actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Vierde Macht (media)
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 18th February 2016, 21:16
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Lightbulb De smartphonegeneratie ontwikkelt geen eigen ‘ik’

‘Als ik de baas van de apps zou zijn, zou ik dagen zonder apps invoeren’


We kunnen haast geen dag meer zonder apps. Voor elke situatie in ons leven hebben die kleine programma’s oplossingen paraat. Veranderen ze ons waarnemingsvermogen en onze visie op de wereld? Zijn ze een rem op onze persoonlijke ontwikkeling? Twee onderzoekers uit de Verenigde Staten maken zich zorgen.



Howard Gardner is professor voor pedagogische wetenschappen aan Harvard. Hij heeft nog dertig andere academische eretitels die hem verleend werden door universiteiten in Amerika, Europa en Azië. Hij doet al acht jaar onderzoek naar de effecten die apps op hun gebruikers hebben, vooral op kinderen en jongeren. Veranderen ze de psychische conditie? Hoe kijken we naar onszelf, hoe zien we anderen als apps zich bemoeien met het volwassen worden, met ons alledaagse leven en met onze relaties? Gardner was een van de eerste wetenschappers die zich fundamenteel met die kwestie zijn gaan bezighouden, ook wel omdat die nieuwe wereld aanvankelijk totaal vreemd voor hem was.

Gardner werd geboren in 1943, in een wereld waarin alles veel trager verliep. Nu vraagt hij zich af wat er verloren ging en wat er gewonnen werd door de immense technologische versnelling van de afgelopen decennia, een trend die in de jongste fase door de opkomst van de apps nog eens werd versterkt. Samen met zijn merkbaar jongere collega Katie Davis, docente aan de universiteit van Seattle, een expert in cognitieve effecten van digitale technologieën, begon Gardner naar antwoorden te zoeken. Hij lichtte ze voor ons toe in zijn bureau in Cambridge. Davis nam telefonisch aan het gesprek deel. Ze bezocht op het moment van het interview haar familie op de Bermuda’s.


Professor Davis, professor Gardner, ik heb gisteren eenentwintig verschillende apps op mijn mobieltje gebruikt. Vier apps voor nieuwsberichten, vijf voor tekstberichten en een fitness-app. Van ’s morgens zeven tot ’s avonds zeven uur heb ik mijn mobieltje eenenzeventig keer ter hand genomen, gemiddeld dus alle negen minuten. Vindt u dat gezond?

DAVIS: Als u zich zonder die apps helemaal verloren voelt, dan kan dat een symptoom zijn dat u een probleem hebt. Als de apps u helpen bij het organiseren van uw dagelijkse leven is er geen probleem.

GARDNER: Zolang u de dingen die u met behulp van de apps afhandelt ook offline en analoog kunt oplossen, is alle oké, denk ik. Problematisch wordt het pas als dat niet meer mogelijk is. Ik heb vorige week een korte vakantie met dertien leden van mijn familie doorgebracht op een plaats waar geen van ons ooit was geweest. Ik en een van mijn dochters hadden een ouderwetse kaart meegebracht, de anderen niet. Drie van mijn kleinkinderen wisten niet eens wat dat bedrukt stuk papier te betekenen had. Zonder hun mobieltjes en hun apps zouden ze echt in de puree gezeten hebben. Zo’n situatie kan zich echt wel eens voordoen. Technische apparaten gaan kapot, je kunt ze verliezen of er gebeurt nog iets ergers, een cyberaanval bijvoorbeeld.


Dat klinkt tamelijk dramatisch.

GARDNER: Er is geen reden om te dramatiseren, maar het is zeker niet misplaatst om een kordate waarschuwing te geven. Uit onze researchresultaten blijkt dat de generatie die nu opgroeit zich in heel wat opzichten onderscheidt van de voorgaande generaties die nog geen apps kenden. De jongeren zijn nu minder empathisch, ze zijn banger, minder zelfstandig, ze hebben minder vertrouwen in de mensen uit hun directe omgeving.


