actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > ACTUALITEITSFORUM > Just Comments...
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 24th October 2020, 10:01
Indy.Geeraerts
Gast
 
Posts: n/a
De veldslag die je met een thermos wint

De veldslag die je met een thermos wint

Korte dagen, ongenadig weer, en geen cafés, restaurants of cultuurtempels om lekker bijeen te kruipen: wat voor ons een samenvatting van de dreigende covidwinter lijkt, is voor veel Noren een omschrijving van hun winter tout court. En ze zijn er wel over te spreken. Hoe kan dat?

‘Het Noorse woord voor “slenteren” vertaal je het best als “grimmige overlevingsstrijd”’, schrijft de Britse auteur Geoff Dyer in Northern dark, over zijn reis naar Noord-Noorwegen. ‘De temperatuur was duizend graden onder nul, gevoelstemperatuur niet meegerekend, en de wind liet de sneeuw door de donkere straten stromen alsof ze op de vlucht was voor een invallend leger. We hielden het vol tot aan de in hard tl-licht badende supermarkt, kochten er bier, keerden terug naar onze hotelkamer en zaten op bed zonder een woord te wisselen. Ik voelde dat de kansen dat we seks zouden hebben tijdens ons verblijf, net als de temperatuur, ver onder nul lagen. We waren hier amper langer dan een uur en ons moreel lag al beduidend lager dan in Oslo, om nog te zwijgen over Londen, waar we nu op terugkeken met een nostalgie van hoe-gezegend-waren-we-toen.’

Als de Noorse omgang met het weer ter sprake komt, dacht ik tot voor kort steevast aan twee dingen. Ten eerste: aan een ruďneus verregende, ijskoude zomervakantie van een jaar of tien geleden, die mijn hele geloof in Scandinavische levenskwaliteit deed uiteenvallen. Ten tweede: aan Northern dark van Geoff Dyer, een verslag van de trip die hij en zijn vrouw hartje winter maakten naar het noorden van Noorwegen, om het noorderlicht te zien. Het verhaal leidt van verbijstering naar desillusie naar afgrijzen naar verbittering, helemaal zoals ik me mijn eigen Noorwegenreis herinner, maar dan grappiger en dus therapeutisch. Noorwegen is een enthousiast buitenlopersland, dat zijn friluftsliv (‘openluchtleven’) met onomwonden liefde cultiveert. Dat het er buiten wel vaak koud is, en nat, en donker, met nauwelijks uitnodigende horeca in de buurt, daar moet je op voorbereid zijn. Praktisch, maar zeker ook mentaal.

De Noren zijn dat. Omdat ze er ook nog eens zo trots op zijn, krijgen ze makkelijk de hoon over zich heen van beteuterde toeristen zoals Geoff Dyer en ik. Waarom zou je in godsnaam met vrienden in de striemende regen een berg beklimmen als je ook samen op restaurant kunt? Waarom zou je kamperen in de vrieskou als je ook kunt kamperen aan de Middellandse Zee? Hoe verbeten moet je zijn om maar te blijven beweren dat er geen slecht weer bestaat, dat er alleen slechte kleren zijn?

Het zijn vragen uit een vorig tijdperk, toen een mens nog waanzinnig veel opties had. En nu zitten we hier mooi in ons eigen caféloze land, dat steeds kouder, donkerder en natter wordt. Met uitzicht op een winter waarin we met onze vrienden hooguit een miezerige berg kunnen gaan beklimmen.

Wat als de Noren daar nu eens echt blij van worden? Hoe doen ze dat? En kunnen wij het ook leren?

1. Er zijn ook goede kleren, en dan krijg je, welja, best aanvaardbaar weer

Dat er volgens het Noorse gezegde ‘geen slecht weer bestaat, alleen slechte kleren’, noteer ik bij werkelijk iedereen die ik raadpleeg over de weerbestendigheid van de Noren. Hebben we hier te maken met een volk dat geobsedeerd is door outdoorkledij? ‘We zijn er gewoon mee opgegroeid’, zegt Anne Staalesen, een Noorse architecte en moeder van vier, die tot de zomer van 2019 in Antwerpen woonde, maar met haar gezin is teruggekeerd naar Lillehammer. ‘Mijn tienerdochter nodigde deze herfst haar vriendinnen uit naar een hutje dat we hadden gehuurd. Dan brengen die meisjes vanzelf een extra paar wollen kousen mee in hun rugzak, omdat ze weten dat ze veel buiten zullen zijn. Al van in de kinderopvang gaan Noren in weer en wind naar buiten. In België vond ik het vreemd dat de kinderen op school bij regenweer niet buiten mochten spelen, maar onder het afdak moesten blijven. Terwijl spelen in de regen net heel leuk kan zijn.’

