De voorraad internetadressen raakt "binnen enkele weken" op. Dat zei een van de oprichters van het wereldwijde web, Vint Cerf, tegen de Australische krant Sydney Morning Herald.

Cerf, momenteel werkzaam voor Google, creëerde in 1977 het internetprotocol IPv4 als onderdeel van een experiment voor het Amerikaanse ministerie van Defensie. "Ik dacht dat 4,3 miljard adressen genoeg zouden zijn voor een experiment." Hij zei nooit verwacht te hebben dat het experiment "nooit zou eindigen".

IP-adressen zijn unieke nummers die toegeschreven worden aan elke computer, website of ander apparaat met een internetverbinding. Het opraken van de adressen betekent niet dat het internetnetwerk stopt. "Het betekent alleen dat je het niet goed kan uitbouwen", zei Cerf.

Om het probleem op te lossen, is de industrie nu bezig met een nieuw internetprotocol, genaamd IPv6. Hierdoor moeten biljoenen nieuwe adressen beschikbaar komen. De uitdaging is dat bedrijven en particulieren moeten overstappen naar het nieuwe protocol. Ontwikkelaars van applicaties moeten hun oplossingen ook geschikt maken voor IPv6.

De Morgen Online - 24/01/11, 17u08

Dat de voorraad internetadressen opraakt, is echt wel een opmerkelijk feit. Dat wil zeggen dat er over de hele wereld binnenkort meer dan 4 miljard toestellen in omloop zijn die verbonden zijn met een netwerk.

Momenteel wordt er gewerkt met IP/v4-adressen die bestaan uit 32 bits. Hiermee kunnen er maximum 2^32 internetadressen gemaakt worden. Dat is ongeveer 4 miljard. Nu, niet al deze adressen zijn zomaar vrij toegankelijk. Een hele hoop van de adressen is gereserveerd voor privédoeleinden, zoals testruimte voor de ontwikkelaars en voor multicasting-doeleinden. Deze internetadressen kunnen dus niet toegekend worden aan netwerkcomponenten. 4 miljard is dus eigenlijk de theoretische hoeveelheid maar in de praktijk is die hoeveelheid een pak kleiner.
Internetadressen worden ook niet toegekend per computer, maar per netwerkcomponent. Een computer met meerdere netwerkkaarten heeft meerdere internetadressen. Ook zijn er tegenwoordig al randapparaten zoals printers die een netwerkkaart hebben, en dus bijgevolg ook een internetadres.
Op die manier is het wel te verstaan dat de voorraad internetadressen stilaan uitgeput raakt. Steeds meer en meer mensen hebben immers toegang tot het internet.

De nieuwe technologie, IP/v6, werkt met 128 bits. Theoretisch zorgt dit voor 2^128 internetadressen. Dat zijn er veel meer dan met het IP/v4-protocol.

Het nadeel van dit nieuwe protocol is dat alle netwerkapparatuur moet geherprogrammeerd worden. Ook de netwerkapparatuur die momenteel in omloop is, moet allemaal geherprogrammeerd worden, en dat is een hele karwei.

Als je binnenkort een nieuwe modem of zo moet kopen, kijk dan zeker na of deze ook compatibel is met het IP/v6-protocol.