En daar zijn de apps verantwoordelijk voor?

GARDNER: Niet alleen de apps natuurlijk, maar die vormen de bindende en ook wel de beslissende factor. Ze worden zeer intens, zeer vaak gebruikt. Amerikaanse tieners versturen dagelijks gemiddeld zestig sms’en, oudere meisjes meer dan honderd. Dit en andere dingen beïnvloeden de manier waarop kinderen en tieners nu hun identiteit vormen, hoe ze relaties aangaan en in stand houden, hoe ze hun creativiteit ontwikkelen.


Overschat u de macht van de apparaten niet?

DAVIS: Je kunt die nauwelijks overschatten. Ik geef u een voorbeeld, een variant van Howards vakantieanekdote. Toen ik zowat twintig jaar geleden op kostschool was, weg van de Bermuda’s waar ik ben opgegroeid, kon ik in het gunstigste geval één keer in de week met mijn ouders telefoneren. Er stond een telefoon in de hal van het internaat, en als ik wat te lang telefoneerde klopte er iemand op mijn schouder om me eraan te herinneren dat nu de volgende aan de beurt was. Het studeren aan een universiteit was een beslissende stap naar zelfstandigheid. Nu hebben alle studenten verschillende keren per dag contact met hun ouders, dankzij diverse apps.


Wat op zich niet slecht hoeft te zijn.

DAVIS: Nee, maar altijd op veilig spelen kan het volwassen worden bemoeilijken en vertragen. Het kan moeilijker worden om te achterhalen wie je bent, want voor bijna alle beslissingen kun je de hulp van je ouders inroepen als je die via een sms altijd binnen handbereik hebt. Dat kan in een bijzonder geval praktisch zijn, maar het is niet goed als dat de norm wordt.

GARDNER: Jonge mensen kennen ook niet meer het gevoel wat het betekent om te verdwalen. Ze weten altijd waar ze zich bevinden. Daardoor hoeven ze onderweg niemand meer aan te spreken die ze niet kennen. Ze hoeven niet meer te leren hoe ze zulke alledaagse problemen moeten verhelpen. In plaats daarvan activeren ze gewoon Google Maps. Verdwaald zijn is zeker geen prettig gevoel, maar het is een nuttige ervaring. Bovendien ontdek je op de omwegen die je maakt soms opwindende dingen die je ontgaan zouden zijn als je automatisch op die ene, zogezegd beste weg geloodst wordt.


En hoe kan het gebruik van apps tot minder empathie leiden?

DAVIS: We beweren niet dat het gebruik van apps mensen minder empathisch maakt. Ik ken geen enkele studie die zo’n bewering steunt. Wat we wel poneren, is dat er in de discipline van de neurowetenschappen studies bestaan die aantonen dat introspectie belangrijk is om empathie, moraal en een begrip van zijn eigen ‘ik’ te ontwikkelen. Dagdromen en introspectie zijn belangrijk voor de menselijke geest. Als onze aandacht te sterk naar buiten gericht is – in onze gevallen door het uploaden van nieuwe selfies, het spelen van spelletjes op onze mobieltjes – ontzeggen we ons de noodzakelijke tijd om te reflecteren, en dat heeft gevolgen voor het vermogen om ons in anderen in te leven.

GARDNER: Men vraagt me soms wat ik doe met mijn vrije tijd, ’s avonds bijvoorbeeld als er een afspraak wordt afgezegd. Ik lig dan in bed of zit in een zetel en zit dan maar wat te mijmeren. Niets anders voor de rest. Geen e-mails lezen. Geen sms. Geen YouTube-video’s. Gewoon alleen ik, mijn gedachten en een zalige stilte. Misschien nog een streepje muziek. Sommige mensen vinden dat bevreemdend. Maar ik beleef er veel genoegen aan. Ik kan u alleen maar aanraden het ook eens te proberen.


Minder empathie, banger, minder zelfstandig. Met mannen en vrouwen die u zo beschrijft zou ik niet bevriend willen zijn.

