actualiteitsforums  

Ga Terug   actualiteitsforums > NASLAG > Sociaal-wetenschappelijke achtergronden
Gebruikersnaam
Wachtwoord
Home FORUMS Registreer Arcade Zoeken Posts van vandaag Markeer Forums als Gelezen

Antwoord
 
Onderwerp Opties Zoek in onderwerp Waardeer Onderwerp Weergave Modus
  #1  
Oud 7th May 2011, 14:42
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Europeanen kennen zichzelf niet meer

Het Europese project wankelt


Pacifistisch, sociaal en democratisch, zo zien wij Europeanen onszelf graag. GEERT MAK wou dat het waar was.



We leven in historische tijden. We krabbelen langzaam weer uit een gemene en vooral gevaarlijke economische crisis. Binnen de Arabische wereld zijn volksbewegingen op gang gekomen die wel eens net zo'n plek in de geschiedenis kunnen gaan innemen als de Europese revoluties van 1848 en 1989. Waar deze democratische omwentelingen ook op uitmonden, ze vormen de grootste uitdaging voor de Europese buitenlandse politiek sinds de Val van de Muur. Achter de schermen ondertussen vreet de Eurocrisis door als een veenbrand. En daarmee staat het hele Europese project te wankelen.

Het jaar 2011 kan, kortom, wel eens een historisch jaar worden, ten goede of ten kwade. De paar decennia relatieve rust die we achter de rug hebben, betekenen niet dat onze Europese orde, en onze westelijke wereldorde, werkelijk stabiel zijn. Keer op keer heeft de geschiedenis van de 20ste eeuw laten zien dat het ondenkbare opeens toch onvermijdelijk kan worden. En die veranderingen plegen zich vervolgens vaak in verbijsterend snel tempo te voltrekken. Dat geldt ook voor deze jaren.

We voelen die zorg en die druk. Toch kost het grote moeite om de consequenties ook werkelijk onder ogen te zien. En dat heeft alles te maken met onze diepste zekerheden, zekerheden die we pas op het allerlaatste loslaten, de zekerheden van ons, zorgvuldig opgebouwde, zelfbeeld. (...)


Slaven

De Tweede Wereldoorlog was op allerlei manieren bepalend voor ons zelfbeeld. Een historisch moment vond plaats op 10 juli 1943, toen geallieerde troepen, met een landing op Sicilië, voor het eerst weer het Europese vasteland betraden. De Amerikaanse generaal Patton had voor de gelegenheid een speciale legerorder opgesteld. Ik citeer:

'When we land, we will meet German and Italian soldiers, whom it is our honor and privilige to attack and destroy. Many of you have in your veins German and Italian blood, but remember that these ancestors of yours so love freedom that they gave up home and country to cross the ocean in search of liberty. The ancestors of the people we shall kill lacked the courage to make such a sacrifice and continued as slaves.' (...) Die Patton kon beweren wat hij wilde, maar tijdens en na die Tweede Wereldoorlog hebben wij, Europeanen, ónze lessen geleerd. Voor ons waren het geen films en heldenverhalen, wij kennen de werkelijkheid van oorlog en vervolging en zelfs de jongere generaties hebben nog de schrik in de benen. Daarom zijn we, terecht, ook zo trots op de resultaten van onze Europese 'soft power', waarbij wapengeweld vervangen werd door hulp en hoop op welvaart, gestimuleerd door een gestaag voortgaande uitbreiding van de Unie.

We hebben daarnaast, en ook dat is typisch Europees, een enorme aversie tegen al te grote sociale ongelijkheid. Mede daarom bieden de voorzieningen van onze welvaartsstaten, zeker in West-Europa, de doorsnee burger een zekerheid en een kwaliteit van bestaan die voor de meeste Amerikanen onbereikbaar is. Die idealen proberen we internationaal uit te dragen. We lopen vooraan aan als het gaat om humanitaire hulp, het verdedigen van mensenrechten, het op de bres staan voor waarden als tolerantie en rechtvaardigheid. En we zijn niet bang om zelfs delen van onze nationale soevereiniteit op te geven omwille van het geheel. Ons grote historische experiment, de ontwikkeling van één Europese markt, één Europese munt, en, gaandeweg, een supranationaal Europees bestuur, is zonder weerga in de geschiedenis.