Etnologe Eli Heggdal, die als inwoner van Bergen tweehonderd dagen regen per jaar verdraagt, is iets genuanceerder. ‘Het is niet zo dat we hier houden van regen. Maar de regen is er nu eenmaal, en je wilt niet altijd al je plannen omgooien. Dus je moet van je regenjas houden.’

‘Het is hier heel normaal om altijd weerbestendig gekleed te zijn’, vertelt Anne Staalesen geamuseerd. ‘Als het regent, is alleen het naar buiten gaan lastig. Als je eenmaal buiten bent, is het ook weer fijn. Zolang je warm blijft. Jullie zouden in België misschien moeten leren om positiever te praten over het weer. Het is echt maar zo slecht als je het maakt. Je ziet hier ’s winters heel chique dames in thermische truitjes rondlopen, en we kijken niet op van iemand die in skibroek naar kantoor komt. De mooiste vertoning krijg je ’s winters op de langeafstandstreinen: mensen zitten in dikke truien uit hun thermos te drinken, er staan overal skilatten, er hangt een heerlijke sfeer. Wij hebben hier in Noorwegen sneeuw: ook niet onbelangrijk. Die maakt veel goed.’

2. Warmte kun je meenemen

Maar eerst nog iets over die thermos. ‘In België zag ik zelden iemand met een thermos’, herinnert Anne Staalesen zich. ‘Terwijl Noren hun thermos met warme drank overal mee naartoe nemen. Toen we in Antwerpen woonden, ging ik vaak bij koud weer nog met de kinderen picknicken in het park. Op een wollen deken tussen de bomen samen iets warms drinken: toch gezellig, maar we waren de enigen. In Noorwegen is dat echt normaal, en als we ’s winters afspreken met vrienden, is het ook weer vanzelfsprekend dat mensen een zitje meebrengen voor onder hun billen, zodat ze kunnen zitten zonder meteen af te koelen. Er zijn veel openbare vuurplekken waar je ’s winters een houtvuur mag aansteken, of je kunt een kampeervuurtje meenemen en samen buiten koken. Veel van die dingen zijn in België in principe ook mogelijk, en ze zouden voor veel mensen een verrijking kunnen zijn, denk ik. Want je krijgt een ander soort gesprek dan wanneer je op stoelen rond een tafel gaat zitten. Je bent samen iets aan het doen, en dan hoef je niet aldoor te praten.’

3. Meer licht!

Eli Heggdal verbleef als uitwisselingsstudent een schooljaar in een Belgisch gastgezin, ‘en daar moest ik leren om altijd het licht uit te doen wanneer ik een kamer verliet. Toen ik weer thuis in Noorwegen woonde, begreep mijn moeder er niets van. In Noorwegen verlichten we ’s winters altijd het hele huis, en we laten de gordijnen open, zodat we op die manier ook de straat verlichten. Eigenlijk vond ik België een veel donkerder land dan Noorwegen. Maar daar kunnen jullie zelf iets aan doen: meer licht aansteken.’

‘In december zorgen we daarbovenop voor extra sfeerverlichting op straat, en daarvoor hebben we met acht buren een vrijwilligersgroepje. Zoiets heet hier een ‘dugnad’: een afspraak om samen vrijwillig een klus op te knappen die de buurt aangenaam houdt. Het is iets belangrijks in Noorwegen. Toen de coronamaatregelen werden ingevoerd, zei de minister van Gezondheid: nu moeten we hier allemaal samen een dugnad van maken. Misschien is het ons daardoor gelukt om de epidemie goed onder controle te houden.’

‘Als ik denk aan al die gezelligheid, met veel kaarsjes, vuur en licht, dan is die donkere winter iets veiligs, iets wat om ons heen zit als een deken. Dat is trouwens ook nog een goede tip: iedereen heeft hier dikke wollen dekens in de woonkamer, en daar zitten we ’s winters elke dag onder. Dat is echt Noors.’

4. Bak voor je leven (en voor de eer van de familie)

‘Als je hier iemand uitnodigt bij je thuis, is het onfatsoenlijk om een gekochte taart op tafel te zetten. Dan doe je te weinig moeite’, weet Anne Staalesen. Het is in Noorwegen dus een beetje verplicht om te bakken, ‘maar het brengt in één klap extra gezelligheid in huis, en in de winter begint iedereen veel meer te bakken’.

Bakken voor de rugzak is ook een goed idee. ‘Om kinderen te leren dat ze in de kou een fijne tijd kunnen hebben, helpt het om altijd voorzien te zijn van eten. Zit er eten in onze rugzak, dan blijven we veel langer buiten.’

