#1
|
|||
|
|||
België is Irak niet
Aan de wetten van de media valt zelden te ontkomen: vandaag worden alle kranten overheerst door het zogenaamde “wereldrecord regeringsvormen”. Op zich geen probleem, op voorwaarde dat vanaf morgen de nuchterheid terug haar intrede doet. Laat mij alvast een voorzet geven: als de lang aanslepende onderhandelingen iets aantonen, is het juist dat dit land wél werkt.
De moedeloosheid over het uitblijven van een communautair akkoord en een nieuwe federale regering is groot. Dat valt niet te ontkennen. Vooral in de Wetstraat – bij politici en journalisten – is het fatalisme en pessimisme groot, veel groter overigens dan in de nuchtere Dorpsstraat. Dat is begrijpelijk, want de bewoners van de Wetstraat beleven het moeizaam aanslepen van de onderhandelingen elke dag live. Ik ken dat gevoel persoonlijk maar al te goed. Je staat ermee op en je gaat ermee slapen. Het is moeilijk om niet fatalistisch te worden. En toch. Wie een beetje afstand neemt, ziet ook een ander beeld. Uitgerekend in deze periode krijgen Yves Leterme en zijn regering in binnen- en buitenland goede punten voor ons anti-crisisbeleid, voor onze begrotingssituatie, voor onze arbeidsmarkt, voor onze economische groei. Cynici zullen concluderen dat we geen regering nodig hebben. De waarheid is dat we wel degelijk een regering hebben. Meer nog, we hebben er vijf. Bovendien hebben we een sociale welvaartstaat (het “Rijnlandmodel”), gebaseerd op sociaal overleg. Het beheer van de sociale zekerheid gebeurt samen met het middenveld. We hebben een uniek systeem. Laat dat nu net de kracht zijn van ons land: dat we niet van één regering of één beleidsniveau afhankelijk zijn. Als er in Nederland of Groot-Brittannië geen regering is, ligt het land stil. Niet bij ons. Veel belangrijke bevoegdheden – onderwijs, economie, openbare werken, gezondheid, gezin, cultuur, mobiliteit… - zitten (grotendeels) bij de gemeenschappen en gewesten. Zij hebben de voorbije 249 dagen normaal gefunctioneerd. De Vlaamse regering-Peeters zal dit jaar een begroting in evenwicht bereiken. Ze werkt aan een nieuw industrieel beleid. Ze investeert in een sterke eerstelijnszorg en in een betere en toekomstgerichte mobiliteit. Ze was tijdens het Belgische EU-voorzitterschap een succesvolle internationale voortrekker in het klimaat- en biodiversiteitsbeleid. Het zijn maar enkele voorbeelden. Ook de Brusselse, Waalse/Franstalige en Duitstalige regering stonden niet stil. Nog opmerkelijker is dat zelfs de federale regering niet stil stond. Het tegendeel blijkt waar. Het Belgische EU-voorzitterschap maakte een bijzonder sterke indruk in het buitenland. Commissievoorzitter Barosso oordeelde: “Het was een mooi en groots voorzitterschap op een delicaat moment voor de Europese Unie.” Daar bleef het niet bij. Als onze economische en budgettaire cijfers vandaag een stuk beter zijn dan in de meeste Europese landen, komt dat onder meer omdat de federale regering in lopende zaken daar nauwgezet over waakt. Yves Leterme volgt met zijn regering het budgettaire parcours dat met de EU werd afgesproken, en heeft zelfs een voorsprong op het schema. Toen het interprofessioneel akkoord kopje onder dreigde te gaan na de afwijzing door de socialistische en liberale vakbond, zette de regering het IPA op enkele dagen tijd terug op het goede spoor. Ondertussen zaten ook de parlementsleden niet op hun krent, zoals blijkt uit de belangrijke onderzoekscommissies over seksueel misbruik en over spoorveiligheid. Als 249 dagen hoor ik dat we geen regering hebben. Op Twitter eindigen berichten systematisch op #nogov. Dat is een foute stelling. Het moet #nofulfedgov zijn. We hebben nog geen volwaardige nieuwe federale regering. Is er dan geen enkel probleem? Natuurlijk wel. Elke verkiezing