Vervagende droom

Zo. Voor zover wij, moderne Europeanen, een gemeenschappelijk zelfbeeld hebben, ziet het er ongeveer zo uit. We roepen het niet van de daken, maar het geeft ons wel een warm gevoel. Het inspireert en geeft hoop, en we zullen er niet snel afstand van doen. En op veel punten sluit het wonderwel aan bij het zelfbeeld van onze Amerikaanse bondgenoten. Alleen: in hoeverre stemt ook ons zelfbeeld nog overeen met de werkelijkheid? Klampen wij ons niet vast aan een realiteit die gebaseerd is op wat we hopen dat er gebeurt, niet op wat er gebeurt? Had Orhan Pamuk niet gelijk, toen hij eind vorig jaar vanuit een glanzend Istanbul een beschouwing over ons continent schreef onder de veelzeggende titel: 'De vervagende droom van Europa'?

Laten we eerst een paar feiten onder ogen zien. Nog altijd leven we in de nazomer van onze verzorgingsstaten. Maar lang zal Europa de doorsnee bevolking deze hoge kwaliteit van bestaan niet meer kunnen bieden. In de komende 25 jaar zal de Europese bevolking vermoedelijk slechts met 0,7 procent toenemen, die van de Verenigde Staten met 20 procent. Tegelijkertijd neemt de gemiddelde leeftijd van de Europeanen snel toe. Van Polen tot Italië is er een grijze golf in aantocht die een zware last zal leggen op pensioenen, gezondheidszorg en andere sociale verworvenheden. De noodzakelijke aanpassingen, juist om iets van die kwaliteit van bestaan te behouden, zullen echter veel spanningen en weerstand oproepen. Populistische geluiden krijgen steeds meer weerklank. Zoals Jean Claude Juncker ooit zei - ik citeer hem uit mijn herinnering: 'Wij, Europese politici, weten wel ongeveer wat er moet gebeuren om Europa klaar te maken voor de 21ste eeuw: herstructurering van de verzorgingssystemen, aanpassing van de pensioenen, het opzetten van een modern immigratiebeleid… Maar we weten niet hoe we daarna nog de verkiezingen kunnen winnen.'

Tekenend is het lot van de zogenaamde agenda van Lissabon, opgesteld in het jaar 2000, het plechtige voornemen van de Europese regeringsleiders om de Unie in 2010 opgestuwd te hebben tot de meest 'dynamische en competitieve kenniseconomie in de wereld'. Dat was dus vorig jaar, en nog steeds is minder dan 10 procent van de Europese industrie hightech. Dat falen heeft echter niets van doen met onze mogelijkheden. Het had best gekund. De oorzaak ligt vooral in de politieke en sociale voorkeuren van ons, Europeanen. Wij maken minder uren dan, bijvoorbeeld, de Japanners, de Chinezen en de Amerikanen, we nemen lange vakanties, gaan zo snel mogelijk met pensioen. De Europese pretentie om het meest competitieve stuk van de wereld te vormen mislukte, constateerde de Economist nuchter, 'omdat talloze Europeanen niet willen léven in de meest dynamische en competitieve economie van de wereld.'

Dat klopt, ja. Het is inderdaad onze keuze. Onze relatief hoge kwaliteit van bestaan geeft ons, Europeanen, een meer ontspannen levenshouding, en op zich is dat een grote verworvenheid. Maar het wiegt ons ook in slaap, met veel dromen, en teveel illusies.

Vervolgens is daar het grote symbool van ons nieuwe Europese zelfbeeld, onze veelbezongen politieke eenheid. Er waren en zijn grote economische verschillen tussen de diverse lidstaten, maar die spanningen kent de Amerikaanse federatie ook. In Europa lopen echter ook de politíeke motieven achter de eenwording sterk uiteen: de Duitsers willen met hun verschillende buren vooral in vrede leven, de Fransen dromen van een Europese superstaat, de Zuid-Europeanen van de Brusselse geldpotten, de Oost-Europeanen van een definitieve bevrijding uit de Russische invloedssfeer.


