actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 13th October 2004, 02:11
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Voor de 'die-hards': Turkije ja/nee (uitgebreid!)

Ja tegen Turkije


door Remko Caprio


De VVD is gespleten nu fractieleider Jozias van Aartsen de ideologische Gordiaanse knoop heeft ontrafeld waarmee niemand binnen de partij zich sinds de moord op Pim Fortuyn raad wist. Van Aartsen koos uiteindelijk voor een liberale lijn ten koste van de neofortuynisten binnen de partij.
Volgens de officiële lezing is de Turkse toetreding tot de Europese Unie het breekijzer. Binnen de Nederlandse regering en Europa lijkt zich onder immense Amerikaanse druk een meerderheid vóór toetreding te hebben afgetekend. Dat strijkt veel conservatieven echter tegen de haren in. Dat die haren zich vaak net boven de balzak bevinden mag dat niet verhullen. Turkije zou volgens deze critici als overwegend islamitische natie niet binnen de Europese judeo-christelijke cultuur passen. Zelfs de Europese bisschoppen voeren onder leiding van het Vaticaan een harde antilobby.
De culturele traditie is niet het enige fundament waarop de partijen in Nederland en Europa zich baseren als het gaat om het isoleren van de islamitische beschaving van de westerse. Vaak worden ook andere verschillen aangehaald. Het meest zwaarwegende verschil is het «rechtsbeginsel». Het Europese wetssysteem zou contrasteren met het Turkse op punten als de doodstraf, de scheiding van kerk en staat, het burgerlijk recht en de corruptie.
Om te beginnen de doodstraf. Enkele jaren geleden deed die tijdens de soapachtige arrestatie van de PKK-terrorist Öcelan nog veel stof opwaaien. Algemeen leeft het idee dat de doodstraf sinds jaar en dag in Europa niet meer bestaat, terwijl in het barbaarse Turkije de doodstraf nog heel gewoon is. Niets is minder waar. Turkije kent sinds 1984 een moratorium op de doodstraf, schafte in 2002 de doodstraf in vredestijd af en ging er in 2004 uiteindelijk mee akkoord om de doodstraf ook in tijden van oorlog af te schaffen. Een vergelijking met andere Europese landen biedt een verrassend beeld: zo schafte Nederland zelf in 1983 de doodstraf grondwettelijk af, Cyprus in 2002, Polen in 2000, het Verenigd Koninkrijk in 1999, Bulgarije en Litouwen in 1998, België in 1996, Spanje in 1995, Italië in 1994, Griekenland in 1993, Zwitserland in 1992, Kroatië en Slovenië in 1991, Ierland in 1990, en Liechtenstein en Duitsland in 1987. Met andere woorden, Turkije loopt behoorlijk in de pas met Europa.