DAVIS: Zoals u het uitdrukt, klinkt het alsof we de jongeren zouden veroordelen, alsof ze verantwoordelijk zouden zijn voor wat er gebeurt. Maar dat is natuurlijk niet zo. We beseffen dat die jongeren alleen maar op een situatie reageren, op dwangmatigheden die ze beleven, en op volwassenen die niet altijd het goede voorbeeld geven. De jongeren proberen van zo’n situatie het beste te maken en wij volwassenen zouden hen daarbij moeten helpen in plaats van voortdurend aan onze smartphones te zitten frunniken.


Hoe gebruikt u uw mobieltjes?

DAVIS: Ik lees en schrijf e-mails op mijn apparaat, gebruik WhatsApp om met mijn gezin in contact te blijven, ik luister in de fitnessstudio naar muziek op mijn mobieltje, mijn smartphone wekt me en ik lees er The New York Times op, nu ja, eerder de koppen. Ik volg enkele mensen op Twitter, tweet occasioneel zelf, ben geregistreerd bij Instagram en luister geregeld naar podcasts.


En? Alles onder controle?

DAVIS: O ja, het is en blijft voor mij een hulpmiddel om me te organiseren, meer niet. Ik kan ook zonder.


En u, professor Gardner?

GARDNER: Ik heb een hele hoop programma’s op mijn telefoon. De meeste daarvan hebben mijn medewerkers voor mij geüpload, en ik gebruik apps alleen als ik niet anders kan. Verder verstuur ik e-mails, sms’en of lees zoals Katie The New York Times. Maar ik verheug me er elke dag op om de gedrukte editie van The New York Times bij een kop koffie te lezen.


Bent u de technologie vijandig gezind?

GARDNER: Nee, ik behoor alleen niet tot de Early Adopters, ik gebruik technieken niet alleen maar omdat ze nieuw zijn. Voor mij moeten ze echt wel nuttig zijn. Een tijdje geleden publiceerde ik een artikel en een paar dagen later nam ik de commentaren door in de online-editie. Een grote tijdverspilling. Onder de vele honderden opmerkingen waren er slechts een paar die interessant waren. Als technologiefans erover klagen dat ze problemen hebben met hun tijdmanagement, dan vraag ik me altijd af waar ze hun tijd doorbrengen.


Omdat u van de app-generatie spreekt: wat typeert hun leden, behalve de eigenschappen die u al beschreven hebt?

GARDNER: Ik vind het verbluffend dat dit de eerste generatie is die zich niet meer in de eerste plaats aan de hand van politieke gebeurtenissen definieert, maar via technologische ontwikkelingen. Hun leden zeggen over zichzelf niet dat 11 september hun visie op de wereld heeft bepaald of de beurscrash of de moord op de Kennedy’s. Ze zeggen dat ze behoren tot de generatie Facebook, tot de generatie Instagram.


Waarom zou het bedenkelijk zijn dat mensen zich via technische ontwikkelingen definiëren in plaats van via politieke gebeurtenissen? Beide kunnen hun stempel op een leven drukken.