Eurocrisis

Het samengaan van al deze verschillende landen, elk met een eigen geschiedenis, en eigen wonden en verwachtingen, was in het verleden alleen mogelijk doordat ze, ondanks alles, bereid waren om een gezamenlijke reis te beginnen. Het ging bijna letterlijk stap voor stap. Ieder groot Europees verdrag van de afgelopen decennia bevatte de kiemen voor het volgende verdrag. Politicologen spreken in dit verband wel van een zogenaamde 'pad-afhankelijkheid', een proces waarbij de uitkomst onduidelijk is, maar waarbij elke stap toch eentje vooruit is, omdat men in het verleden ervoor gekozen heeft om een bepaald traject af te lopen. En die stappen gaan automatisch vooruit, omdat een terugkeer op dat lange pad dramatische gevolgen kan hebben.

Het punt is alleen dat het laatste grote verdrag, dat van Lissabon, nauwelijks of geen kiemen meer bevat voor verdere ontwikkelingen. De wijzigingen die noodzakelijk waren vanwege de eurocrisis zijn min of meer geforceerd ingevoerd. Het verdrag als geheel maakt de indruk van een, misschien voorlopig, eindpunt: de Europese Unie blijft een in principe een intergouvernementele organisatie, omringd door een reeks supranationale instanties en bevoegdheden. Een federatie wordt het niet. De reizigers zijn uitgeput.

De eurocrisis die we nu meemaken is dus niet alleen een financiële bosbrand, een crisis van staatsschulden en banken die dreigen om te tuimelen als een reeks dominostenen. Het is ten diepste een politieke crisis, omdat het de grote vermoeidheid van de Europese reizigers ongenadig blootlegt. Aan de ene kant moeten ze wel verder op het pad. Ze hebben, ook op economisch en fiscaal terrein, een dringende behoefte aan een centrale Europese leiding. Aan de andere kant durven ze bijna niet verder, durven ze hun individuele soevereiniteit op deze terreinen niet uit handen te geven. En hun kiezers vertrouwen het al helemaal niet meer. (...)

Het Europese eenheidsproces heeft eerder onverwachte sprints gemaakt, soms uit idealisme, vaker uit nood. Wellicht zal ook deze eurocrisis Europa opnieuw tot een verdere integratie dwingen. Deze crisis is echter ook een symptoom van een werkelijkheid die we misschien toch maar eens onder ogen moeten zien: dat het Europa van twee snelheden allang een realiteit is, en dat de legitimiteit van het Europese project haar grenzen nadert, en die wellicht zelfs al heeft overschreden.

De problemen rond de euro raken ook de positie van Europa tegenover de rest van de wereld. Een andere belangrijk onderdeel van het hedendaagse Europese zelfbeeld is onze zogenaamde 'soft power'. Europa pretendeert een vreedzame wereldmacht te zijn. Kijk maar eens, zeggen we tegen elkaar, met hoeveel onderdrukking en geweld de Amerikanen hun oppermacht over hun naaste omgeving hebben gehandhaafd, denk maar aan Grenada, Panama en de blokkade van Cuba. En kijk dan eens hoe Europa dat nu al jaren doet: beschaafd, positief en geweldloos.

We konden ons dat nette Europese gedrag echter alleen permitteren omdat Amerika ons liet mee schuilen onder de paraplu van hun militaire wereldmacht. De Amerikaanse en Europese zelfbeelden sloten hierin decennialang naadloos op elkaar aan. Dat was veilig en comfortabel, en zelfs het denken over fundamentele internationale vraagstukken bleef ons min of meer bespaard. Met het einde van de Koude Oorlog is die periode voorbij. Dat weten we allemaal, maar nog steeds willen sommige Europese politici, vooral ook in mijn eigen Nederland, die realiteit niet onder ogen zien.