Een tweede discussiepunt van de anti-Turkse «liberalen», die we misschien als de «Beweging van 1683» moeten betitelen, is dat in de islamitische cultuur het principe van scheiding tussen kerk en staat niet erkend zou worden, terwijl dit een grondbeginsel zou zijn van de Europese wetgeving. De bewering dat de scheiding van kerk en staat inherent is aan de westerse cultuur, is echter in strijd met de geschiedenis van het Europese christendom. De bisschoppen in Europa hebben jarenlang militaire legers onderhouden om de wereldlijke macht hebbers te onderwerpen aan de macht van de kerk. Tegelijkertijd probeerden de wereldlijke machthebbers in Europa juist de godsdienst in dienst te stellen van hun wereldlijke macht en daarvoor een goddelijk fiat te verkrijgen. Ook in de visie van de paus als het hoofd van de katholieke kerk paste de scheiding van kerk en staat niet, en evenmin in die van Calvijn, die in Genève een staat stichtte.
Finland, ook lid van de Europese Unie, kent zelfs nog steeds een officiële staatskerk, de Evangelisch Lutheraanse Kerk, die het mogelijk maakt om bijvoorbeeld contributie in de vorm van belasting te innen van burgers en bedrijven. Kerkgemeentes houden er de lokale bevolkingsregisters bij. Wel kent Finland sinds 1923 vrijheid van godsdienst en sinds 1917 een tweede staatskerk: de Finse orthodox-christelijke kerk. In Zweden werden kerk en staat in 1999 gescheiden, maar behield de Kerk van Zweden speciale bescherming. In het Verenigd Koninkrijk staat het staatshoofd tevens aan het hoofd van de Kerk van Engeland. In Duitsland zijn kerk en staat officieel gescheiden, maar kunnen grote kerken een speciale status krijgen door middel van een zogeheten stichting onder openbare wetgeving, hetgeen speciale rechten oplevert, bijvoorbeeld het innen van belastingen van de leden.
Turkije kent al sinds 1928 een scheiding tussen kerk en staat. Mustafa Kemal Atatürk voerde tussen 1924 en 1938, na de opheffing van het Turkse kalifaat in 1924, een reeks hervormingen door die de basis vormen van de moderne Turkse Republiek. Net als veel Europese landen heeft ook Turkije wel bepalingen die religie een beschermde status geven. De overheid houdt toezicht op islamitische aangelegenheden via het Directoraat van Religieuze Zaken (Diyanet) dat imams benoemt die als ambtenaar in dienst van de staat zijn, maar schrijft officieel geen bepaalde stroming voor. Ook regelt de Turkse overheid het toestaan van niet-islamitische religieuze genootschappen, zoals christelijke en joodse gemeenschappen. In zekere zin zou je die regeling kunnen vergelijken met de subsidieregeling voor religieuze instellingen in Nederland.

Ten derde het burgerlijk recht. Het Europese rechtssysteem is terug te voeren tot de Twaalf Tafelen van de Romeinse Republiek. Na de val van Rome in 476 stond de rechtspraak in Europa weer onder Germaanse invloed. Justitianus, de keizer van het oostelijke deel van het Romeinse Rijk, Byzantium, dat grofweg het huidige Turkije beslaat, verzamelde en herschreef tussen 529 en 534 de Romeinse wetsartikelen en publiceerde zijn codex in het Corpus Iuris Civilis. Deze justitiaanse wetgeving bleef in Byzantium na de verovering door de Ottomaanse Turken in de vijftiende eeuw van kracht. Onder invloed van de Renaissance deed de Corpus Iuris Civilis vanaf de elfde eeuw ook zijn herintrede in Europa. Daartegenover bestaat in landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten de Common Law of de ius commune-traditie, die gebaseerd is op jurisprudentie. Dit systeem vindt zijn oorsprong niet in de Romeinse codex, maar in de rechtspraak aan het koninklijke hof van Westminster. Uitspraken van de koning en later van de chancellor op basis van redelijkheid vormden in de loop der tijd een canon.
Met andere woorden, de traditie die de basis vormt van het huidige Europese wetssysteem kent in Turkije niet alleen een langere geschiedenis, zij stamt nota bene uit Turkije, terwijl het jurisprudentierecht van EU-lidstaten als het Verenigd Koninkrijk een niet-Europese rechts traditie heeft.

