|
|
Onderwerp Opties | Zoek in onderwerp | Waardeer Onderwerp | Weergave Modus |
#1
|
||||
|
||||
'Lesgeven wordt precies bijzaak'
'Lesgeven wordt precies bijzaak'
Met het felbesproken M-decreet probeert minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) leerlingen met bijzondere onderwijsnoden zoveel als mogelijk te laten schoollopen in het regulier onderwijs. Een lovenswaardige doelstelling, maar wel één waarvoor niet voldoende middelen worden vrijgemaakt, zo stelt juf Charlot vast. Zij ziet met lede ogen toe hoe het steeds moeilijker wordt om alle kinderen uit haar klas te bieden wat ze nodig hebben. Beste mevrouw Crevits, Op 20 maart 2019 zullen heel wat leerkrachten het werk even neerleggen. Ik twijfel nog of ik dat al dan niet zal doen, want als ik staak, laat ik zomaar eventjes 25 kinderen (en hun ouders) in de steek. Toch ben ik ervan overtuigd dat er gestaakt moet worden. Want we willen aan de alarmbel trekken. Dringend tijd dat er iets gedaan wordt. Waarom? Daarom: Ik wil je even mijn situatie schetsen… Dit absoluut niet om medelijden op te wekken, maar gewoon om even de realiteit te schetsen en mijn bezorgdheid over het onderwijs in het algemeen te uiten. Want ik weet dat mijn klassituatie geen uitzondering is. Steeds meer klassen zijn zoals de mijne. En ik zie, jammer genoeg, niet meteen een verbetering voor de toekomst. Ik hou heel erg veel van kinderen en hen iets kunnen bijleren vind ik zalig. Ook dit schooljaar begon ik vol goede moed in het derde leerjaar. En ik mag niet klagen, ik heb op zich best een fijne klasgroep. Heel wat kinderen kunnen al goed zelfstandig werken en het allerbelangrijkste is dat ze erg verdraagzaam zijn. Gelukkig maar, want ‘iedereen is anders’ moet in onze klas echt heel letterlijk genomen worden. Daar heb je eerst en vooral Maxim. Die springt er helemaal bovenuit. Met een duidelijke vorm van ADHD, maar volgens de ouders wordt hij gewoon verkeerd aangepakt. 'Hij kan toch zo flink alleen spelen, juf.' Maar in een klas van 25 kinderen gaat dat nu eenmaal niet en moet je rekening houden met iedereen. Kinderen moeten leren om niet alle aandacht van de leerkracht voor zich op te eisen, maar dat is erg moeilijk als dat thuis natuurlijk wel steeds kan. Dan heb je Henri en Renzo. Deze jongens hebben DCD. Zij hebben het heel moeilijk om te schrijven en zijn verschrikkelijk chaotisch. Ze hebben beide een RDCD-plan met heel wat maatregelen: alle werkbladen en toetsen moeten op A3-formaat worden gekopieerd, de agenda moet onder begeleiding worden ingevuld, toetsen worden mondeling afgenomen, en ga zo maar door… Ze krijgen extra begeleiding door een netwerkondersteuner, maar jammer genoeg niet op de momenten dat ik dat eigenlijk graag zou willen… Ook Brent en Janne hebben DCD. Dit misschien wat in een andere vorm, maar ook zij hebben een RDCD-plan en hebben allerlei maatregelen nodig: ze hebben aangepast schrijfmateriaal, een aangepaste stoel en tafel (waar hun spullen jammer genoeg niet in passen), ze werken met een hoofdtelefoon, hebben hulp nodig bij het organiseren van hun bank en boekentas… Ook deze kinderen worden begeleid door een netwerkondersteuner. Deze ondersteuner verwacht in het weekend een e-mail met wat zij de komende week moet doen. Ook daar kruipt dus tijd in. Dan heb je Marie. Bij haar werd onlangs autismespectrumstoornis vastgesteld. Zij heeft heel veel structuur nodig en loopt er iets niet zoals ik voorheen had meegedeeld, dan laat ze me duidelijk merken dat dit voor haar niet oké is. We hebben ook nog Habiba. Dit meisje heeft duidelijk een ernstig concentratieprobleem, maar daarnaast ook een heel moeilijke thuissituatie. Zij vertelt over politiemannen alsof het haar vrienden zijn. Een vorm van radicalisering is hier aan de orde. Ik moet op mijn hoede