Het succes van onze 'soft power' was bovendien enkel gebaseerd op onze enorme economische aantrekkingskracht. De Europese soft power staat en valt met het succes van de Europese Unie, en met het perspectief, althans voor de naburige staten, om zelf ooit te mogen toetreden. Soft power draait, anders gezegd, op een belofte die decennia lang boven de Europese Unie hing, de belofte aan de kinderen in de straat om ooit te mogen meespelen met de kinderen in dat grote mooie huis op de heuvel. Maar wat, als de realisering van die belofte steeds meer aan kracht begint te verliezen? Als het dak van dat huis begint te verzakken, als de muren steeds meer scheuren beginnen te vertonen, sommigen bezig zijn de deuren te barricaderen, en overal de luiken voor de ramen gaan?

Daarmee kom ik op de derde pijler van ons Europese zelfbeeld: het democratische karakter van de Unie. We kennen allemaal de dagelijkse problemen: de gecompliceerde Europese besluitvorming, de onvatbaarheid van de Europese partijen en het Europese parlement, het tekort aan charismatische leiders, onze Babylonische taalverwarring, de afwezigheid van een duidelijk Europees publiek debat, van een Europees koffiehuis. (...)

De Europese Unie is voor steeds meer kiezers, ook als ze welwillend en geïnteresseerd zijn, een onbegrijpelijk fenomeen geworden. En daar doet de Unie zelf hard aan mee. Zelfs de keuze van de voorzitter van de Europese Raad, het 'gezicht' van Europa, vond plaats tijdens een dineetje achter gesloten deuren. Het menu werd keurig gepubliceerd, de lijst met kandidaten bleef geheim. Niet de kiezers wendden zich af, maar de Unie. En dat is een levensgevaarlijke ontwikkeling. (...)


Krachtige leider

De Europese bestuurders en instituties kunnen, zeker nu, niet functioneren zonder een stevige steun, uitgesproken en onuitgesproken, van de kiezers. In veel landen wordt echter, onder druk van de crisis, het Europese project juist steeds vaker aangevallen. En die aanvallen raken doel, juist omdat de Europese democratie nog steeds zo zwak is. De leiders van de lidstaten hebben, uit angst om macht en invloed te verliezen, aan dit prille boompje consequent de kansen ontnomen om zich te ontwikkelen tot volwassenheid.

Als de nieuw gekozen Europese 'president' werkelijk een krachtige leider had mogen zijn, dan had hij de burgers van de lidstaten er veel beter van kunnen doordringen dat ze ook Europese burgers waren - met alle verplichtingen en voorrechten die daarbij horen. Als de nieuw gekozen Europese 'minister van Buitenlandse Zaken' een diplomatieke zwaargewicht had mogen zijn, in plaats van een grijze en op dit terrein totaal onervaren figuur, dan had Europa als Europa een zinnige rol kunnen spelen in de huidige Arabische crises. Als er een serieuze poging was gedaan om een deel van de nationale democratische processen werkelijk naar Europees niveau te tillen, dan was Europa op dit moment lang niet zo kwetsbaar geweest voor de opeenvolgende nationale en zelfs lokale verkiezingsuitslagen. (...)

Kort en goed: de legitimiteit voor het Europese project is snel aan het opraken, juist nu die zo bitterhard nodig is. Als één Europees probleem nog groter is dan de euro, dan is dat het Europese democratische tekort. Dat staat pal voor onze neus, dat groeit maar door, en dat kan het einde betekenen van al onze dromen.

Geert Mak was deze week te gast in het Vlaams Parlement. Deze tekst is een verkorte weergave van wat hij daar vertelde. De volledige tekst staat op:

www.standaard.be/mak

Geert Mak, Nederlandse auteur van onder meer de bestseller 'In Europa'


DS, 07-05-2011
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden
Antwoord


Onderwerp Opties Zoek in onderwerp
Zoek in onderwerp:

Uitgebreid Zoeken
Weergave Modus Stem op dit onderwerp:
Stem op dit onderwerp::

Posting Regels
Je mag niet nieuwe onderwerpen maken
Je mag niet reageren op posts
Je mag niet bijlagen posten
Je mag niet jouw posts bewerken

vB code is Aan
Smilies zijn Aan
[IMG] code is Aan
HTML code is Uit
Forumsprong



Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 01:54.


Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.