Onderwijsopleiding zoekt aso-studenten


BRUSSEL - Om de kwaliteit van het kleuter- en lager onderwijs te garanderen, moeten er meer studenten uit aso-richtingen instromen in de opleiding tot kleuterleider en onderwijzer. Dat zegt Mieke Van Hecke, directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO), in De Morgen.


Op dit moment is het zo dat ongeveer de helft van de studenten in de lerarenopleiding lager onderwijs een tso-diploma heeft. Aso en bso zijn goed voor respectievelijk 30 en 20 procent. Van Hecke zou liever de helft van de studenten uit het aso zien komen.

Volgens Van Hecke is het probleem niet nieuw, maar moet het wel in de gaten gehouden worden. 'Onze maatschappij heeft hoge verwachtingen van het Vlaamse onderwijs. Lesgeven staat al lang niet meer gelijk met voor de klas staan. Ouders verwachten een individuele aanpak voor hun kinderen en dat vraagt een hoge mate van professionaliteit', aldus Van Hecke.

Ze doet een oproep aan afgestudeerde aso-leerlingen die nog geen studiekeuze hebben gemaakt om een opleiding tot kleuterleider/leidster of onderwijzer/onderwijzeres te volgen.


DS, 06-08-2007

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Ik denk niet dat dit zoveel belang heeft.
Het gaat volgens mij meer om hoe je voor de klas staat, hoe je met de leerlingen omgaat en dus meer om hoe je bent als mens dan om 'je hoge mate van professionaliteit'. En de eerste die mij komt vertellen dat aso-studenten betere mensen zijn dan tso- of bso-studenten wil ik nog wel eens tegenkomen.
Overigens kom ik zelf uit tso en ik had op het einde van het 3de jaar betere resultaten dan de gemiddelde aso'er

Ik moet wel toegeven dat ik het wel iets moeilijker heb gehad dan tso-studenten, omdat mijn studiehouding niet echt optimaal was en ik had vanuit het secundair ook een minder brede basis dan de meesten. Maar dat is meer een persoonlijk probleem (dat ik uiteindelijk overwonnen heb), dan dat dit gevolgen heeft voor het Vlaams onderwijs denk ik.

__________________
"De jeugd van tegenwoordig houdt alleen maar van luxe, heeft slechte manieren en veracht de autoriteit.
Zij heeft geen respect voor oudere mensen. De jeugd verpraat de tijd terwijl er gewerkt moet worden, schrokt bij de maaltijden het voedsel naar binnen, legt de benen over elkaar en tiranniseert de ouders..."
- Socrates, 2400 jaar geleden... -

In een memo aan de lidstaten kaart de Commissie het niveau van de lerarenopleidingen in Europa aan. 'In de meeste Europese lidstaten zijn leerkrachten onvoldoende opgeleid en ondervinden zij moeilijkheden om zich bij te schaven', aldus Eurocommissaris voor Onderwijs, Jan Figel.

Eerder waarschuwde Mieke Van Hecke, hoofd van het katholieke onderwijs in Vlaanderen, al dat leerkrachten voor steeds grotere uitdagingen staan en niet altijd in staat zijn daarop te reageren.

De Europese Commissie heeft voor de start van het nieuwe schooljaar in Europa een memo gestuurd naar al haar lidstaten met aanbevelingen om de opleidingen voor onderwijzers fors te verbeteren. Volgens de Commissie zijn uitstekende leerkrachten een noodzakelijke voorwaarde voor onderwijs van hoge kwaliteit. Dat is op zijn beurt dan weer van groot belang om de concurrentiepositie van Europa op economisch vlak in de toekomst te kunnen garanderen. Daar wringt het schoentje volgens Figel.

De Commissie doet de aanbevelingen voor lerarenopleidingen op basis van een rapport waaruit blijkt dat onderwijzers in Europa lang niet zo 'uitstekend' zijn als zou kunnen en moeten. Vooral de nieuwe uitdagingen van het onderwijs, nieuwe technologieën en een individuelere aanpak van leerlingen brengen de onderwijzers in moeilijkheden, aldus het rapport.

"Leerkrachten moeten steeds vaker lesgeven aan leerlingen uit verschillende culturen en met verschillende moedertalen", meent Eurocommissaris Jan Figel. "Bovendien blijkt dat veel leerkrachten niet goed weten hoe ze met de nieuwe technologieën in de klas moeten omgaan. Dat vergt een veel grotere professionaliteit van de leerkrachten en een groter engagement."

Ook Mieke Van Hecke, hoofd van het katholieke onderwijs in Vlaanderen, kaartte dat probleem in deze krant aan (DM 6/8). Terwijl Van Hecke echter stelt dat de instroom van leerlingen uit het technisch onderwijs een gebrek aan professionaliteit in het onderwijs in de hand werkt, stelt de Europese Commissie dat het probleem zich vooral in de scholing van leerkrachten stelt: "De bestaande lerarenopleidingen zijn vaak niet op de veranderende behoeften van de leerkrachten afgestemd."

Vooral de bijscholingen, of liever het gebrek daaraan, baart de Commissie zorgen. Nascholing voor leerkrachten is lang niet in alle landen verplicht. Waar dat wel het geval is, zoals in België, zijn die cursussen volgens de Commissie allesbehalve toereikend. In ons land worden daarvoor slechts drie dagen per jaar uitgetrokken. De Commissie stelt voor dat alle leerkrachten minstens de eerste drie jaar na hun aanstelling een 'inservicetraining' volgen en de rest van hun carrière begeleid worden door ervarener leerkrachten, hetzij in werkgroepen, hetzij individueel.