GARDNER: Maar het is waarschijnlijk de eerste generatie die niet weet wat zich in de politieke arena afspeelt. Zolang wij ons met behulp van kranten informeerden, wierpen we tenminste een blik op de koppen van de eerste bladzijden, ook als we ons alleen maar voor voetbal of roddels interesseerden. Wie zich echter over de mondiale gebeurtenissen met behulp van de sociale netwerken of digitale voogden informeert, leert nauwelijks nog iets wat buiten de eigen ervaringen of interessesfeer ligt. Dat is natuurlijk niet nastrevenswaard en consolideert het beeld dat de leden van die generatie zich van het leven vormen. Ze zien dat als een soort super-app. Ze denken dat ze hun leven helemaal kunnen plannen, dat het berekenbaar is, ze verwachten definitieve, directe antwoorden op elke vraag, wat natuurlijk een absurde wens is. Wie zijn leven als volwassene begint met de verwachting dat je alles kunt plannen – de carrière, het privéleven – zal vroeg of laat een zware ontgoocheling oplopen. Ik doceer al decennia in Harvard, en nooit eerder werd ik zo vaak geconfronteerd met verontwaardigde studenten die zeggen: ‘We hebben uw instructies tot in de puntjes gevolgd, waarom krijg ik dan geen “zeer goed”?’ Ik repliceer dan: ‘We zijn hier in Harvard, voor uitmuntende cijfers moet je uitmuntende prestaties leveren. Het volgen van instructies is niet uitmuntend, het is in het beste geval een uitgangspunt voor eigen gedachten, voor het creëren van iets nieuws.’ Een andere student vroeg me: ‘Waarom moeten we eigenlijk nog naar school gaan? Apps geven ons toch alle antwoorden die we nodig hebben.’ Maar ik ben een andere mening toegedaan: ja, apps geven alle mogelijke antwoorden... met uitzondering van de antwoorden waar het echt op aankomt.


Voor die uitspraak werd u hevig bekritiseerd.

GARDNER: Juist. Niettemin klopt het wat ik zeg. Geen app kan me vertellen wat de zin van het leven is.


Welk effect heeft de overspannen verwachting dat je je leven helemaal kunt plannen op de psychische conditie van de jongeren?

GARDNER: We gebruiken een theorie die ontwikkeld werd door Erik Erikson, een psycholoog die in Duitsland is opgegroeid en een van mijn leraren. Erikson gaat uit van acht crises waarmee wij mensen in de loop van ons leven worden geconfronteerd en die we meester moeten worden. Met de eerste crisis hebben we als zuigeling te maken, het gaat om vertrouwen tegenover wantrouwen, en gewoonlijk speelt die crisis zich af tussen het kind en zijn moeder. Als die relatie intact is, als de moeder zich op een gepaste manier om haar kind bekommert, dan komt het kind gesterkt uit die crisis en bezit het een gezond vertrouwen in zichzelf en de wereld. Maar als die crisis niet met succes bedwongen wordt omdat de moeder zich verkeerd gedraagt, omdat haar gedrag chaotisch, onvoorspelbaar en afwezig is, dan zal het kind waarschijnlijk meer aan zichzelf gaan twijfelen en minder vertrouwen hebben in vrienden en kennissen, zodat het minder goed gewapend is om het tegen de komende crises op te nemen.


Welke crises volgen daarna?

GARDNER: Wij interesseerden ons voor de crises vijf, zes en zeven. Tijdens de vijfde crisis gaat het om de vorming van de identiteit. Crisis nummer zes thematiseert intimiteit tegenover isolatie. Crisis zeven plaatst verbeelding en creativiteit tegenover intellectuele en emotionele stagnatie. Tijdens de vijfde crisis, de identiteitscrisis, die gewoonlijk op de leeftijd tussen zestien en eenentwintig jaar verwerkt moet worden, gaat het om de volgende vragen: wie wil ik zijn? Wat is voor mij belangrijk in het leven? Hoe beoordeel ik mezelf? En, al even belangrijk: wat denken anderen over mij?

DAVIS: De vorming van de eigen identiteit is een sociaal proces, je kunt dat niet alleen realiseren, je hebt daarvoor anderen nodig. Je hebt de twee nodig, het valideren door anderen, door vrienden, door het gezin, door de samenleving in het algemeen, maar je hebt ook tijd nodig voor reflectie. Wat wij in onze research zien, is dat de externe validering belangrijker wordt. Het is zo simpel almaar nieuwe selfies te posten, het is zo belangrijk zo veel mogelijk vrienden in het net te hebben, zo veel mogelijk likes te oogsten. Het bereiken van die doeleinden kost veel energie, het niet bereiken met zijn frustraties ook, en dan ontbreken energie en tijd om een stabiel ‘ik’ te creëren. Howard en ik vrezen dat de balans tussen de externe en de interne factoren verstoord is. Veel jongeren vinden het nu vooral belangrijk om een perfect beeld van zichzelf over te brengen.


