|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
VRT-baas legt personeel spreekverbod op
VRT-baas legt personeel spreekverbod op
In een mail aan zijn personeel laat VRT-ceo Frederik Delaplace maandagmiddag weten dat alleen nog de communicatiedienst met buitenstaanders over de openbare omroep mag spreken. Voor de rest van de medewerkers geldt: ‘Geen commentaar.’ Het gaat goed met de VRT, drukt de ceo zijn personeel maandagmiddag in een mail op het hart. In de titellijn van de mail die De Standaard kon inkijken, maakt Delaplace meteen duidelijk dat het hem niet per se om het goede (cijfer)nieuws te doen is. De titel luidt namelijk: ‘Geen commentaar’. ‘Hoge bomen vangen veel wind en wees er maar zeker van dat niet iedereen ons dat succes zomaar gunt’, stelt Delaplace na een korte passage over enkele goede cijfers. ‘Net daarom is het erg belangrijk dat we naar de buitenwereld een rechtlijnig en eenduidig verhaal blijven vertellen. De communicatiedienst heeft hier een uitgekiende strategie rond uitgedokterd, maar die kan enkel werken als we onszelf geen stokken in de wielen steken. En dat doen we helaas wel nu en dan. En om eerlijk te zijn: gewoon te vaak. Door onvoorzichtige uitspraken in gesprekken met journalisten, door vertrouwelijke informatie te delen met externen, door ondoordachte posts op sociale media … ondergraven we vaak zelf het beeld van de sterke mediaorganisatie die we nochtans zijn.’ Dat dat geen vrijblijvende vraag is, blijkt uit de laatste paragraaf. ‘Ik heb de communicatieploeg gevraagd de richtlijnen ter zake nog eens te updaten en met jullie te delen zodat ze voor iedereen helder zijn. Zodra dat gebeurd is, gaan we er ook wat strenger op toezien’, aldus Delaplace, die sinds augustus 2020 aan het roer staat van de openbare omroep. ‘Een sterk merk bouw je immers maar door er met zijn allen aan te werken, van kersvers stagiair tot schermgezicht. En voor wie geen zin heeft in lange teksten is hier alvast één gouden regel: communiceren over VRT gebeurt enkel en alleen door of via de communicatiedienst. Voor alle andere gevallen volstaan twee woorden: “Geen commentaar.”’ Angstcultuur ‘De collega’s op de werkvloer ervaren dit als het invoeren van zwijgplicht en een spreekverbod’, stelt Wies Descheemaeker van ACOD. ‘Bijna iedereen op VRT is loyaal aan de openbare omroep als instituut. Maar daarbij hoort ons recht op vrije meningsuiting en de plicht om in te grijpen als het verkeerd loopt. De openbare omroep wordt alleen maar beter en wordt alleen maar sterker als we kritisch mogen blijven denken én ons gedacht mogen blijven zeggen.’ ‘Na de gebeurtenissen van vorig jaar, de 50 ontslagen en de privatisering van Thuis, heerst er al een angstcultuur op de VRT’, meent Descheemaeker. ‘Dit is gewoon een volgende stap de slechte richting uit. ACOD-VRT vindt niet dat alle communicatie vanuit de VRT naar buiten door het “uitgekiende plan van de dienst communicatie” moet passeren.’ VRT-woordvoerder Bob Vermeir is het daar niet mee eens. ‘In elk bedrijf is het de normaalste zaak dat alleen de woordvoerders vragen van journalisten beantwoorden. Interne kritiek kan altijd intern besproken worden. De Integriteitscode is duidelijk dat je je werkgever geen schade mag toebrengen. Dat is trouwens zo in alle bedrijven en dat willen we nog eens onder de aandacht brengen.’ Conflicten De VRT ging de voorbije maanden door woelig water. Eerst was er het nieuws rond de afschaffing van het regioblok op Radio 2, vervolgens voerde de omroep een forse besparingsronde door. In diezelfde besparingsronde besteedde de omroep bovendien ook de productie van de populaire soap Thuis, die tot dan toe door de VRT gemaakt werd, uit aan het productiehuis Eyeworks. Vorige maand lekteook nog uit dat zo goed als de hele top van de onlineredactie thuiszat na een conflict met de leiding van die redactie. En begin deze maand schreef de nieuwssite Apache een artikel over hoe schermgezichten in hun vrije tijd bijklussen. Het deed de kritiek over de commerciële nevenactiviteiten weer oplaaien. Blog DS, 17-04-2023 (Valerie Droeven) |
#2
|
||||
|
||||
Geen Commentaar? Onzinnig!
Geen Commentaar? Onzinnig!