zijn, want dit meisje mag absoluut niet door mama opgehaald worden. Er is een duidelijk contactverbod. Door deze hele situatie wordt er aan het concentratieprobleem dus maar weinig gedaan. Ook bij Arne is de thuissituatie erg lastig. Zijn ouders zijn net uit elkaar en zijn verwikkeld in een heuse vechtscheiding. Beide ouders hebben blijkbaar maar weinig tijd voor hun twee zonen. Gelukkig hebben de broertjes elkaar nog, maar veel goede manieren leren ze niet van elkaar, laat staan van thuis uit. Dan heb je Luna. Zij is hoogsensitief en trekt zich alles aan van wat rond haar gebeurt. Zij wil dat iedereen lief is voor elkaar. Ze voelt haarfijn aan wanneer dit niet het geval is en wil dan als ‘verzoener’ optreden, maar loopt heel vaak ‘met haar neus tegen de deur’. Zij moet heel zachtjes aangepakt worden. Ze heeft heel veel schouderklopjes nodig en vaak extra tijd voor toetsen en taken. Bij Lien werd de diagnose van dyslexie weerhouden. Ook zij heeft een RDCD-plan, met heel wat maatregelen rond spelling en lezen: zij moet de kans krijgen om de teksten van begrijpend lezen op voorhand thuis al eens door te nemen, het zinnendictee moet aangepast worden naar een invuldictee, zij mag de hulpmiddelen van de logopediste gebruiken bij schrijfopdrachten… Nico heeft een genetische aandoening, waardoor hij tijdens de wintermaanden regelmatig afwezig is en dus bij terugkomst steeds weer bijgewerkt moet worden. Tim komt bijna elke morgen met buikpijn naar school en moet veel positieve feedback krijgen om zich goed te voelen. Hij heeft een laag zelfbeeld, wat eigenlijk niet nodig is. Dan heb ik ook nog drie dubbelaars. Die in het begin van het jaar vlot mee konden, maar nu toch ook de nodige aandacht beginnen op te eisen. Momenteel zit Sofie met haar been in het gips en loopt ze met krukken. Ze moet dus met de lift naar de tweede verdieping gebracht worden en natuurlijk ook terug naar beneden. Dit mag ze niet alleen doen, dus wanneer de zorg-juf me niet kan helpen, moet ik 24 kinderen alleen de trap laten op- of afgaan, terwijl ik letterlijk en figuurlijk even gevangen zit. Daarnaast heb je ook nog Ilyano, Marco en Demi. Erg sterke kinderen, die zich wel eens durven te vervelen omdat het rekenen bij hen zeer vlot gaat. Zij hebben de nodige uitdaging nodig, maar op school is er maar een kangoeroegroep vanaf het vierde leerjaar. In die groep krijgen hoogbegaafde kinderen uitdagend materiaal aangeboden en krijgen ze de kans om onder begeleiding aan een eigen project te werken. Maar ik probeer mij in het derde leerjaar wel te beredderen. Ik ben bezorgd. Ernstig bezorgd, want soms, en dat geef ik eerlijk toe, vergeet ik wel eens een maatregel toe te passen bij één van de diagnose-kinderen. En ja, ik voel mij daar dan schuldig om. Ik zou met de grootste wil van de wereld alle kinderen uit mijn klas willen aanbieden wat ze nodig hebben, maar dit lukt mij niet. En dat frustreert mij enorm! Ik wil mijn collega’s echt niets verwijten, onze zorgcoördinator, de zorgleerkracht en de netwerkondersteuners ben ik erg dankbaar voor alle ondersteuning die ze mij bieden! Maar toch maak ik me zorgen, ernstige zorgen, over de toekomst van het onderwijs, over de toekomst van de kinderen! Want ik heb het gevoel dat een klas ‘runnen’ geen haalbare zaak meer is. Ik moet tegemoetkomen aan zoveel zaken dat lesgeven precies bijzaak wordt. Mijn taak blijkt eerder te zijn: ‘alle hoofden boven water proberen te houden’. Ik zeg het u: dit is geen verzonnen verhaal! Dit is ernstige realiteit! (Alleen de namen paste ik aan om de privacy van de kinderen te bewaren.) Bedankt om even de tijd te nemen om dit te lezen en ik hoop dat u beseft dat heel wat gemotiveerde leerkrachten zoals ik, hier ’s nachts echt van wakker liggen. Juf Charlot Blog DS, 10-03-2019 |