5. Noem het een opwindende tijd (en je gaat het geloven)

Het aan waanzin grenzende weeroptimisme van de Noren is ook psychologen niet ontgaan. Hoe komt het dat de inwoners van de noordelijke stad Tromso relatief weinig last hebben van de winterblues, terwijl ze ’s winters amper zonlicht krijgen? De Amerikaanse onderzoeker Kari Leibowitz vermoedt dat hun mindset een belangrijke verklaring is. Leibowitz bouwt in haar Noorse onderzoek voort op eerdere studies waaruit blijkt dat onze mentale framing van een stressvolle gebeurtenis een grote invloed heeft op onze lichamelijke ervaring: mensen die zo’n gebeurtenis beschrijven als een uitdaging die kansen biedt, zullen er doorgaans veel beter mee kunnen leven dan mensen die meer focussen op bedreigingen.

Ook bij de Noren die Leibowitz bevroeg, bleek dat het geval. Hoe meer ze de winter evalueerden als een opwindende kans om van een bijzonder klimaat te genieten, hoe vlotter ze dat ook deden. Het verrassende was dat Leibowitz op meer appreciatie voor de winter botste naarmate ze haar vragenlijst noordelijker voorlegde. In het zeer noordelijke Svalbard bleken mensen positiever te denken over de winter dan in het ietwat zuidelijkere Tromso, en daar heerste dan toch weer beduidend meer optimisme over de winter dan in het (relatief) zuidelijke Oslo. Hoe harder het winterpositivisme nodig was, hoe meer er ook in werd geloofd.

Leibowitz voegt er in de Britse krant The Guardian aan toe dat daarom nog niet álles een genoegen wordt zodra je er een positieve draai aan geeft. Een pandemie, bijvoorbeeld, valt niet om te praten. Maar op die caféloze winter kun je je dus wel voorbereiden. Praktisch. En mentaal.

‘Ik denk dat ik een bevroren brein had of zoiets, want ik zat daar maar wat voor mij uit te dooien, tot het tijd was om te vertrekken naar de bar van het nabijgelegen Radisson Hotel voor het avondeten’, schrijft Geoff Dyer. ‘In elk normaal deel van de wereld zou dat een wandelingetje van tien minuten geďmpliceerd hebben, maar intussen leek het een vreemd onwaarschijnlijk idee dat er plaatsen bestonden waar de simpele daad van naar buiten gaan geen zorgvuldige voorbereiding en planning vereiste.’

Arme Dyer, hij bleef maar denken dat hij in de slag om Stalingrad was beland. Waar was zijn thermos? Zat er een kussentje in zijn rugzak? Stak hij wel kaarsjes aan? Had niemand hem verteld hoe onweerstaanbaar gezellig die Noren hun voorbereiding maken?

‘Northern dark’ van Geoff Dyer maakt deel uit van zijn bundel ‘White sands’, die niet in het Nederlands werd vertaald. De vertalingen hierboven zijn van de redacteur.




3 x warmer

Lekker in een thermos


Dat de thermos in ons land niet hoog aangeschreven staat als bouwsteen van een geslaagde zondagnamiddag, komt misschien doordat we hem tot nu toe vooral gebruikt hebben voor koffie en (zwarte) thee, twee dranken die snel veel charme verliezen tijdens hun wachttijd in een thermos. Soep houdt het beter vol, maar ook zoete en kruidige dranken blijven lang goed: oosterse chai, warm appelsap of fikse gemberthee met citroensap zijn onze favorieten.

Drie cruciale lagen voor een warm lijf

Over het onderscheid tussen hightech buitensportkleren en een ouderwetse zeemansplunje hoeft niet gediscussieerd te worden, omdat ze allebei perfect kunnen functioneren in het gulden drielagensysteem: draag op je huid een aansluitende laag thermisch ondergoed, drapeer daarover een fluffy laag die uit trui(en) of fleece(s) bestaat, sluit af met een winddichte en indien nodig ook waterdichte jas. Katoen is geen goede warmhouder; wol, zijde en veel synthetische vezels zijn dat wel.

Buiten (wafels) bakken kan ook

Voor een gezellige sessie buitenbakken hoeft u niet per se een houtoven in de buurt te hebben; een stopcontact en een verlengdraad volstaan. Haal uw wafelijzer (of dat van een goede buur) van onder het stof, maak thuis beslag (met kardemom en/of kaneel voor een Scandinavische toets), klap een kampeertafeltje open op het terras of op de stoep en u hebt een wafelkraam. Met een ander toestel en evenveel eenvoud kunt u croques uit het vuistje serveren. Was uw handen, trek uw beste marktkramersmondkapje aan, en zet uw kraam op de lijst van de betere dingen die corona in u bovenhaalde

Bron: De Standaard, 24 oktober 2020
https://www.standaard.be/cnt/dmf202...BD0C5FBEA68FC08
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 07:33.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.