Het algemeen spreekverbod voor VRT-medewerkers is onhoudbaar en onzinnig, schrijft Charlotte Michils. In een memo verbiedt VRT-baas Frederik Delaplace alle medewerkers om interne informatie te delen met het publiek. Externe communicatie wordt, als het aan de ceo ligt, de exclusieve bevoegdheid van de communicatiedienst. De VRT was recent geregeld de speelbal in mediaberichtgeving, maar het is onduidelijk wat nu precies aan de basis ligt van de omerta. Een specifieke uitlating van iemand, of gewoon ‘trop is te veel’? Enige uitleg had ongetwijfeld veel onbegrip kunnen wegnemen. Een spreekverbod – of zwijgplicht voor wie erdoor getroffen wordt – wordt doorgaans geassocieerd met andere werelden, niet met de vierde macht zelf. Toch geldt voor iedereen hetzelfde kader. Het recht op vrije meningsuiting is een grondrecht en het moet maximaal worden ingevuld. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens verduidelijkt: eenieder kan het recht op vrije mening uitoefenen, zonder overheidsinmenging en over de grenzen heen. Om die reden moet er ook vrij verkeer van informatie zijn. Zonder informatie kun je geen mening vormen. Informatie delen en ontvangen, meningsvorming, het zijn deelaspecten van datzelfde grondrecht. Tegelijk is vrije meningsuiting niet onbeperkt, al kan inperking maar als aan strenge voorwaarden is voldaan. Ze moet noodzakelijk zijn in een democratische samenleving, voorzien bij wet, een legitiem doel dienen en een persoonlijkheidsrecht (denk aan het recht op privacy of de goede naam), of het openbaar belang (volksgezondheid of openbare veiligheid bijvoorbeeld) beschermen. Een algemeen spreekverbod dat ongeacht de omstandigheden alles en iedereen treft – dat spreekt voor zich – behoort niet tot de opties. Dat is disproportioneel en doet de vrijheid van meningsuiting geweld aan. Inmenging kan alleen na toetsing in de praktijk. Dat spreekt voor zich, zeker in een mediabedrijf als de VRT. Verantwoordelijke journalistiek botst trouwens niet alleen op wetgeving. Ze neemt de eigen leefregels ter harte. Berichtgeving over minderjarigen, slachtoffers of andere kwetsbare groepen vereist bijkomende overwegingen. Onafhankelijke berichtgeving houdt in dat je op zoek gaat naar alle relevante stemmen. Verborgen opnames, incognito- en aliasjournalistiek vergen extra checks en ga zo maar door. Do’s-and-don’ts Tot slot mag niet vergeten worden dat een journalist ook een medewerker is. Elk sociaal statuut, of het nu gaat om een statutair benoemde ambtenaar, werknemer, zelfstandige of uitzendkracht, komt met verplichtingen. In contracten staat vaak te lezen dat je niets mag doen dat indruist tegen de materiële of morele belangen van het medium of wat een goede uitvoering van het contract in het gedrang brengt. Die do’s-and-don’ts kunnen zowel juridisch als deontologisch van aard zijn en kunnen – om het helemaal complex te maken – verschillen van medium tot medium. Zo zal een persoonlijk standpunt van een journalist die werkt voor de publieke omroep strenger gescreend worden op onpartijdigheid dan dat van een journalist van een medium dat in zijn missionstatement kleur bekent. Naargelang de context kan een opinie dus meer of minder afstralen op het medium. Om maar te zeggen: elke situatie is anders. Om te kunnen spreken van gerechtvaardigde inmenging moet je elk geval apart bekijken. Elk manoeuvre dat de toets niet doorstaat, moet worden aangeklaagd. Externe communicatie uitsluitend overlaten aan communicatieprofessionals is laakbaar en leidt tot een verarming van het debat. Het maakt ook al wie buiten de lijntjes kleurt tot klokkenluider. Gelukkig geldt in Vlaanderen sinds kort eindelijk een vangnet voor klokkenluiders. Toch biedt dat – hoewel het ontegensprekelijk een stap vooruit is – geen complete bescherming. Die bescherming blijft ook op bepaalde punten voorwaardelijk. Spreekrecht en spreekplicht Nochtans zijn er goede redenen om de klok te luiden. Zonder exposure geen oplossing. De Vlaamse overheid, bijvoorbeeld, maakt in haar deontologische code een onderscheid tussen spreekrecht en spreekplicht. Spreekrecht houdt in dat je het recht hebt om je ideeën af te toetsen, informatie uit te wisselen en je mening te ventileren. Dan kan op het werk, maar ook op sociale media of in de pers. Natuurlijk brengt dat verantwoordelijkheden met zich en soms geldt ook nog de geheimhoudingsplicht. In sommige ernstige gevallen – bij misdaden en wanbedrijven – geldt voor ambtenaren zelfs spreekplicht. Het kan dus anders. Krampachtig alle ramen en deuren gesloten houden en wachten tot de storm voorbij is, lijkt in ieder geval een weinig duurzame oplossing. Er zijn allicht wel omstandigheden die een meer gestroomlijnde communicatie legitimeren. Denk aan een lopend onderzoek of heikele onderhandelingen. Of aan elke andere situatie die (tijdelijk) gebaat is bij sereniteit. Maar een permanent spreekverbod voor alle medewerkers, ongeacht de omstandigheden, wekt alleen verbazing en is een nieuws*medium onwaardig. Het recht op informatie is zoveel meer dan een uitgekiend pr-standpunt. Het omvat betekenisvolle informatie die leidt tot wederzijds begrip en tot inzichten die er toe doen. Daarom, beste ceo van de VRT: graag meer transparantie over de overwegingen die ten grondslag liggen aan die striktere communicatieregels. DS, 19-04-2023 Charlotte Michils) |