Tegen 2020 moet 10 procent van het Vlaamse overheidspersoneel een migratieachtergrond hebben. De teller staat op dit moment op 3,1 procent. Opmerkelijk, omdat minister van Inburgering Liesbeth Homans (N-VA) zich altijd tegen quota kantte.

De aanwezigheid van personen van vreemde herkomst binnen de overheidsadministratie zal niet enkel bijdragen tot hun evenredige deelname, maar ook tot het toegankelijker maken van de dienstverlening
Liesbeth Homans
Meer kleur binnen de Vlaamse overheid. Dat is wat Homans beoogt. Momenteel telt Vlaanderen 1.344 medewerkers van vreemde herkomst, wat overeenkomt met 3,1 procent van het personeel. Tegen 2020 moet dat zijn toegenomen tot 10 procent, onder meer door kandidaten te screenen op onterechte uitval op basis van afkomst. Dat blijkt uit de beleidsnota Integratie en Inburgering.

Homans, notoir tegenstander van quota, wenst met het streefcijfer het goede voorbeeld te geven. "Een overheid die andere sectoren wil overtuigen om de etnische kloof te dichten, heeft veel meer overredingskracht wanneer ze zelf een sterk doorgedreven diversiteitsbeleid voert. De aanwezigheid van personen van vreemde herkomst binnen de overheidsadministratie zal niet enkel bijdragen tot hun evenredige deelname, maar ook tot het toegankelijker maken van de dienstverlening."

Johan Wets, migratiespecialist bij het Hoger Instituut voor de Arbeid van de KU Leuven, noemt het streefcijfer nobel. "Al zal het lastig worden om voldoende personen te vinden, ook omdat het opleidingsniveau vaak niet voldoende zal zijn. Wel kunnen er positieve effecten zijn als de Vlaamse overheid een versnelling hoger schakelt. Allochtone jongeren vinden moeilijk de aansluiting naar de arbeidsmarkt, zelfs als ze hoger opgeleid zijn. Dit streefcijfer kan hen aan een job helpen en er tegelijkertijd voor zorgen dat er geen rancuneus gevoel ontstaat tegenover de samenleving, die hen in hun ogen te weinig kansen biedt."

Voor de duidelijkheid: alleen werknemers afkomstig van buiten de 'EU-15' - een groep landen die ruwweg overeenkomt met Noord-, West- en Zuid-Europa - of van wie één ouder of twee grootouders van buiten dat gebied komen, worden meegeteld. Opmerkelijk is dat onderzoeksbureau Deloitte op vraag van de dienst Diversiteitsbeleid onderzoek heeft gedaan naar welk streefcijfer de overheid moet hanteren. In april kwamen zij uit op 5,5 procent tegen 2020. Fors minder dan Homans, die gisteravond niet bereikbaar was voor commentaar, nu voorstelt.

Deloitte berekende dat 6,8 procent van de Vlaamse beroepsbevolking van vreemde herkomst is en dat een groot deel van hen lager opgeleid is. Het halen van het streefcijfer, zelfs 5,5 procent, is volgens het onderzoeksbureau hoogst twijfelachtig. "Met een voortzetting van het huidige beleid zal dit niet gerealiseerd worden. Dat betekent dat het diversiteitsbeleid de komende jaren hoog op de agenda zal moeten staan."

Naast deze maatregel ijvert Homans ook voor een resultaatsverbintenis voor inburgeraars, terwijl zij nu enkel een inspanning moeten doen. Alleen als ze slagen voor maatschappelijke oriëntatie en Nederlands als tweede taal, krijgen zij nog een attest.

bron: De Morgen 28/10/2014 http://www.demorgen.be/binnenland/h...ebben-a2103768/

mening: Ik vind het goed dat er gestreefd wordt naar meer migratieachtergrond van mensen in de politiek. Deze mensen kunnen op verschillende vlakken een bijdrage leveren aan een betere politieke werking van het land. Zij bekijken België anders dan echte Belgen. Het lijkt mij ook wel bijna onhaalbaar om de 10 procent te halen. Deze mensen met migratieachtergrond zijn vaak, om wille van (bijvoorbeeld) hun beperkte kennis van de taal, laaggeschoold. Dit streefdoel kan er natuurlijk wel toe leiden dat de migranten meer hun best gaan doen om hooggeschoold te zijn, omdat ze weten dat er wel een kans voor hen is in de arbeidssector.
Kortom, ik vind het dus goed dat men hier naar streeft, het heeft veel voordelen, maar ik denk niet dat het een haalbaar doel is.