Corruptie is een vierde argument van tegenstanders van Turkse toetreding tot de EU. De corruptie in Turkije neemt in de ogen van velen mythische proporties aan. Ze hebben gelijk. Volgens onderzoekscijfers over 2003 van Transparency International scoort Turkije het slechtst van alle Europese landen. Maar de verschillen zijn kleiner dan men denkt. Op een schaal van 0 tot 10, waarbij een score beneden de 5 een serieus probleem betekent, scoort Turkije 3,1, Polen 3,6, Slowakije en Kroatië 3,7, Letland 3,8, Tsjechië en Bulgarije 3,9, Griekenland 4,3, Litouwen 4,7, Hongarije 4,8 en Italië een zeer magere voldoende van 5,3. Het corruptieprobleem in deze landen stond toetreding geenszins in de weg.
En het machtsevenwicht in Europa dan? De EU was oorspronkelijk bedoeld als een economische unie, opgericht om de concurrentie positie ten opzichte van Amerikaanse bedrijven te versterken. Lang zamerhand is de Europese eenheid echter steeds meer een anker voor het Europese veiligheidsbeleid geworden.
Prins Metternich, premier van het Habsburgse Rijk, was de architect van een Europees machtssysteem dat van 1815 tot 1861 stabiliteit garandeerde. Het Systeem van Metternich faalde op den duur vooral onder druk van de zogeheten Heilige Alliantie, een vage afspraak tussen de keizers van Rusland, Oostenrijk-Hongarije en Pruisen om de alleen heerschappij van de christelijke religie in Europa te garanderen en vooral gericht tegen de invloed van Turkije op de Balkan. Beide Duitse grootmachten realiseerden zich onvoldoende hoe verzwakt Rusland in de loop van de negentiende eeuw eigenlijk al was. Het vage karakter van deze Heilige Alliantie werd uiteindelijk door Bismarck het slimst uitgespeeld. Pruisen ging er na drie korte oorlogen met de hegemonie in Duitsland en Midden-Europa vandoor. Met de stichting van het Duitse Rijk was de diepe wond van de Heilige Alliantie echter nog niet geheeld.
Ondanks het Turkse lidmaatschap van de Navo sinds 1952 zijn na twee wereldoorlogen, zestig jaar communisme, wrede Balkanoorlogen en een slepend conflict op Cyprus de relaties met Turkije nog steeds niet geregeld. Daarbij speelt een rol dat Turkije de verantwoordelijkheid voor de deportatie van en genocide op de christelijke Armeense bevolking, tussen 1915 en 1923, waarbij meer dan een miljoen mensen het leven lieten, nog steeds ontkent.

Tot slot de «judeo-christelijke» identiteit van Europa. De term is om te beginnen een van de meest krankzinnige syntheses die er maar te bedenken is en moet menige jood als een grove belediging van de joodse geschiedenis in de oren klinken. Van een broederlijk samengaan van de joodse en christelijke traditie, zoals de term suggereert, is in Europa nooit sprake geweest. Sinds 538 kondigden de Christelijke Concilies antisemitische edicten af. In 1215 besloot paus Innocentius III dat de joden (en moslims) zich zichtbaar dienden te onderscheiden met een «teken van schaamte», (voor het doden van de Heiland). Joden werden in getto’s samengedreven. In 1242 vond de eerste boekverbranding plaats, en de «grote» kerkvader Thomas van Aquino riep de Europese heersers op alle joden in een «eeuwige slavernij» te binden. Het lot van de Europese joden in de twintigste eeuw mag hopelijk nog als gekend verondersteld worden. De term «judeo-christelijk» lijkt vooral bedoeld om de islamitische traditie buiten te sluiten.
Dat de christelijke cultuur verenigend en verzoenend is, kan al evenmin beweerd worden, althans niet sinds Luther in 1517 de Reformatie aanzwengelde. In Frankrijk werden in 1572 tijdens de befaamde Bartholemeus Nacht meer dan achtduizend Hugenoten afgeslacht, en toen Louis XIV, de «zonnekoning», in 1685 het Edict van Nantes herriep, vluchtten nog eens honderdduizenden Franse protestanten het land uit. Toen in 1619 de protestantse prins van Oranje heimelijk de protes tantse Paltsgraaf van Heidelberg steunde bij diens claim op de troon van Bohemen ontketende de Paltsgraaf zelfs een vernietigende dertig jarige geloofsoorlog op het continent die aan bijna zes miljoen mensen het leven kostte.
De judeo-christelijke traditie waarop de Europese Eenheid gebouwd zou moeten worden is met andere woorden een wankel luchtkasteel.
Het is Europa, ondanks miljoenen Europeanen van Turkse afkomst, de verbondenheid tussen Turkije en Europa gedurende honderden jaren en een toenemende ontkerkelijking in Europa en secularisering in Turkije, nog steeds niet gelukt de sentimenten van de Heilige Alliantie te overwinnen en de realiteit van de Europees-Turkse verbondenheid door te slikken als een helend medicijn.

© auteur / De Groene Amsterdammer, 13-10-2004


Nee tegen Turkije


Dit najaar beginnen de onderhandelingen met Ankara. Een immens, corrupt en militaristisch moslimland in Europa?
De verwarring is groot, links én rechts.
De historische argumenten vóór en de politieke argumenten tégen toetreding van Turkije.



door David Danish


Al sinds 1963 probeert Turkije lid te worden van de Europese Unie. Maar keer op keer wordt het land afgewezen. De afgelopen twee decennia heeft de Europese Unie negentien nieuwe leden toegelaten, waaronder het merendeel der Oost-Europese landen, Slovenië en drie staten uit de voormalige Sovjet-Unie. Zelfs de grootste politieke en economische achterblijvers, zoals Roemenië en Bulgarije, zullen naar verwachting in 2007 hun lidmaatschap verkrijgen.
De Europeanen hadden al die tijd redenen om Turkije te weren. Zo ligt slechts vijf procent van het Turkse grondgebied in Europa, het overige gedeelte bevindt zich in Klein-Azië. Bovendien bedraagt het Turkse inkomen per hoofd slechts twintig procent van het Europese gemiddelde en ligt het inflatiecijfer rond de zeventig procent. Het Europese inflatiecijfer is twee à drie procent.
Maar het meest genoemde motief voor afwijzing was het feit dat de kemalistische staat, die als bolwerk tegen de politieke islam werd opgericht, ondemocratisch is. Het kemalistische Turkije verbood het dragen van moslimsluiers op scholen en door ambtenaren. Het legde beperkingen op aan religieuze gebruiken en kende het leger een formele rol in de regering toe. Op deze manier werd de weg geëffend naar de opheffing van islamitische partijen en het neerslaan van de opstanden in Koerdische gebieden langs de Turkse grens met Iran, Irak en Syrië. Evenmin deinsde de regering ervoor terug om gevangen genomen rebellen te martelen of zonder proces op te sluiten. Legerofficieren werden zorgvuldig gescreend op religieus enthousiasme en uit hun functie gezet zodra er bewijs werd gevonden van islamitische sentimenten of ongewenst bezoek aan moskeeën.
De Turken wilden echter nooit geloven dat hun ondemocratische regering de werkelijke reden was voor uitsluiting uit de EU. In 1997 beschuldigde voormalig premier Mesut Yilmaz de Duitse bondskanselier Helmut Kohl ervan Turkije als moslimstaat uit het christelijke bolwerk Europa te weren.
Een decennium geleden stelde de Europese Unie haar «Kopenhaagse criteria» op. Volgens deze criteria had aspirant-kandidaat Turkije geen kans omdat het land op het gebied van democratie, mensenrechten, rechtspraak, religie en inzake Cyprus fouten maakte. Niemand was dan ook bezorgd toen Turkije in 1995 zijn eerste islamitische regering kreeg. Evenmin maakte men zich zorgen toen de regering onder druk van het leger een deel van haar macht moest prijsgeven. De Turken kregen zelfs meer handelsprivileges om de bittere pil van een leven buiten Europa wat te vergulden. Rond 1999, toen het officieel de status kandidaat kreeg, was Turkije begonnen te schipperen tussen kemalisme en islamisme. Die impasse leek voor de buitenwereld gunstig. Turkije kon immers niet tot de Europese Unie toetreden zonder te voldoen aan de Kopenhaagse criteria. En geen Turkse regering kon voldoen aan de Kopenhaagse criteria zonder sociaal en politiek verval te riskeren.
Maar de tijden zijn inmiddels veranderd. Joschka Fischer, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, pleit voor het Turkse lidmaatschap. Hij gaat ervan uit dat globalisering tot jihad zal leiden als er geen gematigde alternatieven worden geboden. Ook Jacques Chirac en Tony Blair zien Turkije graag als EU-lid.

