrouwde scène voor Irakezen. Keer op keer speelde het zich af doorheen de moderne geschiedenis van het land, telkens wanneer de machthebbers legitimiteit ontleenden aan de geschiedenis van de natie. In de museumlobby tonen krantenknipsels de dictator Abdul Salam Arif tijdens een gelijkaardig bezoek in 1963 voor de inwijding van het museum - met beduidend minder lijfwachten wel. Saddam kwam ook langs, maar om voor de hand liggende redenen zijn die artikels minder prominent. Zelfs zijn tegenstanders geven toe dat Maliki de Irakezen geeft waarnaar ze hunkeren. Over heel Bagdad zullen mensen je vertellen dat Abu Israa, zoals de premier liefkozend genoemd wordt, de sterke leider is die het land nodig had na de chaos van de burgeroorlog, de opstand en de bezetting. Zijn succes in de lokale verkiezingen onlangs is maar één graadmeter van zijn grote populariteit. Een veteraan in de Iraakse politiek, die aanwezig was bij een stammenvergadering met Maliki twee weken voordien, zei me dat het heel veel weg had van een meeting die hij bijwoonde onder Saddam. 'De stamleiders juichten hem toe: 'Ja, ja voor Maliki, de leider!' Sommigen ontrolden vlaggen en net als Saddam praatte hij uren aan een stuk, zonder duidelijke boodschap.' En hij voegde eraan toe met een halve giechel: 'Allemaal tekenen van De Dag... de dag waarop de dictator opstaat.' Dezelfde woorden van Mahmoud Othman, een onafhankelijk Koerdisch parlementslid. 'Het probleem is het volk: zij willen een krachtige figuur. Mensen zijn gewend aan dat beeld, omdat Irak decennialang gekenmerkt werd door een centrale autoriteit, en mensen die stroom, water en riolering willen, denken dat een sterke man al hun problemen kan oplossen.' Loyauteit Elke zichzelf respecterende Iraakse politicus die een machtscentrum wil uitbouwen, moet eerst zijn eigen inlichtingendienst hebben. Na een paar weken praten met politici, parlementsleden en functionarissen in Bagdad, kon ik concluderen dat Irak zeven verschillende inlichtingendiensten telt. Misschien acht. Over het precieze aantal was er geen overeenstemming. Een Iraakse journalist die banden heeft met de regering, legt uit. 'Maliki moet niet met de vinger gewezen worden. De veiligheidssituatie dwingt de leider een dictator te worden, en het is niet meer dan normaal en logisch om jezelf te omringen met mensen die je vertrouwt; vrienden en familie dus, de rest vertrouw je niet.' 'Maliki en de leiding van Dawa (Maliki's partij, red.) zijn erin geslaagd de loyauteit af te dwingen van de militaire en burgerlijke instituten en bevelhebbers; veel functionarissen hebben hun allianties losgeweekt uit andere partijen. Officieren, zelfs al maken ze geen deel uit van Dawa, willen de hand kussen die hen voedt. Ze worden opgenomen in het systeem omdat ze benoemd zijn door Maliki. Een voorbeeld: ook de leden van de Hoge Raad hebben zich tot Dawa bekeerd.' Faryad Rawandousi van de veiligheidscommissie in het Iraakse parlement: 'Er zijn enorm veel benoemingen van officieren, brigadecommandanten en hoger - 140 graden die rechtstreeks van de premier komen zonder goedkeuring van het parlement. Deze benoemingen steunen niet op de grondwet, maar grijpen terug naar wetten onder het vorige regime, zonder ermee rekening te houden dat het politieke landschap substantieel veranderd is.' Samenzwering 'De hoge commandanten zijn loyaal tegenover om het even wie hen in het zadel helpt', aldus een functionaris van het ministerie van Defensie. 'Ze steunen Maliki omdat hij hen geen moeilijke voorwaarden oplegt; sommigen hebben daarvoor hun voormalige partij de rug toegekeerd.' Al die signalen zijn nog niet voldoende om van Maliki een dictator te maken van het formaat van Saddam, vindt de Irak-kenner. 'Er is geen terugkeer naar de dagen van Saddam - dit is hooguit een wankele dictatuur. Vandaag zien we vele kleine dictatuurtjes opduiken, en niet één krachtige. Die zullen mekaar vanzelf in evenwicht houden.' Maar volgens Charles Tripp, professor Midden-Oosterse Politiek aan de School voor Oosterse en Afrikaanse Studies in Londen en een autoriteit in Iraakse geschiedenis, 'komen dictators niet zomaar uit het niets, ze worden niet geboren met een grote explosie. Ze geraken er door stelselmatig kleinigheden mee te pikken. Die kleine dingen zijn veelzeggend - ze zijn een voorbode voor wat komen gaat. Op een dag zullen mensen wakker worden en zich afvragen hoe ze toch op dat punt zijn aanbeland; het moet wel een vreselijke samenzwering zijn.' Terug in het restaurant in Bagdad. De ober keerde weer met thee en suiker, waarop de officier van de inlichtingendienst onmiddellijk van onderwerp veranderde. 'Het is perfect weer om buiten in de tuinen te zitten', zei één van de mannen. 'Ja, maar het geluid van de generatoren is te luid', antwoordde de ander. Toen de ober weg was, vroeg ik de hoge officier of hij vreesde dat ze in het oog gehouden werden. 'We worden allemaal afgeluisterd', zei hij. 'We luisteren elkaar af.' Hij lachte. 'Maar de mensen van Maliki zijn jonkies. In de wereld van de Mukhabarat hebben ze nog veel te leren.' © The Guardian, DS, 09-05-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |