|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
‘Optimisme kan tot rampen leiden’
‘Optimisme kan tot rampen leiden’
Het grootste voordeel aan een oorlog meemaken, is dat je er daarna nooit meer een wilt. De Nederlandse historicus Geert Mak hoopt dat ook somber realisme, af en toe een crisis en de herinnering aan de Eerste Wereldoorlog Europa helpen om oorlogen te voorkomen. ‘Maar de lichten gaan uit en het zou nog lang kunnen duren eer ze weer aangaan.’ Als er iets is wat de moeite waard is om eeuw na eeuw herdacht te worden, vindt historicus Geert Mak, dan is het de Eerste Wereldoorlog, ‘de grootste ramp die Europa in de twintigste eeuw heeft getroffen’. ‘Tot 1910 was de sfeer in Europa heel optimistisch. De industriële gruwel van die oorlog heeft dat allemaal de kop ingedrukt. De gevolgen waren immens. Drie imperia zijn eraan ten onder gegaan, het Ottomaanse, het Russische en het Oostenrijks-Hongaarse. Zonder de Eerste Wereldoorlog hadden het fascisme en het nationaalsocialisme geen kans gehad. Het bolsjewisme, dat tijdens de oorlog door Duitsland gesteund werd, zou het in Rusland niet gehaald hebben van de veel mildere mensjewieken. Bij de vrede van Versailles zijn grenzen getekend die nu nog spanningen veroorzaken tot in het Midden-Oosten.’ Dit weekend verzamelen in Parijs tientallen regeringsleiders en staatshoofden om de Eerste Wereldoorlog te herdenken. Helpt dat om oorlogen te voorkomen? ‘In 1984, in Verdun, bij een herdenking van het begin van de Eerste Wereldoorlog, nam de Franse president François Mitterrand in de stromende regen de Duitse bondskanselier Helmut Kohl bij de hand. Je mag de impact van zo’n gebaar niet onderschatten. Bovendien is zo’n ontmoeting tussen wereldleiders heel geschikt om de diplomatie gesmeerd te houden.’ Mitterrand en Kohl hadden allebei een wereldoorlog meegemaakt. Vandaag groeit een generatie op die niet eens iemand kent die de oorlog heeft meegemaakt. ‘Voor de Nederlandse premier Mark Rutte, die weinig gevoel voor geschiedenis heeft, is de Europese Unie niet meer dan een handelsverdrag. Maar voor de oprichters van de Unie was het in de eerste plaats een vredesproject na twee catastrofale oorlogen.’ De generatie van oudere, trotse Britten, die dagelijks met bussen langs de Vlaamse slagvelden worden gereden, heeft anders wel massaal voor een Brexit gestemd. ‘Dat komt omdat elk land zich de Eerste en de Tweede Wereldoorlog op een andere manier herinnert. De Polen en de Hongaren voelen zich vooral slachtoffers, verraden door het Westen. De Duitsers voelen zich schuldig. De Fransen schamen zich omdat ze twee keer na elkaar onder de voet gelopen zijn. De Britten hebben een gevoel van triomf. De retoriek van de Brexit, dat de Britten ook dat weleens tot een groot succes zullen maken, haakte daarop in. Ze vergeten dat ze tot 1965 de schulden hebben afbetaald die ze voor de Eerste Wereldoorlog moesten maken.’ U wordt straks 72 en u hebt nooit een oorlog meegemaakt. Dat bewijst toch dat we er iets uit geleerd hebben? ‘Ik sprak ooit met een Duitse legerofficier wiens grootvader in de oorlog van 1870 had gevochten, zijn vader in de Eerste Wereldoorlog en hijzelf in de Tweede, telkens tegen Frankrijk. Het is heel goed dat dat sinds 1945 niet meer is gebeurd. Europeanen zijn nog altijd bang voor oorlog. Alleen in ultrarechtse kringen hoor je nog wel eens wat je in 1914 in heel Europa kon horen: dat er maar weer eens een goede oorlog nodig is.’ Een oorlog is natuurlijk niet de enige ramp die Europa kan treffen. ‘Sommige rampen zijn al bezig. De voorbije twaalf maanden zijn alweer duizenden mensen verdronken in de Middellandse Zee. We stevenen af op een klimatologische catastrofe, die nog meer mensen op de vlucht zal drijven. Het zal heel lastig worden om daar op een verstandige manier mee om te gaan.’ Vindt u dat Europa nu verstandig met migratie omgaat? ‘Het is een puinhoop. Het is evident dat je niet iedereen kunt binnenlaten, maar je moet wel een beleid hebben dat snel rechtszekerheid biedt, ook voor wie geen asiel krijgt. Wat op de Griekse eilanden gebeurt, is cynisch: de EU laat mensen wegrotten, zodat ze naar huis sms’en dat het hier verschrikkelijk is. We zijn afhankelijk van de Libische kustwacht en van mensensmokkelaars die zich nu riant laten betalen om mensen tegen te houden. De EU mag niet doen alsof ze dit niet aankan.’ U werkt nu aan een boek over Europa van 2000 tot nu. Hoe moeilijk is het om geschiedenis te schrijven zonder de afstand van de tijd? ‘Hoe recenter het wordt, hoe lastiger, maar historici bewijzen voortdurend dat het kan. Ik vraag me de hele tijd af: hoe zal een geschiedenisstudent dit bekijken in 2070? Het grootste risico is dat je zaken over het hoofd ziet, omdat ze niet belangrijk lijken.’ Zijn er de voorbije achttien jaar zaken gebeurd die u niet had kunnen voorspellen? ‘Dat de euro allerlei gebreken zou vertonen, was duidelijk. Dat er spanningen zouden ontstaan tussen de waarden van West- en Oost-Europa, kon je ook voorspellen. Maar bijna iedereen heeft zich verkeken op de ontwrichtende kracht van het internet. De migratiecrisis, die heel Europa verrast heeft, had ik ook niet zien aankomen. Toch kon je in 1999 al zien dat er aan Schengen iets ontbrak. De grenzen waren opgeheven zonder dat er een gezamenlijk migratiebeleid was afgesproken.’ Heeft die crisis ook niet de onmacht van Europa blootgelegd? ‘Vergis u niet, Europa is heel machtig. We hebben misschien weinig militaire macht, maar we zijn een blok van ongeveer een half miljard inwoners, welvarend, politiek invloedrijk en economisch sterk. De EU gedraagt zich niet als het machtsblok dat ze de facto is. We hebben ook moeite met geopolitiek omdat we zo lang onder een Amerikaanse paraplu geleefd hebben.’ Het ontbreekt de EU aan eensgezindheid om die macht aan te wenden. ‘Europa is goed in zaken regelen, maar het kan niet reageren op gebeurtenissen. Dat zie je bij de Brexit en zag je bij de eurocrisis en de opstand in Oekraïne. Om slagkrachtig te zijn, moet Europa op een paar cruciale terreinen een echte federatie worden van de landen die daartoe bereid zijn, met twee parlementen en een echte uitvoerende macht.’ De droom van een Verenigde Staten van Europa lijkt de laatste jaren veel glans te hebben verloren. ‘Ik geloof ook niet in die droom. We hebben geen idealistische wensdroom nodig, maar een pragmatische federatie. De Europese natiestaten zullen niet gauw afgeschaft worden. Maar zoals Europa nu werkt, is het veel te log. Dat zie je in de Brexit-onderhandelingen. De Britse premier Teresa May heeft te weinig bewegingsruimte omdat ze het slachtoffer is van Britse politieke spelletjes. De EU heeft al evenmin speelruimte omdat ze een rigide machine is met maar één doel: de regels moeten gerespecteerd worden. Ze kan niet politiek manoeuvreren. Dat kan catastrofale gevolgen hebben.’ Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wordt ook vaak vergeleken met een machinerie die onhoudbaar afstevent op een resultaat dat niemand wil. ‘De grootmachten van 1914 hadden oorlogsdraaiboeken, die niet afhingen van politieke beslissingen. Zodra die in gang waren gezet, maalden ze door tot een oorlog onvermijdelijk werd. Het ziet er niet naar uit dat de Brexit tot oorlog zal leiden, wel tot een hoop ellende die niemand wil. De Britse historicus Timothy Garton Ash heeft er al voor gewaarschuwd: we krijgen aan de rand van Europa een verbitterd, verarmd land, dat nog steeds een militaire grootmacht zal zijn. Dat is vergelijkbaar met het Duitsland van de jaren dertig. Alleen als je op heel korte termijn denkt, kun je vinden dat het goed is dat het Verenigd Koninkrijk eens een lesje krijgt. Het is van geopolitiek belang om een Brexit te regelen waar het VK redelijk goed uitkomt.’ Waarin lijkt de retoriek van de Brexit op die van de Eerste Wereldoorlog? ‘De Eerste Wereldoorlog was geïnspireerd door negentiende-eeuwse idealen van nationale trots, heldenmoed, lansen, vlaggen en cavalerie. In combinatie met de technische mogelijkheden van de twintigste eeuw leidde dat tot een slachting op industriële schaal. De idealen achter de Brexit tonen een vergelijkbare nostalgie naar een mythische Britse grootsheid. Een andere overeenkomst is dat de gewone man die enthousiast is dat er eindelijk schot in de zaak komt, er de grootste dupe van zal zijn. De Britse boer die zijn Europese subsidie kwijtspeelt, de bedrijfsleider die zijn continentale afzetmarkt verliest, ze lijken op die jonge soldaten die in 1914 enthousiast ten strijde trokken. Ik heb deze zomer in Engeland rondgereisd. De mensen denken dat een paar Europese belastingen zullen verdwijnen en dat de zaak voor de rest zowat hetzelfde blijft. Ze hebben geen idee. Ik zie maar één positieve kant: de Brexit doet de andere lidstaten inzien hoe sterk ze verbonden zijn door gemeenschappelijke belangen.’ Klopt dat wel? Intussen vindt de Italiaanse minister van Binnenlandse Zaken, Matteo Salvini, dat hij de Europese begrotingsregels niet hoeft te volgen. ‘Italië tast de grenzen af. Ik denk dat dat op termijn zal helpen om te bepalen wat Europa precies moet worden. Dat zag je ook bij de Griekse crisis. Europa heeft daar een statement gemaakt: wie ons nog eens zoiets flikt, zal het geweten hebben. Er zat wel degelijk een element van straf in. De tragiek was alleen dat die straf vooral de gewone Grieken heeft getroffen. De helft van de Griekse jeugd is permanent werkloos door de strengheid waarmee Europa dat land heeft aangepakt. Dat was onrechtvaardig en onverstandig.’ U merkte net op dat Europa weinig militaire macht heeft. Is dat een probleem? ‘Europa moet zijn bewapening razendsnel in orde brengen, niet om andere landen aan te vallen, maar omdat we een veel te smakelijk hapje worden voor landen die wél zouden aanvallen.’ Kan bewapening ook niet tot oorlog leiden? ‘Een zwakke verdediging kan ook een oorlog uitlokken. We kunnen nog behoorlijk wat extra inspanning doen zonder dat we meegesleurd worden in een blinde wapenwedloop. En uiteraard moet je die bewapening omkaderen met verdragen en bondgenootschappen.’ Nederland heeft, net als België, Amerikaanse F-35-gevechtsvliegtuigen gekocht. Vindt u dat een goede zaak? ‘Ik spreek weleens mensen van de luchtmacht, en zij zeggen mij dat de F-35 het perfecte vliegtuig is om de vorige oorlog te winnen. Het doet denken aan een Franse cavalerieformatie die ten strijde trekt tegen Duitse machinegeweren in de Eerste Wereldoorlog. De vliegende bommen die we nu hebben, kunnen prima zonder zo’n vliegtuig om een berg heen vliegen. Waarom zou je dan investeren in een peperduur bemand toestel dat nog vijf of zes decennia mee moet gaan en dat alleen door de Amerikanen onderhouden kan worden? Gezien de veranderende verhoudingen tussen de trans-Atlantische bondgenoten kan dat nog weleens een vervelende afhankelijkheid worden, zeker met Donald Trump in het Witte Huis.’ U houdt van politici die, zoals u zegt, over hun schaduw heen springen, die hun populariteit op het spel zetten om degelijke beslissingen te nemen met het oog op de lange termijn. Ziet u dat talent bij de nieuwste generatie? ‘Je herkent dat pas wanneer de omstandigheden erom vragen. De tijd zal uitwijzen of Emmanuel Macron zo’n politicus is. Hij heeft de Franse durf die ik herken van Jean Monnet en die cruciaal was bij het oprichten van de EU. Alleen bestuurt hij een land dat zwaar gesaneerd moet worden en heeft hij nu al geen overschot van steun om dat te doen. Hij zal de Fransen ervan moeten overtuigen dat het niet allemaal beter zal worden. Ik weet het niet. Anderzijds: wie zou bij haar aantreden gezegd hebben dat Angela Merkel twaalf jaar lang een baken van degelijkheid zou zijn?’ Merkel is intussen ook op haar retour. Worden bakens van degelijkheid nog wel gewaardeerd? ‘Ik denk dat zij in de eerste plaats op haar retour is omdat je fysiek niet meer van een mens kunt verlangen.’ Is de EU sowieso niet te afhankelijk van welk kaliber politicus aan de macht is in Parijs of Berlijn? ‘In de nasleep van de moord op Pim Fortuyn kreeg de toenmalige Nederlandse minister van Justitie, Piet Hein Donner, die zonder beveiliging door Den Haag fietste, van een journalist de vraag toegeworpen wat er zou gebeuren als ook hij neergeschoten werd. “Dan is er morgen een nieuwe minister van Justitie”, antwoordde Donner. Dat is een antwoord van iemand die leeft in een goed functionerend staatssysteem. Door constructiefouten is Europa veel afhankelijker van individuele figuren. De EU is een halve federatie en daardoor afhankelijk van de goede wil en het talent van individuele staatshoofden of regeringsleiders. Dat maakt Europa wankel en kwetsbaar.’ Wat voor politici heeft Europa volgens u nodig? ‘Ik snak naar een politicus die zijn hand opsteekt en zegt: “Ik heb hier ook geen pasklaar antwoord op. Hier moeten we even over nadenken.” Mensen hebben daar geen geduld meer voor en dat is onterecht.’ Het type politicus dat dat vooral niet doet, zoals Donald Trump en Jair Bolsonaro, lijkt vandaag juist in de mode. ‘De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Edward Grey, zei in augustus 1914: “The lamps are going out all over Europe, we shall not see them lit again in our life-time.” Het kan best dat we een problematische periode tegemoet gaan en dat we al blij mogen zijn als dat niet tot grote rampen leidt. Dat is geen reden om het hoofd te laten hangen. Het is juist alle hens aan dek om er nog iets van te maken. Wie wil dat het licht aanblijft, zal daar een inspanning voor moeten doen, al is het maar door verstandig te stemmen, niet als een consument die kiest wat hij het lekkerste vindt, maar als iemand die een grote verantwoordelijkheid heeft gekregen.’ U klinkt niet bijzonder opgewekt. Het gevaarlijke optimisme van 1910 lijkt veraf. ‘Dat optimisme hadden we anders wel tot de crisis van 2008. Het zou alleen maar beter gaan, we zouden alles oplossen, de EU werd groter. Ik heb liever een wat somber realisme dan een dolgedraaid, magisch optimisme dat tot rampen leidt. Die crisis heeft ons tegelijk gewezen op de constructiefouten en op het belang van de EU. Vandaag letten we heel goed op de Italiaanse parlementsverkiezingen en op wie in Duitsland de bondskanselier opvolgt. Dat deden we vijftien jaar geleden echt niet. De eenheid neemt toe.’ Als u moet kiezen tussen een oorlog en een leerzame crisis, dan maar het tweede? ‘Dat zou een heel mooi slotwoord zijn.’ Maar crisissen maken natuurlijk net zo goed slachtoffers. ‘Ik word nog altijd nijdig als ik denk aan hoe de gewone man uitgekleed is tijdens de bankencrisis, terwijl de ware schuldigen werden vrijgekocht. De mensen voelen zich terecht in de steek gelaten door hun leiders, vooral door de sociaaldemocraten, die bij uitstek voor hen had moeten zorgen. De sociaaldemocraten zijn niet verantwoordelijk voor alles wat hen vandaag verweten wordt, maar er zijn grote fouten gemaakt. Dat er vandaag Duitse gepensioneerden in armoede leven, is dankzij de neoliberale besparingen van de sociaaldemocraat Gerhard Schröder. Daar krijg je straf voor. Zo werkt de democratie.’ Dat soort frustraties leidt kiezers soms naar figuren die nog minder goed voor hen zorgen. Ook dat is democratie. ‘Herman Van Rompuy, de voormalig voorzitter van de Europese Raad, heeft daar eens een schitterende lezing over gehouden: mensen hebben ruimte nodig om zich te ontplooien, maar ze willen zich ook ergens thuis voelen. De achterban van extreemrechts wordt voor een groot deel gevormd door het publiek van de klassieke arbeiderspartijen, op zoek naar een thuis. Door sluitingen van bedrijven zijn gemeenschappen kapotgegaan waar mensen zich veilig voelden. Politici die hen moesten vertegenwoordigen en beschermen, hebben hen in de steek gelaten. Die frustratie ontmoet je in heel Europa. De belangrijkste uitdaging voor politici die het goed menen, is: maken dat die mensen zich weer thuis voelen, anders laten ze zich meeslepen door rattenvangers.’ DS, 10-11-2018 (Wouter Woussen) Laatst aangepast door bijlinda : 11th November 2018 om 03:35. |