Er zijn niettemin nog steeds argumenten tegen een eventueel lidmaatschap van Turkije.
Ten eerste demografie. Bevolkingsproblemen vormen een belangrijke reden om Turkije uit de EU te blijven weren. Sinds de invoering van de gastarbeiderswetten in de vroege jaren zestig telt Duitsland enkele miljoenen inzittenden van Turkse afkomst. Deze nieuwkomers bleken uiterst honkvast en integreerden maar mondjesmaat. In Turkije wonen 69 miljoen mensen. Het groeipercentage van de bevolking gaat gelijk op met dat van ontwikkelingslanden. Mocht Turkije lid worden van de EU, dan zal het land tegen die tijd aanzienlijk groter zijn dan welk Europees land ook. Dit zou kunnen resulteren in een instroom van tientallen miljoenen Turken in een Europa dat reeds met werkloosheid te kampen heeft. Hoewel het bruto binnenlands product per hoofd van de Turkse bevolking een stijgende lijn vertoont, ligt het nog steeds onder de 3400 dollar. De Turkse toetreding zal daarom met de nodige kosten gepaard gaan.
Ten tweede geografie. Sinds 11 september 2001 vormt veiligheid het belangrijkste Europese thema. Toelating van Turkije tot de Europese club zou ervoor zorgen dat Iran, Irak en Syrië plotseling buren van Europa worden. De bomaanslagen in Istanboel door al-Qaeda in november vorig jaar hadden een ontnuchterende invloed op de Europeanen, die er wellicht voor zullen terugdeinzen om deel uit te maken van een politieke unie die grenzen met probleemlanden kent.
Zo verliest Israël met de dag aan populariteit in Turkije. Nadat de Israëlische veiligheidsdienst de oprichter en leider van Hamas sjeik Yassin had geëlimineerd, trok Turkije zijn ambassadeur uit Tel Aviv terug voor beraad en beschuldigde premier Erdogan Israël van «staats terrorisme». Toen iemand opmerkte dat dergelijke hardvochtige taal nogal ongebruikelijk was voor Turkije was Erdogans commentaar: «Onze houding is in lijn met die van de EU.»
De Koerdische roep om onafhankelijkheid zou na toetreding van Turkije voor Europa eveneens een binnenlandse kwestie kunnen worden.
Een gerelateerd probleem is dat de toelating van Turkije tot de EU zou betekenen dat er geen redenen meer zijn om geen Afrikaanse en Aziatische landen toe te laten. Op die manier zou de EU tot een wereldrijk uitgroeien of tot een handelsblok verworden.
Onder druk van de internationale gemeenschap probeert Turkije weliswaar een oplossing te vinden voor de soevereiniteit van Turks Koerdistan en tegelijkertijd de hand te reiken naar Iraaks Koerdistan. Maar Ankara ziet het olierijke Kirkoek, waarover het in de jaren twintig van de vorige eeuw de soevereiniteit verloor, nog steeds als een Turkse of Turkmeense stad. Om problemen te voorkomen riepen de Irakezen in 2003 de Verenigde Staten op om beleefd nee te zeggen tegen het Turkse aanbod om vijftienduizend troepen naar de regio te zenden.

Ten derde religie. Hoewel Turkije de afgelopen tachtig jaar een wereldlijke staat was, is het nooit een seculaire maatschappij geweest. Turkije is nog steeds een soennitisch islamitisch land met oriëntalistische tradities en gebruiken. Het land vormde immers het centrum van het Ottomaanse Rijk en het islamitische kalifaat. Historisch gezien is Turkije alleen maar in Europa geïnteresseerd geweest wegens de mogelijkheden tot expansie. Het afgelopen decennium stond zelfs in het teken van een groeiende interesse van de midden klasse voor het religieuze leven en verdieping van de devotie.
Veertien maanden na 11 september kwam in Turkije de AK-partij aan de macht. De partij wordt aangevoerd door Recep Tayyip Erdogan, de onkreukbare en efficiënte ex-burgemeester van Istanboel. AK is een acroniem voor Justitie en Ontwikkeling, maar ook het Turkse woord voor «wit» of «schoon». De naam doet een «schone» regering vermoeden die geleid wordt door vrome moslims. Erdogan is inderdaad een godsdienstig man. Maar meer dan een religieuze politicus is hij een getalenteerde coalitiebouwer die bovendien goede banden heeft met het Turkse bedrijfsleven. Zijn partij wordt wel eens vergeleken met de Christen Democratische Unie (CDU/CSU) in het Duitsland van weleer, toen de kerken nog een religieuze macht vormden in het Duitse openbare leven. Ook Erdogan probeert een democratisch instrument te vinden waarmee hij de islam in het openbare Turkse leven kan integreren. De Turkse islam is in veel opzichten inderdaad gematigd. Pas in de jaren tachtig maakte de Turkse president Turgut Özal de hajj, zijn pelgrimstocht naar Mekka. Volgens een denktank in Istanboel is slechts één van de vijf Turkse moslims voor een radicale vorm van de sharia, de islamitische rechtspraak. Zelfs de meest extreem conservatieve politici hebben er geen bezwaar tegen om vrouwelijke buitenlandse correspondenten de hand te schudden. Hoewel de soennitische islam het officiële geloof is van de nationale religieuze autoriteiten, wordt de Turkse islam ook gekenmerkt door alevi-stromingen uit het Centraal-Aziatische sjamanisme en door de zogenaamde fethullahci. Deze moderne vormen van de islam, met hun nadruk op onderwijs en burgerschap, vinden hun weg in de doelstelling van de AK-partij om niet te streven naar «een islamitische staat, maar naar een door moslims geleide staat». Of, zoals Erdogan het zegt: «Tijdens het uitoefenen van mijn functie ben ik een democraat, maar thuis ben ik moslim.»
De AK-partij probeert de Turkse man in de straat zo te geven wat hij wil. Wat die man in de straat wil, is meer religie in het openbare leven.