"Nu worden van leerkrachten totaal andere competenties verwacht dan twintig jaar geleden", zegt Van Hecke. "Het zijn eerder coaches dan onderwijzers. Niet alleen naar de huidige leerkrachten toe, maar ook naar de volgende generaties wordt het steeds belangrijker om die competenties te ontwikkelen."

"In Vlaanderen zijn daartoe met de recente hervormingen in het onderwijs al belangrijke stappen gezet", zegt An Van Driessche, woordvoerster van het Gemeenschapsonderwijs. "De leerkracht die gewoon zijn lesje kwam geven bestaat allang niet meer. In de opleiding zelf is stage bijvoorbeeld belangrijker geworden en na de opleiding wordt nascholing steeds meer gestimuleerd vanuit de scholen. Levenslang studeren moet zeker voor leerkrachten nog verder uitgewerkt worden, maar daar zijn ook middelen voor nodig." De Commissie belooft ook financiële steun aan alle lidstaten die de aanbevelingen ter harte nemen.

De Commissie beveelt de lidstaten de professionaliteit van het lerarenkorps te verhogen en zo ook de status en de erkenning van de onderwijzers te verbeteren. In een aantal lidstaten, zoals in Nederland, is er nu al een gebrek aan kandidaat-leraars. In België is dat voorlopig nog niet het geval, maar ook hier vreest men voor een verminderde interesse in het beroep. (Tina De Gendt)

DS online

Ik heb toch ook mijn vragen bij dit nieuwsbericht, hoor. Is het niet meer dan logisch dat mensen die afstuderen in richtingen zoals Wetenschappen, Economie, Latijn, Humane ... meer geneigd zijn om iets te gaan studeren à la Management, Vertaler Tolk, Chemie, Psychologie ...?

En als men een probleem heeft met tso- en bso-studenten in de lerarenopleiding, dan denk ik dat men maar eens werk moet maken van een betere begeleiding van deze studenten. Zij bezitten evenveel (of meer) kwaliteiten dan aso-studenten om leerkracht te worden, alleen is de basis van het middelbaar minder. Werk die bij en je merkt waarschijnlijk nog maar weinig verschil.

Of moet het altijd de makkelijke weg zijn voor opleidingen/docenten/regeringen..?

__________________

Lezersbrief Mieke Van Hecke, DS


Ik las de reacties op mijn uitspraak over de steeds geringere instroom van ASO-afgestudeerden in de lerarenopleidingen voor kleuter- en lager onderwijs. Voor zover ik iemand door deze verklaring onrecht heb aangedaan of gekwetst heb, wil ik mij hiervoor verontschuldigen. Mijn uitspraken zijn niet bedoeld als een depreciatie van het technisch (TSO) en beroepssecundair onderwijs (BSO). Integendeel, ik heb heel veel waardering voor het TSO en BSO.

Ik wilde enkel de volgende zorg uitspreken. In het studietraject van het TSO en BSO wordt minder aandacht geschonken aan abstract denken en aan het synthetisch denken. De twee competenties die een bacheloropleiding vereisen. Ook aan taalvaardigheid, talenkennis en andere algemene vakken wordt in de studieloopbaan minder tijd gespendeerd. Op dit ogenblik wordt een grote inspanning geleverd om in de lerarenopleidingen deze 'achterstanden' snel in te halen.

Als de tendens van een steeds grotere instroom van TSO/BSO-studenten zou aanhouden, zal het steeds moeilijker worden om het niveau van professionaliteit bij de uitstroom van leerkrachten op peil te houden, zeker wanneer er zich een schaarste aan leerkrachten zou aandienen. Een goede, evenwichtige mix van ASO-studenten met vanuit hun opleiding een betere analytische en abstracte denkwijze en de meer praktische, creatieve opleiding van TSO/BSO-studenten lijkt mij een na te streven doelstelling.

Eén en ander doet geen afbreuk aan mijn waardering voor alle TSO/BSO-studenten, die met succes een lerarenopleiding hebben gevolgd en vandaag geëngageerd hun taak opnemen in het Vlaamse onderwijsveld.

Mieke Van Hecke, Directeur-Generaal VSKO


DS, 09-08-2007

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB

Wordt de moeilijkheid hier niet verkeerd gesitueerd ?

Akkoord; aso-,tso- en bso-leerlingen hebben elks een andere opleiding genoten en de accenten worden binnen deze opleidingen op andere dingen gelegd.

Is het dan niet de opgave van de hogescholen die de lerarenopleiding geven om ervoor te zorgen dat al deze studenten bekwame leerkrachten worden. Het enige dat het secundair onderwijs, naar mijn bescheiden mening, hieraan kan doen is : de laatstejaarsstudenten een bewuste keuze te laten maken, en hen wijzen wat hun capaciteiten zijn. Als ze dan verder willen gaan moeten ze het zelf waarmaken, en is het de bedoeling dat de pedagogen en vakdocenten hen begeleiden/vormen tot volwaardige leerkrachten.

Om een voorbeeld aan te halen. Mijn huisarts heeft ooit tegen mij gezegd : "Zelfs als je een tso-richting volgt, kan je nog dokter worden."

M.a.w.

Waar een wil is, is een weg.