Dat was vroeger toch niet anders? Het is toch normaal en menselijk dat je bij vreemden en kennissen, in het algemeen bij je publiek, zo goed mogelijk wilt scoren?

DAVIS: Natuurlijk is de selfie geen uitvinding van de eenentwintigste eeuw. Zelfportretten van kunstenaars zijn immers niets anders dan analoge selfies. Het fundamentele verschil is echter de omvang van het publiek, online ben je vele keren groter dan offline. Beslissend is ook dat digitale artefacten in de regel niet verdwijnen of slechts in musea of collecties te zien zijn. Moderne momentopnamen bestaan voor altijd, ze zijn voor iedereen toegankelijk en kunnen over een paar jaar al zeer pijnlijk zijn.

GARDNER: Daarbij komt nog dat het internet een wereld van tekens, van merken is. Je moet je snel kunnen oriënteren en er bestaat ook een druk om jezelf in een merk te veranderen. Het begint bij de foto die je kiest om je te presenteren aan de wereld op Facebook of Twitter. Uit psychologisch perspectief kun je dat proces interpreteren als de dwang om te vroeg een afgerond beeld van jezelf te produceren. Maar er bestaat wel degelijk ook een tegenovergesteld proces. Je moet de hele tijd nieuwe beelden van je eigen ‘ik’ produceren. Hier treedt een rollenvermenging op. Ik ben er zeker van dat die twee tegenstrijdige processen – de dwang om voortijdig een sluitend beeld van jezelf te produceren en het onvermogen om dat beeld rond een draagkrachtige kern te ontwikkelen – ertoe leiden dat het moeilijker is een stabiel ‘ik’ te vormen. Helemaal gelijkaardig is wat er gebeurt in de zesde crisis, die te maken heeft met sociale bindingen, met ons vermogen om echt vertrouwen toe te laten, wat altijd gepaard gaat met risico’s, omdat je toont hoe je bent. Gewoonlijk gaat het hier om de relatie met de partner, maar ook met vrienden. Uit ons onderzoek blijkt dat het aantal ware vrienden is afgenomen. Twintig jaar geleden zeiden de mensen in de Verenigde Staten dat ze drie personen vertrouwden. Nu zeggen ze dat er twee zijn. Dat is een onthutsende vermindering van drieëndertig procent.


Zijn de jongeren eigenlijk zelf gelukkig met hun levensstijl?

GARDNER: Ik bevraag op dit moment veel jonge mensen wegens een nieuwe studie die we uitwerken aan tien universiteiten. Ik merk dat ze hongerig zijn naar volwassenen die hen betere wegen kunnen tonen, maar dat ze zich niet eens bewust zijn van die honger. Ik constateer dat de jongeren weten dat er ergens iets fundamenteel verkeerd is met hun levensstijl, maar ze weten niet wat ze moeten veranderen.

DAVIS: Bijna alle jongeren met wie ik praat, spreken over een diepgaande ambivalentie tegenover de techniek die ze gebruiken. Velen voelen zich gedwongen steeds online en in het net te zijn. Maar ze genieten niet van dat gevoel. Ze voelen zich gedwongen om zich op een bepaalde manier te presenteren. We moeten die ambivalentie ernstig nemen, de jongeren steun geven. We mogen hen niet afschrijven.


Wat moeten we volgens u doen?

DAVIS: Goede voorbeelden zijn.

GARDNER: Als ik de baas van de apps zou zijn, zou ik dagen zonder apps invoeren.


Dat kunt u niet ernstig menen.

GARDNER: Toch wel, dat zou volgens mij een zinvolle beslissing zijn. Dat zal natuurlijk niet gebeuren, daarom geef ik u toch nog een tip mee: je kunt een app ook wissen.


Mijn dochter heeft dat onlangs gedaan, met WhatsApp. Het programma werkte op haar zenuwen.

GARDNER: Een flink kind.


Knack, 17-02-2016 - © Der Spiegel (Uwe Buse)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:50.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.