#1
|
||||
|
||||
Pas op of we vergaderen
Pas op of we vergaderen
De Europese Unie kwam gisteren samen om zich te beraden over Rusland en Georgië. BRUNO DE CORDIER geeft de Europeanen goede raad. Het voordeel aan de Kaukasische oorlog is dat de dingen duidelijk zijn, of tenminste horen te zijn. De geopolitieke belangen achter hetgeen rond Zuid-Ossetië gebeurt, draaien rond energiepolitiek met Georgië als transitland voor een westerse pijpleiding tussen de Kaspische en de Middellandse Zee, en een Russisch antwoord op het affront met Kosovo. Het Kremlin zal niet talmen om militair toe te slaan als het dat nodig acht. Hoe moet de EU met Rusland omgaan, nu we zien wat er komt van jaren pseudo-pragmatisch gezemel? Na het einde van de Sovjet-Unie werd een fundamentele inschattingsfout gemaakt: Rusland werd als een has been beschouwd. Velen dachten dat het braafjes zou aansluiten bij het Westen. Dream on. Zonder in oriëntalistische clichés te vervallen denk ik dat we een aantal historische en culturele realiteiten onder ogen moeten zien als we willen weten wat Rusland bezielt. Om te beginnen is er een omsingelingscomplex, geworteld in een voorgeschiedenis van traumatische invasies van Tartaarse horden over de tankdivisies van het Derde Rijk tot en met westerse consultants die na 1991 neoliberale hervormingen kwamen prediken die de Russische samenleving wel degelijk hielpen ontwrichten. In het verlengde daarvan is er de idee-fixe dat Rusland een voorpost van beschaving is die altijd als buffer diende tussen de 'barbarij' en een ondankbaar, arrogant Westen, waarvoor het altijd het gelag betaalde. Er is nog iets. Sinds het einde van de jaren negentig werd ook duidelijk dat veel westerse concepten die na 1991 in Rusland gepromoot werden door donorlanden, ngo's en internationale financiële instellingen eenvoudigweg geen wortel schieten en onder een substantieel deel van de bevolking aan geloofwaardigheid hebben ingeboet. Velen in Rusland associëren 'westerse democratie' nu met bardak, rotzooi: verarming, een grabbeleconomie, criminaliteit en afbouw van de sociale voorzieningen. Het heeft er allemaal toe bijgedragen dat de Russische machtselite zich, met steun van een flink deel van de volksbasis, op tactische lippendienst na nooit gebonden voelt door afspraken, contracten of allianties met 'buitenstaanders'. We zien ook een tegenstelling tussen (her)opkomende samenlevingen en figuren die na de vernederingen, ontberingen en overlevingsintriges van de late jaren tachtig en de jaren negentig gehard, arrogant en cynisch zijn en gedreven worden door ambitie en soms haat, en een na twee generaties welvaart en vrede vadsig geworden Europa. Dàt is de harde grens van de Europese soft power. Vanuit de zware geschiedenis van Rusland is dat verstaanbaar maar het zal tot meer confrontatie leiden. De nauwelijks verdoken steun aan separatisten en smokkelbaronieën in Zuid-Ossetië en Transnjestrië, aan milities tijdens de burgeroorlog in Tadzjikistan en aan het neostalinistische regime in Oezbekistan, en nu de open invasie van Georgië tonen dat Rusland een grotere bedreiging vormt voor de stabiliteit in de voormalige Sovjet-ruimte dan islamextremisten. Men heeft zich de laatste jaren zo blindgestaard op het 'islamitisch gevaar' dat men dat over het hoofd heeft gezien. De rellen met etnische Russen en de cyberaanvallen in het Estse Tallinn in april 2007, duidelijk georchestreerd vanuit Rusland en opgestookt door de Russische media en blogosfeer, tonen overigens dat ook de EU niet buiten schot blijft. En hier duikt meteen de hamvraag op: hoe denkt Europa daarmee om te gaan? En vooral: wat wil het? Wil Europa morgen nog iets betekenen of op zijn minst globaal meespelen naast de VS, Rusland en China? Of wordt het een museum, een economisch wingewest en een brave financiële melkkoe? Wat zijn dan de dringendste uitdagingen voor de EU? De eerste is de afbouw van de EU's steeds grotere energie-afhankelijkheid van Rusland. Hier in de Lage Landen valt die afhankelijkheid van Russisch aardgas mee. Maar in Duitsland is dat bijna een derde en in verschillende nieuwe EU-staten bijna honderd procent. In de huidige omstandigheden is dat te veel om gezond te zijn. Dus zal er moeten worden gediversifieerd, onder meer in Afrika, met een eigen EU-beleid tegenover Iran dat niet aan de leiband ligt van de VS en Israël, en met de ontwikkeling en promotie van alternatieve energie. De tweede uitdaging is dat we nu maar eens werk moeten maken van een Europese legermacht. Gaan we daar een koene veldtocht tegen 'dé Russen' mee beginnen? Neen. Aanvalsoorlogen verlies je meestal. En daar gaat het trouwens niet om. Waar het om gaat is dat Rusland, net als de islamitische wereld, nu eenmaal aan de EU grenst. En als we als gelijken met elkaar willen omgaan moeten we dat ook op gelijke basis doen. Daar hoort ontrading bij, zeker als je te maken hebt met een tegenpartij waar zachte macht niet wordt beschouwd als welwillendheid, maar als zwakheid en kruiperigheid. Haat ik 'de Russen'? Helemaal niet. Maar ik heb de laatste vijftien jaar genoeg in de voormalige Sovjet-Unie gewoond en gewerkt om enig inzicht te krijgen in de mentaliteit in dat deel van de wereld. Het gaat niet om koude-oorlogsparanoia maar om het erkennen van een realiteit die betrekking heeft op onze positie en overlevingskansen in de globale economie. We moeten daar gewoon eerlijker in zijn zonder dat te verpakken in hypocriet handjesgewrijf dat bij velen in zowel de voormalige Sovjet-Unie als de islamitische wereld ergernis en minachting opwekt. Het alternatief is een 'diep bezorgd' Europa dat haar marginalisering enkel aan zichzelf te danken zal hebben. Bruno De Cordier is medewerker van de Conflict Research Group aan de Universiteit Gent DS, 02-09-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you down to their level and beat you with experience." (c)TB |