moeten leiden tot een nieuwe regering, die de wil van de kiezer zo goed mogelijk weerspiegelt en die de beslissingen neemt die zich opdringen en die door de bevolking worden gevraagd. Dat is en blijft dus de opdracht. Belangrijke hervormingen kunnen niet worden uitgevoerd zonder volwaardige nieuwe regering. Ik denk bijvoorbeeld aan de pensioenen, aan justitie, of aan het asielbeleid. Veel van die hervormingen werden al voorbereid vóór de val van de regering, sommige stonden zelfs al zeer ver. We hadden een politiek akkoord over de hervorming van justitie hadden, over de verstrenging van de snel-Belgwet en van de gezinshereningen, over het aanpakken van de schijnhuwelijken. Ze liggen nu grotendeels stil, al sinds 26 april 2010. Dat is problematisch, want de uitdagingen op deze domeinen zullen niet vanzelf verdwijnen. Sommige partijen hebben gezegd dat we ze louter via het parlement konden aanpakken, dat daar geen regering voor nodig is. Dat is natuurlijk niet juist en dat wordt ook vandaag ook aangetoond. De problemen moeten worden aangepakt, en daarom is een nieuwe regering een must. En toch gaan vergelijkingen met Irak – tot gisteren de zogenaamde wereldrecordhouder regeringsvormen – niet op. Ons democratische en ontwikkelde land ligt niet op apegapen. Het beeld van een land waar niets nog werkt klopt niet. Die stelling is fatalistisch, populistisch en onjuist. De vaststelling dat dit land ondanks de politieke crisis wél werkt, is minstens zo belangrijk als de vaststelling dat het aartsmoeilijk is om tot een communautair akkoord te komen. Luc Huyse had overschot van gelijk toen hij op 15 januari in De Morgen schreef: “Het is vandaag volstrekt geen gewone regeringsformatie. Het is tegelijkertijd een staatshervorming. Eerdere van die operaties hebben jaren overleg gekost.” Dat mag geen excuus zijn om te talmen. Het duidt wel de ernst en het belang van de gebeurtenissen. Als CD&V de voorbije 249 dagen ontzettend veel energie, tijd, creativiteit en volharding in de onderhandelingen investeerde, is dat omdat we geloven dat een communautair akkoord cruciaal is voor onze toekomst. Het gaat om een nieuw samenlevingsmodel tussen Vlamingen en Franstaligen. Om een nieuw evenwicht en een nieuwe stabiliteit voor ons land. Om een sterker Vlaanderen in een bestuurbaar België. Om de welvaart van wie hier woont, werkt, naar school gaat en oud wordt. Maar als we tegelijk met Yves Leterme en met Kris Peeters onze verantwoordelijkheid federaal en Vlaams blijven nemen, om België en Vlaanderen budgettair de juiste koers te laten varen en de sociaal-economische toekomst voor te bereiden, dan is het omdat we ons land niet willen laten afglijden naar Iraakse toestanden. Vanuit dat besef moeten we er met z’n allen – politici, pers en bevolking – in slagen om fatalisme en cynisme opzij te schuiven en te vervangen door de vaste wil om te slagen. Dat mag geen wereldrecord ons verhinderen. Wouter Beke CD&V-Voorzitter Bron: 17 februari 2011 in 'De Morgen' Mijn motivatie: Ik vind dit relevant nieuws omdat Wouter Beke zich verduidelijkt naar de burgers. Als een van de 7 partijvoorzitters die al sinds juni mee onderhandeld is het logisch dat er een reactie komt op het wereldrecord regeringsvormen. Ik lees hier dat federaal en Vlaams hard gewerkt wordt, desondanks er 'geen regering is'. Beke doet géén pleidooi om te zeggen dat we zonder regering kunnen, want problemen blijven zich opstapelen. Beke zegt dat we onszelf onmogelijk kunnen vergelijken met Irak. Hij onderstreept dat door het waakzame oog van Yves Leterme en op Vlaams niveau Kris Peeters, we niet afglijden naar Iraakse toestanden. Ik denk dat het de moeite is dat burgers dit eens lezen om zo een poging te doen de situatie sinds de verkiezingen van 13 juni 2010 beter te begrijpen. |