Het paramilitaire bewind dat Kemal Atatürk in de jaren twintig van de vorige eeuw in het zadel hielp, heeft in Turkije voor veel verwarring gezorgd. Volgens artikel 159 van de Turkse strafwet is het een misdaad de regering, de ministers, het leger of de politie te bekritiseren. Dezelfde macht waarmee imams werden onderdrukt, werd ook aangewend om communisten, journalisten en Koerden de mond te snoeren. Veel Turken geloven nu dat het leven veel vrijer en moderner kan worden als de islam juist meer ruimte krijgt. Om deze reden wonnen de islamisten tien jaar geleden de gemeenteverkiezingen en werd Erdogan tot burgemeester van Istanboel gekozen.
Toen de Welvaartspartij van Necmettin Erbakan in 1994 de nationale regering overnam, ging hij direct in de vijfde versnelling door een islamitisch buitenlands beleid te voeren. Hij bracht staatsbezoeken aan Libië en Iran, voerde opnieuw de koran in op openbare scholen en verbood alcoholgebruik in openbare ruimten. Erdogan op zijn beurt weet dat hij zijn land moet klaarstomen voor de EU, maar is zich tegelijkertijd bewust van zijn verplichtingen jegens de Turken. Dit jaar had hij zich bijvoorbeeld voorgenomen om de positie van de openbare imam-hatip-scholen te verbeteren, waar onderwijs wordt gegeven op basis van de koran en Arabische beginselen. Al snel trok hij zijn wetsvoorstel in, maar hij beloofde tegelijkertijd om het te zijner tijd opnieuw in te dienen. Ooit vertelde Erdogan een journalist dat hij democratie met een tram vergeleek: «Je rijdt erin totdat je je bestemming bereikt, en vervolgens stap je uit.»
Volgens een enquête door de European Values Survey, die onlangs in de Frankfurter Allgemeine Zeitung werd gepubliceerd, bestaan er nog steeds fundamentele verschillen tussen de basiswaarden van Europa en Turkije. Voorlopig heeft Turkije dan ook meer gemeen met de Verenigde Staten – een kapitalistische democratie waar religie nauw is verweven met het leven van de hogere middenklasse – dan met de Europese Unie.



© auteur / De Groene Amsterdammer 13-10-2004
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong

Soortgelijke onderwerpen
Onderwerp Auteur Forum Reacties Laatste Post
Suggesties voor een andere wereld Barst P.A.V. 0 21st November 2004 18:46
Tekstevaluatie voor cursus RZL in ILSO 2004-2005... Barst Artikels & Boeken 2 9th November 2004 17:35
Het Israëlisch-Palestijns conflict Barst Politiek 4 19th August 2004 18:44
'Zure Zondag': een minder oppervlakkige analyse... Barst Cultureel-maatschappelijk 7 30th June 2004 11:50


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 14:01.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.